WAT HEEFT DE AMAZONE TE MAKEN MET HET KOPJE KOFFIE WAARMEE JIJ JE DAG BEGINT?
In het oosten van Brazilië, het belangrijkste koffie producerende land in de wereld, heeft het als gevolg van klimaatverandering al een paar jaar nauwelijks geregend. Omdat koffieplantages veel water nodig hebben, zijn hele oogsten verloren gegaan. Boeren gaan failliet en houden ermee op. Dat is slecht nieuws, voor de lokale economie… en voor koffiedrinkers.
Het Amazonegebied is frontlijn in de strijd tegen de klimaatverandering. “Climate control centre for the world”, noemt de Canadese rockzanger Bruce Cockburn het regenwoud in zijn song If A Tree Falls: “If a tree falls in the forest does anybody hear? Anybody hear the forest fall?” Grote delen van de Amazone zijn dicht bij zogenaamde kantelpunten (tipping points). Bij een kantelpunt zorgt een relatief kleine verandering voor een relatief groot gevolg en kan het klimaat in een andere evenwichtssituatie terechtkomen, met alle gevolgen van dien. De vraag is: wat zijn die gevolgen? Het verhaal over de Amazone als klimaatcentrum is ingewikkeld.
Dat ontbossing het broeikaseffect verergert, is bekend. Maar dat luchtvervuiling in het gebied de vorming van regenwolken boven het woud direct beïnvloedt, weten we pas sinds kort. Een internationaal team wetenschappers onderzocht recentelijk dit fenomeen. Uit hun studie bleek dat het regenproces in de Amazone gevaar loopt. En daarmee het klimaat in de wereld. Tropische wolkensystemen zijn de belangrijkste transporteurs in de kringloop van atmosferische energie en vocht rond de aarde.
Het wolkenverhaal is één voorbeeld van het belang van de Amazone. Er zijn er meer. ‘Amazone onder vuur’ gaat in op de stand van zaken in de Amazone met betrekking tot water, lucht, bos, biodiversiteit, economische ontwikkeling en verstedelijking en de gevolgen van veranderingen daar voor de rest van de wereld… en jouw kopje koffie.
Naast wetenschappers komen ook Amazonebewoners aan het woord. Het is hun land, reageren zij op de bemoeienis van buitenstaanders met hun leefgebied. Als de wereld iets wil met de Amazone, zal er naar hen geluisterd moeten worden, naar de inheemse volken en al die miljoenen anderen die wonen en werken in de steden en langs de rivieren. Zoals Danilo Degra, zoöloog en leider van de rockband Projeto Bioart. Danilo: “Zouden Europeanen het waarderen als Brazilianen hen kwamen vertellen hoe de economische crisis op te lossen? Als mensen hier komen, dan is het handig als ze zich verdiepen in onze werkelijkheid, onze cultuur. Als je hier alleen maar komt om foto’s van onze inheemse bevolking te maken, een cover voor een tijdschrift of krant, zonder dat het iets oplevert voor ons land, dan ben je niet welkom. De Amazone heeft geen behoefte aan status maar aan betrokken mensen.”
Een populaire slogan die vaak wordt gebruikt, luidt: “Orgulho de ser Amazonense”, “Trots om een bewoner van Amazônia te zijn”.
C. Cornell Evers – april
“We hebben hier drie Amazonerivieren”, zegt de man, een politicus, met wie ik koffie drink op het pleintje bij Café do Pina in het centrum van Manaus: “een boven de grond, een onder de grond en een in de lucht.” Van de eerste, de machtige Amazonerivier zelf, heeft iedereen wel eens gehoord. Dan is er een tweede waterstroom, Hamza genaamd, die vierduizend meter onder de grond evenwijdig aan de Amazone loopt en volgens onderzoek ongeveer even lang is. Boven in de atmosfeer ten slotte transporteren ‘vliegende rivieren’ waterdamp ‘uitgezweet’ door de bomen in het regenwoud van het Amazonegebied naar het midden en het zuidoosten van Brazilië en het noorden van Argentinië.
Klimaatcontrolecentrum van een vreemde, woeste planeet

Midden jaren negentig verruilde ik mijn redactiestoel bij het muziekblad OOR voor een hangmat in de Braziliaanse Amazone. Ik overleefde agressieve bijen, dronken inheemsen, het anti-malaria middel Lariam en de rivier zelf. Ik leerde de Amerikaanse (ex-Associated Press) fotograaf John Sevigny kennen, een bevlogen Latijns-Amerika nomade met een camera. Sevigny bracht mij in contact met Justin Sullivan van de Britse band New Model Army en werelden raakten elkaar.
Ik keek naar de film Between Dog And Wolf – The New Model Army Story van regisseur Matt Reid en zag het verhaal van een generatie die in Bradford, Engeland opgroeide en met muziek, kunst en poëzie ageerde tegen de sociale ongelijkheid tijdens het Reagan-Thatcher tijdperk van de jaren tachtig en het ‘kapitalisme van de verlangensstructuur’, een van de grootste aandrijvers van klimaatveranderingen.
Between Dog And Wolf – The New Model Army Story is een film over de mensen in en rondom een band, hun vrienden, hun vele loyale fans. Er waren successen, natuurlijk, anders hou je een verhaal geen vijfendertig jaar vol, maar ook tegenslagen. Drummer Rob Heaton overleed in 2004 aan alvleesklierkanker, in 2010 was er de plotselinge dood van manager Tommy Tee en op kerstavond 2011 vernietigde een brand de New Model Army studio in Bradford, het archief en alle apparatuur. In 2013 herrees de band als een feniks uit de as van het verleden met het baanbrekende album Between Dog And Wolf. Een jaar later volgde Between Wine And Blood.
“De natuur van de planeet is gewelddadig; ze vermoorden elkaar, ze gaan dood”
“I live on an angry planet”, zingt Justin Sullivan op Between Wine And Blood. De video toont een mitraillerend bombardement van horror en geweld, van oorlogen, van slachthuizen, van natuurrampen, de vernietiging van mens, dier en natuur. Het bloed spat bijna letterlijk van het scherm. En dan is er op het eind, glimlachend in stille meditatie, Shiva, de Hindoestaanse god van vernietiging en schepping. God van een altijddurende cyclische beweging.
I live on an angry planet, amidst the crowds and the endless noise
In the debris of the broken families and the cracks in the grand designs
And all the angry gods are back, gathering strength as the continents collide
(Angry Planet, New Model Army 2014)
“Een deprimerende song”, reageerde Justin Sullivan toen ik hem bij gelegenheid naar Angry Planet vroeg. “Steeds deprimerender eigenlijk. Wij probeerden de menselijke soort, de beschaving, die steeds bozer, veeleisender en ontevredener met zichzelf wordt, te koppelen aan de natuur, de planeet. De natuur van de planeet is gewelddadig, in zekere zin. Ze vermoorden elkaar, ze gaan dood. Het een vervangt het ander. Alle leven is beperkt, gaat in cirkels. In onze maatschappij krijgt ieder van ons, wijzelf, onze geliefden, te maken met die onvermijdelijk gewelddadige cirkel van het leven.”
They say that we’re all kings and queens in the new world except for those who aren’t
They say we can follow our dreams to the very top of the tree except for those who can’t
They say that the meek shall inherit the earth except that they shan’t
(Angry Planet, New Model Army 2014)
One Strange Rock
Eind maart 2018 startte het televisiekanaal van National Geographic de documentairereeks One Strange Rock. De serie, gepresenteerd door de Amerikaanse acteur Will Smith, vertelt in tien afleveringen met indrukwekkende visuele verhaaltechnieken het verhaal van het ontstaan van onze planeet. De makers doen dat met hulp van de enige mensen die de 'rock' enige tijd hebben verlaten: astronauten. One Strange Rock gaat over een vreemde planeet, een fragiele planeet ook, die desondanks tot leven is gekomen... en overleeft.
Naast vreemd is One Strange Rock ook een Angry Planet, woest en meedogenloos. Meer dan vijf miljard soorten die ooit op aarde hebben geleefd, zijn uitgestorven. Dat is 99 procent. Van al die soorten is nog maar 1 procent over voor ons om te observeren en van te leren. Laten we de natuur zijn gang gaan? Of helpen we het verdere uitsterven versnellen? Een ding is zeker: “We live on an angry planet.”
“Dromen worden vermoord, de toekomst gaat in vlammen op”
In de eerste aflevering van de National Geographic documentairereeks One Strange Rock komt meteen al de Amazone als belangrijk klimaatcontrolecentrum van de wereld aan bod. We zien het ontstaan van ‘vliegende rivieren’ boven het woud, belangrijk voor de regenval, daar en elders. De mythe van de ‘long van de aarde’ wordt ontzenuwd – het verhaal van de oorsprong van onze zuurstof zit net iets anders in elkaar, maar is daarom niet minder fascinerend.
Echter, de Amazone, dat belangrijke klimaatcontrolecentrum, ligt onder vuur en daarmee de planeet en misschien zelfs ons voortbestaan. In grote delen van het Amazonegebied dreigt vernietiging van bestaande levenssystemen. Tropisch regenwoud wordt gekapt en gaat in vlammen op. Kleine boeren worden bedreigd en van hun land verdreven. Inheemse volken worden vergiftigd en vermoord. Door grootgrondbezitters. Door mijnbouwbedrijven. Door grondzwendelaars. Door de landbouwindustrie. En, niet op de laatste plaats, door de politiek. Kan de afbraak nog worden gestopt? En wat zijn de gevolgen van vernietiging van de Amazone, voor de bevolking, en voor het klimaat, daar en hier? Het zijn belangrijke vragen.
Lees verder: Verandering regenproces Amazone bedreigt klimaat
AMAZONE ONDER VUUR
Met hun broeikasgassen beïnvloeden de groeiende steden in het Amazonegebied de vorming van regenwolken boven het regenwoud. En daarmee het klimaat in de hele wereld. Door klimaatverandering zullen wij in Nederland vaker te maken krijgen met meer neerslag- en droogteperiodes. Dat is de verwachting van veel wetenschappers. Wolken uit de tropen spelen daarbij een belangrijke rol. Als de omstandigheden in tropische gebieden veranderen, dan heeft dat invloed op het weer daar en elders. En dat lijkt nu te gebeuren. Het Amazonegebied, waar zich 30 procent van alle tropische regenwouden bevindt, is daarbij cruciaal. Ontbossing, de verbranding van biomassa en de economische ontwikkeling maken dat de samenstelling van de atmosfeer in hoog tempo verandert. Delen van de Amazone zouden al dicht bij zogenaamde kantelpunten (tipping points) zijn, waarbij een relatief kleine verandering voor een relatief groot en onomkeerbaar gevolg zorgt en het klimaat in een andere evenwichtssituatie terechtkomt. Het weer in de Amazone kan snel omslaan. Ik bevond mij ooit in een klein bootje op een meer in Peru, net over de grens met Brazilië en Colombia. Samen met een gids zocht ik naar een groot soort kaaiman die daar zou leven en die ik wilde fotograferen. Het was een heldere avond. Er was geen wolk te zien. Tot een kwartier later. We waren midden op het water. Plotseling werd het donker. Een klap. Bliksem schoot door de lucht. Voor we konden reageren, sloeg de regen keihard neer. Zo dicht was de muur van water dat ik mijn gids, die vlak voor mij zat, nauwelijks nog kon zien. Ook de lichtbundel van mijn Maglite lantaren verdronk in de watermassa. “De staat van de atmosfeer kan in Amazonia inderdaad in vijftien minuten veranderen”, bevestigt Bruno Takeshi Tanaka Portela. Het is juni 2014. Tanaka Portela is meteoroloog en heeft een master in klimaat en milieu. Hij werkt voor INPA, het Nationale Instituut voor Amazone Onderzoek in Manaus, hoofdstad van de Braziliaanse deelstaat Amazonas. Tanaka Portela is projectleider van GOAmazon, een wetenschappelijk onderzoek naar de invloed van verstedelijking in tropische gebieden op lokale ecosystemen en het mondiale klimaat. We rijden in zijn auto naar Manacapuru, een stadje zestig kilometer westwaarts aan de Solimõesrivier (zoals de Amazone van de grens met Peru tot aan Manaus heet), waar een van de meteorologische locaties van het project is. GOAmazon staat voor Green Ocean Amazon. Deze naam refereert aan de eigenschappen van wolken boven het Amazonewoud en die van wolken boven de oceanen. Die lijken op elkaar. Door de aanwezigheid in de lucht van een grote hoeveelheid vocht en een lage concentratie van zwevende deeltjes worden de waterdruppels die door condensatie op die deeltjes ontstaan snel groter. Ze krijgen in hoog tempo voldoende massa om omlaag te vallen. Daardoor kan het van het ene op het andere moment gaan plenzen. Deze kenmerken werden in 2004 voor het eerst beschreven in het tijdschrift Science. De schrijvers waren tussen 1995 en 2005 betrokken bij het ‘Large-Scale Biosphere-Atmosphere Experiment’ in Amazônia, een internationaal onderzoek naar de chemie van de atmosfeer boven het Amazonewoud. Deze ontdekking maakte dat het gebied de bijnaam ‘Groene Oceaan’ kreeg. Uit dezelfde studie bleek dat het regenproces in het Amazonegebied verandert. Door de toenemende vervuiling, als gevolg van verstedelijking en de verbranding van biomassa, neemt de hoeveelheid fijnstof in de atmosfeer toe. Er zijn dus steeds meer condensatiekernen – stofdeeltjes waar water op condenseert – wat leidt tot kleinere druppels. En dat vertraagt de vorming van regen. “Dit kan neerslagpatronen wezenlijk veranderen en in grote gebieden het evenwicht in het watersysteem aantasten”, stelde Paulo Artaxo van de Universiteit van São Paulo en co-auteur van het artikel in Science. Om de invloed te onderzoeken die verstedelijking in tropische gebieden op lokale ecosystemen en het mondiale klimaat heeft, werd GOAmazon opgezet, een internationaal samenwerkingsverband van INPA met onder andere het Amerikaanse ministerie van Energie en het Duitse Max Planck Instituut voor Chemie. Hoogleraar Scott Martin van de Harvard-universiteit was samen met Paulo Artaxo initiatiefnemer van GOAmazon. Hij omschreef het project bij de lancering begin 2014 aldus: “Het gebruik van natuurlijke hulpbronnen is de laatste decennia enorm toegenomen. Met dit experiment proberen we de volgende vragen te beantwoorden: hoever kunnen we nog doorgaan met vervuilen, ontbossen en het klimaat veranderen, en hoelang zal de aarde dit nog uithouden?” Het GOAmazon onderzoekscentrum bij Manacapuru ligt niet in het regenwoud zelf, maar is gebouwd op het terrein van een lokale boerderij, Fazenda Exata. Naast vier radarsystemen staan er vijftien laboratoriumcontainers. Elf daarvan horen tot de Atmospheric Radiaton Measurement-faciliteit (ARM). Dit is een mobiele set met apparatuur voor het meten van zonnestraling, atmosferische eigenschappen en stromingen, en het ontstaan en de vorming van wolken. Hij meet ook meteorologische variabelen als temperatuur, windsnelheid en windrichting. ARM werd op deze plek geïnstalleerd omdat hier bijna zes maanden per jaar verontreinigde lucht uit Manaus arriveert, meegevoerd door de wind. Omdat de lucht de rest van de tijd schoon is, biedt dat prima vergelijkingsmateriaal. Tijdens de reis van de rookpluim met schadelijke stoffen van Manaus naar Manacapuru reageren de deeltjes met atmosferische gassen en veranderen ze. Op Fazenda Exata worden de resultaten van deze transformatie bestudeerd, en het effect dat ze hebben op de wolken en het lokale klimaat. Daarna volgt een vergelijking met metingen op onderzoekslocaties die directer zijn blootgesteld aan de vervuiling, zoals INPA’s eigen Bosque da Ciência (Wetenschapsbos) in Manaus. En dan is er het natuurreservaat Uatumã, honderdvijftig kilometer ten noordoosten van Manaus. Op deze laatste locatie staat ATTO (Amazonian Tall Tower Observatory), een 325 meter hoge stalen toren – hoger dan de Eiffeltoren – die als een naald vanuit het woud in de lucht priemt. Ook worden er twee onderzoeksvliegtuigen gebruikt en worden er elke dag twee weerballonnen opgelaten; een ’s middags en een ’s nachts. Ze zijn een meter in doorsnee en hebben een enorme opwaartse kracht, zo blijkt bij de lancering: eenmaal los schiet de ballon als een speer omhoog de wolken in. “Er is bij wetenschappers veel belangstelling”, zegt Tanaka Portela. “We onderzoeken nu hoe de uitstoot van schadelijke Lees verder >>
De ontbossing van het regenwoud in Amazônia is de laatste drie jaar toegenomen. Om dit te stoppen is druk nodig, ook vanuit andere landen, zeggen Braziliaanse wetenschappers. De Braziliaanse meteoroloog Bruno Takeshi Tanaka noemde in 2014 GOAmazon “slechts het begin”. “Om te doorgronden hoe dingen in het Amazonegebied écht werken, moeten er meer aspecten worden bestudeerd”, betoogde hij, “niet alleen de bossen, de bladeren en de bodem, maar alle ecosystemen, alle interacties, de hele kringloop van atmosfeer, biosfeer en hydrosfeer.” Begin 2017 ben ik terug in Brazilië. Op mijn lijstje van te spreken wetenschappers staan onder meer de Braziliaan Niro Higuchi en diens Amerikaanse collega Philip Fearnside. Beiden maakten deel uit van het ‘Intergovernmental Panel on Climate Change’ van de Verenigde Naties dat in 2007, samen met de Amerikaanse ex-vice-president Al Gore, de Nobelprijs voor de Vrede kreeg. De eerste met wie ik echter contact opneem, is Paulo Artaxo, hoogleraar atmosferische fysica van de Universiteit van São Paulo en een van de initiatiefnemers van het eerder genoemde GOAmazon project. Ik wil van hem weten wat het onderzoek uiteindelijk heeft opgeleverd. En hoe het zit met het mogelijke kantelen van de Amazone. Als ik hem spreek, bevindt Paulo Artaxo zich middenin het proces van de finale besprekingen met de internationale partners van GOAmazon. Hij is enthousiast. Het project is “extreem succesvol” gebleken, zegt hij: “Er is een enorme hoeveelheid nieuwe informatie verzameld op terreinen als de koolstofkringloop, aërosolen* en wolken, ozon en fotosynthese; verder diverse aspecten die nooit eerder zijn onderzocht, zoals de wisselwerking tussen stedelijke luchtvervuiling – in dit geval Manaus – en het functioneren van natuurlijke ecosystemen.” Dat laatste levert ook belangrijke nieuwe kennis op, aldus Artaxo. De vraag is nu: Wat gaat er met die nieuwe kennis gebeuren? Dat hangt er dus vanaf. Paulo Artaxo: “Er zijn wetenschappelijke aspecten die relevant zijn voor beleidsmakers en politici, en andere wetenschappelijke resultaten waarmee bestaande klimaatmodellen kunnen worden verbeterd.” Neerslag Een van de onderzoeken van GOAmazon ging over de ozonconcentratie in de regio. Er werden erg hoge concentraties gemeten van meer dan veertig deeltjes per miljard, honderd kilometer van Manaus. “Het is een concentratie die kenmerkend is voor stedelijk vervuilde regio’s en die in grote mate de fotosynthese in het woud beïnvloedt”, legt Paulo Artaxo uit. “Ozon vermindert de koolstofopname van de vegetatie. De stedelijke vervuiling van Manaus vermindert dus de mogelijkheid om de concentratie CO2 in de atmosfeer door absorptie in de biomassa van het woud te verminderen. Dit heeft grote gevolgen voor de koolstofkringloop. Als de ozonconcentratie in de toekomst hoger wordt, zoals voorspeld in klimaatmodellen, kan het woud minder koolstof opslaan.” Een ander punt is het effect van vervuiling op de neerslag, zo belangrijk voor het voortbestaan van het Amazonewoud. De onderzoekers namen op de route van de rookpluim uit Manaus afwijkingen in het proces van wolkenvorming waar. Door de vervuiling, als gevolg van verstedelijking en de verbranding van biomassa, neemt de hoeveelheid fijnstof in de atmosfeer toe en zijn er steeds meer condensatiekernen – stofdeeltjes waar water op condenseert. Dit leidt tot kleinere druppels en vertraagt aldus de vorming van regen. Daardoor zal er in het gebied minder regen vallen en zullen neerslagpatronen veranderen. Dat heeft invloed op de biodiversiteit van het woud en op de productiviteit van planten, de groei van sojabonen, weidegronden enzovoort. “Als gevolg van stedelijke vervuiling zal de levensvatbaarheid van het woud afnemen en zullen gebieden minder landbouwproducten opleveren” Hoewel de naam anders doet vermoeden, zijn de resultaten van het GOAmazon onderzoek van toepassing op alle gebieden in de wereld met tropisch woud. Paulo Artaxo noemt Zuidoost-Azië en de dichtbevolkte, stedelijke gebieden in Afrika. Als gevolg van stedelijke vervuiling zal ook daar de levensvatbaarheid van het woud afnemen en zullen die gebieden minder landbouwproducten opleveren. De bevindingen van GOAmazon vragen om maatregelen. Maar dat is niet aan wetenschappers, beaamt Paulo Artaxo: “Dit is in het bijzonder belangrijk in Amazônia, waar de laatste drie jaar de ontbossingscijfers met 30 procent zijn toegenomen. Brazilië heeft een erg succesvolle geschiedenis op het gebied van verminderen van ontbossing in de jaren 1995 tot 2005. De ontbossing ging toen van 27.000 vierkante kilometer terug naar 5.000 vierkante kilometer. De laatste drie tot vier jaar zijn deze cijfers echter weer toegenomen, tot 8.000 vierkante kilometer.” Internationale druk Paulo Artaxo wijt de toename van de ontbossing aan “het onvermogen van de Braziliaanse overheid om een politiek te bedrijven die de Amazone beschermt”. Artaxo: “Het Braziliaanse congres wordt gedomineerd door mensen uit de landbouwindustrie. Zij draaien verschillende wetten terug die eerder zijn ingesteld om de ontbossing in de Amazone tegen te gaan. Wat er nu gebeurt moet een waarschuwing zijn voor internationale gemeenschappen dat Brazilië weliswaar de ontbossing tot nul kán verminderen, maar dat er echt internationale druk nodig is om dat ook te bewerkstelligen. Het Braziliaanse congres, gedomineerd door conservatief rechts, neigt er namelijk meer dan voorheen naar om ontbossing te steunen in plaats van te verminderen.” Je vraagt echt om druk, inmenging vanuit andere landen? “Jazeker. Internationale druk is op dit onderwerp erg belangrijk. Brazilië wil zijn afspraken met betrekking tot het Akkoord van Parijs nakomen. Het huidige probleem is echter dat we de verkeerde kant uitgaan en de ontbossing toeneemt, terwijl we hebben afgesproken om de ontbossing te verminderen en tegen het jaar 2030 tot nul terug te brengen. Er moet vanuit de internationale wereld aan de Braziliaanse overheid worden gevraagd om politieke besluitvorming die daadwerkelijk is gericht op het tegengaan van ontbossing.” Er wordt gezegd dat delen van de Amazone dichtbij een kantelpunt zijn. “Het tot nu toe ontboste gebied beslaat 18 tot 19 procent van het oorspronkelijke woud. In beginsel kunnen we naar dit getal op twee manieren kijken: 20 procent is ontbost, maar 80 procent is volledig intact zoals het vijfhonderd jaar geleden was, toen Brazilië werd ‘ontdekt’. In beginsel is deze 80 procent van groot belang, voor Brazilië en om te helpen in de strijd tegen klimaatverandering. Om de huidige situatie te behouden, is het absoluut van het grootste belang om een nieuwe Lees verder >>
Mijn appartement in Manaus is in een oud gebouw in het centrum van de stad. Het kijkt uit op Avenida Getúlio Vargas, de belangrijkste verbindingsweg van het centrum met de rest van de stad. Op weekdagen (zondags is het hier uitgestorven) raast het verkeer bumper aan bumper voorbij. Of staat er stil. Het is een riool van uitlaatgassen. Meer dan twee miljoen mensen wonen er in Manaus en er rijden zo’n 800.000 auto’s en motoren. Verkeersinfarcten zijn er dagelijkse werkelijkheid. Manauaras (inwoners Manaus) voelen zich relatief vaak ‘grieperig’. De luchtkwaliteit speelt daarbij een rol, maar ook de temperatuurstijging in de stad, waar weinig (schoon) open water is en er meer bomen worden gekapt dan aangeplant. En er is de rook van de omringende (bos)branden die in het droge seizoen de stad letterlijk kan verstikken. Manaus kreeg als hoofdstad van de Braziliaanse deelstaat Amazonas in 1967 tijdens de dictatuur de status van vrijhandelszone. Daardoor ontstond er een gunstig klimaat voor investeerders. Philips, Sony, Nokia, Siemens en andere hebben er fabrieken. Manaus is een van de rijkste steden van Brazilië. En een van de snelst groeiende. In 2013 was ik veldproducer voor de aflevering over Amazonas van het IKON TV-programma ‘Paul Rosenmöller en de strijd van Latijns-Amerika’. De openingsbeelden van de documentaire tonen het chaotische havengebied van Manaus, de poort naar de stad. Het is de plek in Manaus waar ik altijd als eerste naar toe ga. Ik ken er de mensen en zij kennen mij. Het is ‘minha terra’, mijn grond. Hoewel luisterend naar de naam ‘Manaus Moderna’, is het een zwaar verwaarloosd gebied, waar politici zich buiten verkiezingstijd zelden laten zien. De buurt geldt als “gevaarlijk”. Toch is mij daar nooit iets overkomen en heb ik er veel amigos: sjouwers, bootmensen en vishandelaren, daklozen, paradijsvogels en alcoholverslaafden, dieven en ja, ook wel een enkele moordenaar. Twintig jaar kom ik inmiddels in ‘Manaus Moderna’. Twintig jaar leg ik er het leven en werken vast met mijn camera, en zag ik geen enkele verbetering in de omstandigheden van bestaan. In die twintig jaar is het er eerder slechter dan beter geworden. “Manaus abandonada”, “Verlaten Manaus”, staat er op een muur. Het toont aan dat mensen zich hier in de steek gelaten voelen. ‘Manaus Moderna’, maar niet ‘Manaus Moderna’ alleen, laat het onvermogen van de stad zien om de snelle groei naar ‘megacity in het tropisch regenwoud’ echt bij te benen. De stad breidde zich tot voor enkele jaren vooral noordwaarts uit, maar sinds een kilometerslange brug de oevers van de Negro-rivier met elkaar verbindt, worden ook aan de westkant van de rivier de contouren van een Groot-Manaus zichtbaar. Ontbossing en verstedelijking dreigen en daarmee de uitstoot van verontreinigde stoffen. Dit kan ingrijpende gevolgen hebben, voor lokale ecosystemen én voor de temperatuur- en klimaatontwikkeling in de wereld. Zo blijkt uit recente onderzoeken van het nationale onderzoeksinstituut INPA in Manaus in samenwerking met het Amerikaanse ministerie van Energie en het Duitse Max Planck Instituut voor Chemie. De prijs van Amazonehout Ik sprak de Braziliaanse bos- en klimaatwetenschapper Niro Higuchi al eens voor een artikel over duurzaam bosbeheer in de Amazone. Zijn opmerkingen over de volgens hem grootschalige, illegale boskap en de fraudegevoeligheid van het certificeringssysteem van hout vielen niet bij iedereen in goede aarde. Sommige mensen in de houtindustrie, vooral ook in Nederland, zagen zijn opmerkingen liever niet gepubliceerd. Waarover ging het? “Met herbeplanting van bossen verander je alles wat er was” Dr. Niro Higuchi doet bij INPA onderzoek naar de mogelijkheden van bosmanagement. “Meer dan 90 procent van alle houtkap in het Amazonegebied is illegaal”, zei hij in 2012, toen ik hem voor het eerst ontmoette. Higuchi: “De officiële statistieken zeggen dat minder dan 10 procent volgens de regels wordt gekapt, maar volgens mijn eigen onderzoek is het in werkelijkheid nog geen 5 procent. Het woud verdwijnt. Willen we dat doorbreken, dan moeten we doorgaan met duurzaam management. Dat wil zeggen: terug investeren in het woud om het voor altijd reproductief te maken.” Voor de duidelijkheid, Niro Higuchi heeft het over beheer van de primaire of oerbossen van de Amazone, niet over herbebossing van eerder ontboste gebieden. Higuchi: “Herbebossing is in beginsel hetzelfde als agricultuur. Het is bosbouw. Net zoals bij elke andere plantage moet je de grond goed klaarmaken alvorens te planten. Je moet monitoren, oogsten en weer planten. Herbeplanting in bosgebieden wordt vooral gebruikt voor de productie van vezels, bestemd voor papier en pulp. Ik werk niet met herbeplanting. Met herbeplanting verander je alles wat er was.” Duurzaam bosbeheer. Wat verstaan we daaronder? Niro Higuchi legde uit: “Er worden uit een bepaald gebied voor commercieel gebruik een of meerdere bomen gehaald. Vervolgens blijft dat gebied dertig tot vijfenderig jaar onaangeroerd, voor er weer geoogst kan worden. Als dat goed wordt georganiseerd, ontstaat er een voorraad die nooit uitgeput raakt. Het probleem is dat veel mensen geen vijfendertig jaar willen wachten. Men vindt het te duur. Dus kiest men voor de goedkope manier. Mensen denken dat het Amazonewoud nooit uitgeput zal raken. Dat het oneindig is. Dat het zich maar blijft vermenigvuldigen. Dat is het punt.” Aan duurzaam bosbeheer hangt dus een prijskaartje. En als iets geld kost, laten de politiek en de consument het vaak afweten. Higuchi: “Deze operatie kost veel aan investeringen. Er komt meer bij kijken dan een kettingzaag en een bulldozer. Gebieden liggen afgelegen. Er zijn transportkosten. Er is uitrusting nodig, materieel en goed opgeleid personeel. Daar komt bij dat de prijs die nu voor het ruwe materiaal wordt betaald, erg laag is. Er is een groot verschil tussen de echte prijs en de prijs die de markt hanteert. Dat laatste is het grootste probleem. Pas als er een eerlijke prijs wordt betaald, kunnen we op grote schaal duurzaam bosmanagement introduceren en daarmee de toekomst van het Amazonewoud garanderen.” “Ik ben geen voorstander van certificering: te gevoelig voor fraude” Niro Higuchi ziet in de handel in CO2-rechten mogelijkheden om tot een eerlijkere prijs voor hout uit duurzaam beheerde bossen te komen. Higuchi: “Misschien dat als we de Lees verder >>
Ik ontmoette de Amerikaanse professor Philip Fearnside al eerder. Dat was in 2013. Ik was veldproducer voor de aflevering over Manaus van het IKON TV-programma ‘Paul Rosenmöller en de strijd van Latijns-Amerika’. Philip Fearnside, onderzoeker bij INPA, is een van de meest gepubliceerde wetenschappers over duurzame ontwikkeling én een van de belangrijkste experts in de wereld op het gebied van klimaatverandering. Hij stond onderaan de brug, op de westoever van de Negrorivier, toen hij in maart 2013 voor de IKON-camera zijn verhaal deed. Terwijl hij de vragen van Paul Rosenmöller beantwoordde, begon het te regenen. De wetenschapper ging echter onverstoorbaar door met zijn betoog over de onderwerpen die hem ter harte gaan, ontbossing, klimaatverandering, de impact van waterkrachtdammen, terwijl het water uit zijn enorme snor – zijn ‘beeldmerk’ – droop en hij steeds natter werd. Ik vond de klimaatprofessor ‘cool’ zoals hij daar stond en zich niet van zijn stuk liet brengen. Helaas hebben de opnamen nooit de Nederlandse televisie gehaald; en gelukkig vraagt hij er niet naar als ik hem weer ontmoet. Professor ‘cool’ Philip Martin Fearnside, zoals hij voluit heet, werd geboren in Berkeley in Californië. Op 11-jarige leeftijd verhuisde hij met zijn familie naar Massachusetts. Daar viel hij voor de natuur. Sindsdien loopt hij als ‘duider’ van de gevaren voor ecosystemen altijd ver voor de troepen uit. Zo sprak hij al in 1968 – Fearnside was 21 en ranger in Glacier National Park in Montana – over de mogelijke opwarming van de aarde door de toename in de atmosfeer van CO2. In zijn werk legt Philip Fearnside grote interesse aan de dag voor de menselijke ‘draagkracht’ in relatie tot de omgeving, het milieu. De term ‘draagkracht’ verwijst hier naar de aantallen waarmee een bevolking kan toenemen voordat de, in beginsel altijd durende, wederzijdse ondersteuning uit balans raakt en het systeem in elkaar klapt. En dan zijn er de dammen. ‘Dam the Rivers, Damn the People. Development and Resistence in Amazonian Brazil’ was de titel van het boek waarmee de schrijfster Barbara J. Cummings in 1990 aandacht vroeg voor de bouw van enorme waterkrachtcentrales in het Amazonegebied en de daaruit voortvloeiende vernietiging van mens en natuur. ‘Dam the Rivers, Damn the People’ gaat over twee van de meest getroffen gebieden, de rivier Xingu in de deelstaat Pará en Balbina in de deelstaat Amazonas. Beide spelen ook een rol in de wetenschappelijke loopbaan van Philip Fearnside. Hij wist al in 1975 – en was daarmee naar eigen zeggen de eerste – van de plannen voor de Belo Monte Dam in de benedenloop van de Xingu, een zijrivier van de Amazone, vertelde hij in februari 2016 in een interview met Sarah Bardeen van International Rivers: “Ik had een kaart die liet zien welk gebied onder water moest worden gezet… Maar het was tijdens de dictatuur, dus niemand kon iets zeggen of doen.” Fearnside liet het onderwerp noodgedwongen rusten, tot tien jaar later bij de bouw van de Balbina Dam, niet ver van zijn woonplaats Manaus. De Balbina Dam werd tussen 1985 en 1989 gebouwd en zette bijna 3.000 vierkante kilometer bos onder water. Miljoenen bomen verdronken en werden, rottend in het water, een bron van broeikasgassen, van CO2 en methaan. Het project veroorzaakte een immense, bewust georganiseerde ecologische ramp en beroofde op grote schaal inheemse volken, met name Waimiri-Atroari, van hun land. De dictatuur was voorbij en Philip Fearnside zweeg niet langer. Hij besloot tot een groot onderzoek naar de gevolgen van dit enorm dure en controversiële project. Zijn eerste publicatie over de uitstoot van broeikasgassen door de bouw van waterkrachtcentrales verscheen in 1995. Fearnside toonde hierin aan dat de emissies door de Balbina Dam hoger waren dan die van een elektriciteitscentrale die draait op fossiele brandstoffen. De waterkrachtindustrie was, zacht uitgedrukt, niet blij met het rapport. Er volgden in de loop der jaren vele pogingen, ook vanuit de Braziliaanse overheid, om het werk van Fearnside te dwarsbomen. Het mocht niet baten. De wetenschapper ging door en werd voor zijn werk regelmatig onderscheiden. Kantelpunt Ik loop een van de rommelige, vaak wat donkere, werkruimten binnen waar veel onderzoekers bij INPA hun werk doen. Het aureool van glamour wat om de Nederlandse televisiebioloog Freek Vonk hangt is hier totaal afwezig. Wetenschap bij INPA, in het midden van het Amazoneregenwoud, is gewoon hard werken; vaak gefrustreerd door een slecht werkend internet of uitvallende elektriciteit. Dat geldt ook voor Philip Fearnside. Niet dat het hem iets uitmaakt. IJdelheid is hem vreemd. En aan plichtplegingen doet hij niet. We hebben elkaar eerder ontmoet. Hoe kun je een complex iets als het Amazone ecosysteem aan een groot publiek uitleggen? Mensen vragen mij: Waarom de Amazone? Alle aandacht gaat momenteel uit naar de Noordpool. Fearnside: “De Noordpool is ook belangrijk. En de Amazone is belangrijk. Laten we beginnen met het klimaat. De aarde warmt op en dat hangt samen met de uitstoot van broeikasgassen. Het Amazonegebied bevat veel koolstof, in de bomen in het woud en ook in de grond. Wanneer die wordt uitgestoten in de atmosfeer levert dat een grote bijdrage aan de opwarming van de aarde. Dat kan gebeuren door het bewust kappen van bomen, door ontbossing, maar ook doordat het woud sterft door bosbranden, droogtes enzovoort. De koolstof in de grond komt vrij als het woud wordt neergehaald voor veeteelt. Het woud biedt echter ook de mogelijkheid, door de koolstof niet uit te stoten, om de opwarming van de aarde te controleren. Het is niet genoeg om het probleem helemaal op te lossen, maar wel een belangrijk deel. En dan zijn er die andere invloeden. Zoals regenval. Het Amazonewoud is enorm belangrijk voor de kringloop van water. Het transport van water en het uiteindelijke regenen zijn heel belangrijk voor de rest van Brazilië, inclusief São Paulo en buurlanden als Argentinië en Paraguay. Dát heeft dan wel geen invloed op het weer in Nederland, tenminste niet erg veel, maar de wereldwijde opwarming heeft dat wel; die is van invloed op heel de wereld.” Oké, dat is duidelijk. “De opwarming van de aarde door Lees verder >>
Nieuws over de Amazone speelt meestal in en tussen de bomen van het tropisch regenwoud. Maar in het klimaatcontrolecentrum is de bodem minstens zo belangrijk. Daar, onder de grond, zit bijvoorbeeld meer koolstof dan in de bomen zelf. Willen we weten hoe dingen in het Amazonegebied écht werken, zullen we ondergronds moeten en wroeten tussen schimmels en reuzenwormen. Going underground Een paar dagen na mijn gesprek met Philip Fearnside ben ik weer bij INPA, dezelfde gang, een paar deuren verderop. De ontvangst is hartelijk … en Hollands: “Bakje koffie?” De Nederlandse onderzoeker Karst Schaap is afkomstig van de Universiteit van Wageningen. Hij doet zijn Phd bodemonderzoek bij INPA in Manaus. Hij bestudeert er de beschikbaarheid van fosfor in het gebied en de biogeochemische factoren die daar invloed op hebben. Ofwel: Hoe kunnen planten en organismen in de fosfor-arme bodem van de Amazone de beschikbaarheid van fosfor veranderen? De titel van zijn onderzoeksvoorstel was: ‘Soil phosphorus availability and its biogeochemical controls in Central Amazônia.’ “Maar”, zegt hij, “die zal tegen de tijd dat de uiteindelijke dissertatie er is, over een dikke twee jaar of zo, vast nog veranderen.” Onderzoek doen in de Amazone. Een droom die uitkwam? Karst Schaap: “Ik ben hier gekomen omdat mijn begeleider uit Wageningen, Marcel Hoosbeek, hier was voor een van de eerste vergaderingen van het AmazonFACE programma. Ik was mijn master aan het afronden en hij vroeg mij of ik zin had mijn Phd in de Amazone te doen. De bodemprofessor hier is Carlos Alberto (Beto) Quesada. Door die samenwerking ben ik in staat in Manaus mijn onderzoek te doen.” En dat houdt in … “Ik ben vooral bezig met enzymen (eiwitten die als hulpstof chemische en bio-chemische processen versnellen – CCE) in de bodem. De klassieke bodemkunde kijkt vooral naar de nutriënten (voedingstoffen – CCE), naar de biochemie en probeert ook een beetje de kringloop te kwantificeren. Enzymen in de bodem zijn daar een goede maatstaf voor. Het is niet perfect, maar ze zijn een maatstaf om te kijken hoe snel de kringloop in de bodem gaat. Het is de laatste stap in het omzetten van complexe moleculen afkomstig van planten of dieren. Daarbij maken enzymen los in de bodem de grotere moleculen klein, zodat planten en micro-organismen ze kunnen opnemen.” Limitaties Het is duidelijk, onder de grond, daar gebeurt het de komende tijd. “Het is natuurlijk enorm complex, zo’n ecosysteem dat uit verschillende onderdelen bestaat. De bomen zijn wat gemakkelijker te bestuderen. Daar hoef je geen gat voor te graven. En je ziet meteen welke boom je bestudeert. In de bodem heb je altijd de handicap dat je maar moet zien wat er zit. En als je dan een wortel of zo vindt, weet je ook niet direct van welke boomsoort die is. Daar is dan weer verder onderzoek voor nodig. Er is bovengronds tot nu toe meer bestudeerd. Planten krijgen echter koolstof uit de lucht en zo’n beetje alle andere nutriënten uit de grond. Ondergrondse kringlopen worden beïnvloed door nutriënte limitaties en of er meer CO2 in de lucht komt, of de temperatuur omhoog gaat. Dat alles speelt zich grotendeels ondergronds af. Dus hoe groot het bovengrondse ecosysteem kan groeien, wordt deels bepaald door wat voor nutriënten er in de bodem zitten. Als je meer inzicht wilt krijgen in die kringlopen en wat nu eigenlijk een ecosysteem limiteert, dan is de bodem een cruciaal onderdeel.” Nutriënte limitaties? In gewone mensentaal … “Veel ecologen en biologen hebben het over de limieten van – met name – nutriënten op een ecosysteem. Dit wil zeggen dat, omdat een nutriënt onvoldoende beschikbaar is, het de groei zou ‘limiteren’ of belemmeren. Hoewel er natuurlijk een schaarste is aan nutriënten in een ecosysteem dat groeit op een relatief arme bodem zoals in de Centrale Amazone, is dit verhaal van limieten misschien wat kort door de bocht. Planten zijn hier geëvolueerd om op de arme bodems te kunnen leven, en doen dat blijkbaar goed – kijk hoe indrukwekkend het bos is! Nu wordt het bos hier gekenmerkt door een hoge diversiteit van planten en andere organismen. Dat zou dus kunnen betekenen dat de ene soort planten anders omgaat met een schaarste aan een bepaald nutriënt dan een andere, en dat het ‘limiet’ dat dit nutriënt voor een ecosysteem zou vormen wat minder algemeen is. Als we het dan hebben over veranderingen die in een bos plaatsvinden – veranderende temperatuur, regenval, meer CO2 – kan het helpen om te weten hoe die schaarste door planten wordt omzeild en wat mogelijke strategieën zijn om schaarste te ondervangen.” AmazonFACE Het is eerder genoemd: het AmazonFACE programma. FACE staat hier voor Free-Air CO2 Enrichment. Karst Schaap legt uit: “In het AmazonFACE programma onderzoeken we het effect dat een verhoogde concentratie van CO2 zou kunnen hebben op het tropische bos. Er wordt CO2 het bos ingebracht om te kijken hoe het daarop reageert. Daar is al veel mee geëxperimenteerd, in kassen bijvoorbeeld. En dan zie je vaak een soort bemestingseffect optreden. Omdat er meer CO2 is, kan een plant harder groeien. Maar in een bos, zeker een bos als het Amazonewoud waar de diversiteit enorm groot is, hebben alle planten natuurlijk verschillende strategieën om met nutriënten om te gaan. De centrale vraag is: gaat dat bos in zijn natuurlijke situatie meer koolstof opnemen, gaat de carbon sink – zoals dat heet – omhoog, omdat er meer CO2 in de lucht zit? En dan praat je vrij snel ook over de wijze waarop de acquisitie van nutriënten gaat. De koolstof kan uit de lucht komen, maar stikstof, fosfor en een heel scala andere nutriënten moet de bodem leveren. En voor het ecosysteem waar wij mee omgaan is dat interessant, zeker als die planten allemaal een eigen manier hebben om met limieten van nutriënten om te gaan. De ene boom kan een andere strategie hebben dan een andere om zoveel mogelijk uit de bodem te krijgen. De een heeft meer wortels laten groeien, een ander zal meer enzymen in de bodem loslaten. Wortels kunnen zich ook Lees verder >>
Hij is al vaker genoemd: ATTO (Amazonian Tall Tower Observatory), een stalen onderzoekstoren van 325 meter, hoger dan de Eiffeltoren, die honderdvijftig kilometer ten noordoosten van Manaus als een naald uit het tropisch regenwoud omhoogsteekt. ATTO is een ‘Atmospheric Laboratory’, opgezet om te begrijpen op welke wijze het Amazonewoud de verandering van het klimaat beïnvloedt en omgekeerd, hoe klimaatverandering de gezondheid van het Amazonewoud aantast. Door de grote hoogte van ATTO kunnen wetenschappers over een dusdanig uitgestrekt gebied metingen in de atmosfeer verrichten, dat zij in staat zijn om met grote precisie te voorspellen wat de invloed van allerlei factoren – inclusief menselijk handelen – op het klimaat zal zijn. In Manaus gaan de data van ATTO naar INPA, in Duitsland worden ze geanalyseerd door het Max Planck Instituut voor Biochemie in Jena en het Max Planck Instituut voor Chemie in Mainz. De coördinator voor ATTO bij het Max Planck Instituut is Prof. Dr. Susan Trumbore. Ik ontmoet haar bij het Instituut voor Biochemie in Jena in de Duitse Vrijstaat Thüringen (Duits: Freistaat Thüringen). De kleine bergstad in het dal van de Saalerivier, een zijrivier van de Elbe, heeft ongeveer 110.000 inwoners, waarvan 25 procent student is. We praten over onze ervaringen in het Amazoneregenwoud, hoe je, als je daar in het bos loopt, soms een boom hoort omvallen of een tak die afbreekt. Susan Trumbore: “Bomen vallen er zo neer. Dat kun je zien op satellietbeelden, de laatste keer dat je keek was alles groen en dan zie je ineens de boomstammen in plaats van de bladeren. Wij denken dat het een belangrijk mechanisme is voor de dynamiek van het woud, de biomassa, het grote koolstof reservoir dat onder onze zorg valt. We hebben het nu over het luisteren naar de bomen en de geluiden die zij voortbrengen. Maar daarnaast is er ook de wind en het geluid dat dáárbij hoort. Wij hebben onderzocht hoeveel wind er nodig is, samen met de neerslag waarmee dit soort gebeurtenissen meestal gepaard gaan, om een boom te beschadigen, doen omwaaien. Een grote storm kondigt zich bijna altijd aan met wind. Als je in het bos bent, voel je de downdrops, ik weet zeker dat je dat ervaren hebt. De wind wordt plotseling frisser, de luchtvochtigheid lager, de lucht koelt af, lichtflitsen boven het bladerdak en je denkt, hé, dat voelt lekker, en vervolgens komt de regen en hoop je dat de bomen niet op je hoofd neervallen.” Professor Susan Trumbore is weliswaar de Duitse coördinator van ATTO, maar was niet vanaf het prille begin bij de toren betrokken. Zij was voorheen twintig jaar werkzaam bij de universiteit van Californië. Zij was daar betrokken bij verschillende grote NASA-programma’s. In haar antwoorden op mijn vragen meandert de professor, enthousiast als de rivieren in het Amazonestroomgebied, van onderwerp naar onderwerp. “Ik nam het hier over van Meinrat Andreae en Jurgen Kesselmeier, die het project zijn begonnen. Voor beiden zat het werk erop en toen hadden ze iemand nodig. Ik werkte wel meestal aan andere dingen. Mijn onderzoeken hebben meer te maken met het woud en de bodem zelf. Maar in het verleden, toen ik een graduate student was in de jaren tachtig en ik voor het eerst naar de Amazone ging, was er een programma genaamd ABLE, Amazon Boundary Layer Experiment, en dat leek in veel opzichten op wat ATTO nu doet. Het was een kleine toren in het Adolfo Ducke Forest Reserve bij Manaus. Dat gebied was eerst heel ver van Manaus. Nu is het door de stad ingesloten. ABLE was het eerste onderzoek naar de uitwisseling van gassen tussen de atmosfeer en het woud. En sommige van de dingen die toen zijn ontdekt, proberen we nog altijd te begrijpen. “Vervolgens komt de regen en hoop je dat de bomen niet op je hoofd neervallen.” Echt uniek aan ATTO is het samenbrengen van al de verschillende aspecten die het Amazonestroomgebied heel erg belangrijk maken voor het globale klimaat, het onderzoek naar broeikasgassen, aërosolen enzovoort. Daar, waar ATTO staat, is de schoonste atmosfeer op de planeet, tenminste boven land. Boven de oceaan is er natuurlijk ook schone lucht. Het is de meest maagdelijke atmosfeer, zoals we denken dat de atmosfeer was voor de industrialisatie. Wij mensen waren er al heel lang. Vuur werd altijd gebruikt als managementmiddel van een marginaal eco-systeem. Er is de Terra Preta die in delen van de Amazone wordt gevonden. Er is heel veel bewijs voor menselijke aanwezigheid in het woud tot ver terug in de tijd. De eerste veranderingen kwamen met de Europeanen in de vijftiende eeuw. Een van mijn interesses richt zich op Braziliaanse paranotenbomen, hun genetica, leeftijd en verspreiding door het Amazonestroomgebied. Omdat sommigen, misschien wel veel, dateren van voor de kolonisatie. Die bomen zijn meer dan vierhonderd jaar oud en lijken door mensen te zijn geplant op plaatsen waar ze normaliter niet voorkomen. Er is de tendens om de Amazone te zien als ongerepte natuur, maar dat is het niet.” Wat is de rol van ATTO in deze? “ATTO is voor mij meer dan een toren. Als het alleen een toren is, dan is het een mislukking. Het moet een onderzoekscentrum zijn. ATTO voorziet in een nuttig focuspunt waarbij je vanuit de atmosfeer kunt afdalen helemaal naar beneden. Naast de remote sensing van satellieten is het nu mogelijk om met een instrument op de toren, zonder invloed van de rest van de atmosfeer, vanaf de grond te bewijzen wat de satellieten zien. Satellieten reflecteren licht en het is aan ons om te zeggen wat het betekent wat we zien. Wat de planten aan het doen zijn, of ze in bloei staan of hun bladeren laten vallen, of de bladeren van kleur veranderen of wegrotten. Er was lange tijd een groot mysterie over het groener worden van bossen, omdat iedereen aannam dat de bomen het meest productief waren in het natte seizoen en het minste in het droge seizoen. Dat is waaraan je denkt vanuit een vertekend gezichtspunt. Maar dat is niet hoe de Amazone functioneert. De Lees verder >>
De Colombiaan Carlos Sierra is een van de wetenschappers die met behulp van ATTO onderzoek doet. Hij is verbonden aan het Max Planck Instituut voor Biochemie in Jena. Daar leidt hij de onafhankelijke onderzoeksgroep Theoretical Ecosystem Ecology. De groep richt zich onder andere op het bestuderen van niet-lineariteiten in biogeochemische kringlopen. Ter verduidelijking: biogeochemie behandelt de chemische, biologische en fysische processen die ten grondslag liggen aan de structuur en functies van ecosystemen of zelfs landschappen. Als stadskind in Medellin in Colombia zag Carlos Sierra in zijn jeugd weinig bos. Toch werd hij later boswetenschapper. Bij toeval. Carlos Sierra: “Ik ging naar de universiteit om chemische technologie te studeren. Maar omdat er op de universiteit werd gestaakt kwam ik op een andere universiteit waar ze een programma bosbouw hadden. En daar werd ik verliefd op bossen in natuurlijke gebieden.” Hoe was je eerste ontmoeting met het bos en wat fascineerde je? “Moeilijk te zeggen. Het was het gevoel in die volledig andere omgeving buiten de stad te zijn. Alles was anders, van de temperatuur tot de verhouding met de bosmensen. Het was deel van het programma van onze klas. Er was dus een instructeur die uitlegde hoe de dingen werken en het hele gebeuren was fascinerend. Veel mensen die het over de Amazone hebben, noemen de gevaarlijke zaken, giftige slangen of grote katten als jaguars. Maar de Amazone bestaat uit zoveel meer. Er is een enorme verscheidenheid van ecosystemen. De soorten rivieren. De soorten geologie. De soorten ecologie. Tegelijkertijd is er een grote verscheidenheid van mensen die leven in de Amazone.” Je werd gegrepen door het woud. Hoelang heb je gewerkt met bosbouw? “Best wel een tijdje. Mijn hele studie ging over bosbouw. Ik startte met een bosbouwprogramma in 1994, toen een master tot 2002, en daarna ging ik meteen door met mijn PhD. Het was 2010 toen ik dat afrondde. Al die tijd heb ik gekeken naar de verschillende aspecten van het woud, woudecologie en de koolstofkringloop.” Sinds wanneer ben je verbonden aan de wereld van ATTO? “Wij brachten ons eerste bezoek aan het gebied voordat de toren klaar was, zo’n vijf jaar geleden. Dit jaar zijn we een project gestart en hebben we onze eerste samples verzameld. Maar daarvoor waren wij bezig met een subsidieverzoek aan de Duitse overheid en met het vinden van studenten die aan het project wilden meewerken. Allemaal voorbereidingen die tijd kostten.” “Veel mensen die het over de Amazone hebben, noemen de gevaarlijke zaken, giftige slangen of grote katten als jaguars. Maar de Amazone bestaat uit zoveel meer.” Je werkt met koolstofkringlopen rondom de wereld? Wat doe je precies? “Onze onderzoeksvragen hebben te maken met de tijd die koolstof doorbrengt in de terrestrische biosfeer, de biosfeer van de aarde (terrestrial biological carbon cycle – CCE). Wanneer wij mensen koolstof uitstoten in de atmosfeer, dan blijft die koolstof daar enige tijd. Maar tegelijkertijd nemen bossen een deel van de koolstof op. Wij willen begrijpen hoelang koolstof in het bos blijft, want hoe langer de koolstof in het bos blijft, hoe minder koolstof zich in de atmosfeer bevindt. Koolstof in de atmosfeer houdt zonnestraling vast, houdt energie vast en daarom warmt de planeet op.” Kunnen bossen verzadigd raken? “Het bos neemt altijd koolstof uit de atmosfeer op en geeft ook weer koolstof af. Die twee dingen gebeuren gelijktijdig. Maar de koolstof zal een tijdje in het bos aanwezig blijven.” Een boom absorbeert koolstof en geeft koolstof af. Is er een zekere verhouding? “Dat maakt deel uit van wat wij proberen te begrijpen. Fotosynthese zorgt ervoor dat de koolstof in de bomen wordt opgenomen. Dan verspreidt de koolstof zich over verschillende delen van de plant. Er blijft wat koolstof in de bladeren, er gaat koolstof naar de stam en de wortels, en sommige delen van de plant sterven af en de koolstof daarin komt in de bodem terecht. In elk deel van het ecosysteem is de aanwezigheidsduur van de koolstof anders. Koolstof blijft veel langer in de stam dan in de bladeren.” De koolstof in de grond heeft de langste verblijfsduur? “Ja. We weten dat de bodem de koolstof langer vasthoudt, maar we weten ook dat dit afhankelijk is van welk deel van de bodem. De bovenlaag van de bodem, met al het verse materiaal, houdt de koolstof minder lang vast. Dieper in de grond blijft het veel langer opgeslagen. We weten dit kwalitatief, maar de precieze getallen zijn moeilijk vast te stellen. Je bent leider van een onderzoeksgroep. Wat doet jouw groep met de data van ATTO? “Op dit moment verzamelen we data. We verzamelen organisch materiaal. Op verschillende niveaus van het bladerdak verzamelen wij bladeren. Wij verzamelen stamdelen en wortels. Wij verzamelen ook bodemdelen. Wij kijken daarbij naar de aanwezigheid van radiocarbon. Dat is een radioactieve isotoop van koolstof die ons kan helpen begrijpen hoelang de koolstof in die materialen opgeslagen is geweest. Deze isotoop, radiocarbon – we schrijven het ook als 14C* omdat het een hogere massa heeft dan een meer normaal atoom met een massa van 12 – is een tracer (radioactieve isotoop gebruikt om bepaalde biologische, chemische of fysische processen te volgen – CCE). In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw testten verschillende landen nucleaire bommen in verschillende luchtlagen en creëerden daarmee een grote hoeveelheid 14C. Die bleef in de atmosfeer maar kwam ook terecht in levende organismen op de planeet. Dat is niet schadelijk en als tracer helpt het ons te begrijpen hoeveel radiocarbon een organisme heeft opgenomen, zodat wij de opnamesnelheid waarmee dit organisme opereert kunnen afleiden. Het helpt ons ook te bepalen hoelang de koolstof zich in een deel van het ecosysteem bevond. Hoelang bevond het zich in de atmosfeer. Hoelang duurde het voordat wij het in sommige componenten van het ecosysteem konden vinden. Omdat er in een uitgestrekt bos veel organismen zijn, proberen we zoveel mogelijk materiaal te verzamelen, om zo te weten wat de opnamesnelheid is van het hele ecosysteem.” Al die met elkaar verbonden kringlopen in de Amazone maken het systeem erg complex. Lees verder >>
Jošt Lavrič is afkomstig uit Slovenië en een van de wetenschappers die met behulp van ATTO onderzoek doet. Hij is verbonden aan het Max Planck Instituut voor Biochemie in Jena. Daar leidt hij sinds 2009 de onderzoeksgroep ‘Tall Tower Atmospheric Gas Measurements (TAG)’. Jošt Lavrič is gespecialiseerd in broeikasgassen. Om de invloed te onderzoeken die verstedelijking in tropische gebieden op lokale ecosystemen en het mondiale klimaat heeft, ging januari 2014 het GOAmazon project van start in het regenwoud bij Manaus, hoofdstad van de Braziliaanse deelstaat Amazonas. Het Nationale Instituut voor Amazone Onderzoek INPA werkte hierin samen met onder andere het Amerikaanse ministerie van Energie en het Duitse Max Planck Instituut voor Chemie. Jošt Lavrič had door zijn betrokkenheid bij ATTO zijdelings met GOAmazon te maken. Jošt Lavrič: “Een deel van het GoAmazon onderzoek was gebaseerd op het feit dat er een referentie site was, in dit geval de ATTO site. We hebben met onze metingen aan sommige van de publicaties bijgedragen. Verscheidene werkgroepen van ATTO waren daarbij betrokken, op verschillende niveaus, afhankelijk van het onderwerp.” “Praat niet over weer, maar praat over klimaat.” Ons gesprek gaat aanvankelijk over kantelpunten. Volgens de Braziliaanse wetenschapper Antônio Nobre maar ook volgens diens collega Niro Higuchi zijn sommige delen van de Amazone reeds voorbij een kantelpunt. Jošt Lavrič reageert terughoudend: “Wat is een kantelpunt? Waaraan refereer je? Er zijn verschillende soorten kantelpunten. Praten we over een deel van de Amazone of de hele Amazone? Het is om vele redenen een vitale locatie in het globale, biogeochemische* kringloopschema. Er gebeurt veel en dus zijn er ook veel belangrijke processen te bestuderen. En het is een grote poule van niet alleen koolstof maar ook andere elementen. Als zo’n bijzondere locatie destabiliseert kost het behoorlijk wat tijd om weer te stabiliseren. En je weet nooit, of tenminste wij weten niet altijd hoe het ecosysteem zal reageren. Natuurlijke variaties kruisen er met antropogene (menselijke – CCE) activiteiten. Dat compliceert de hele kwestie nog meer.” “Kantelpunt is een algemene term die breder geldt dan de Amazone”, legt hij uit. “Alleen is de Amazone om veel redenen erg interessant. Om te beginnen is er de wereldwijde invloed. Als de hele Amazone plat brandt en grote delen van de koolstof uit de biomassa verdwijnen in de atmosfeer, dan zou dat een impact hebben. Het zou ook een impact hebben op de waterkringloop. En als je pech hebt dat het daarbij een El Niño jaar is… Naar al deze dingen moet je altijd kijken vanuit een langetermijnperspectief – praat niet over weer, maar praat over klimaat. Bestudeer hoe antropogene acties invloed hebben op een ecosysteem dat van zichzelf ook een natuurlijk leven heeft. Er zijn droge jaren. Maar ook zonder ons zouden er drogere en warmere jaren zijn. Er zou vuur zijn, maar niet zoveel. In een droog jaar zullen er meer vuren zijn, door bliksem en zo. En natuurlijk is er aanvullend vuur. En dat kan weer van jaar tot jaar variëren, net zoals de Amazone- ontbossingsstatistieken van jaar tot jaar variëren. Je bouwt geen onderzoeksplatform in het midden van het bos om alleen maar antwoord te krijgen op een paar vooraf gestelde vragen. Je vraagt jezelf altijd af wat we hier nog meer kunnen doen. Hoe kunnen wij onze activiteiten koppelen aan iets anders in de Amazone dat al gedaan is? Het klopt dat het milieu bij ATTO bijna onaangetast is, tenminste een deel van het jaar. Ik zeg bijna, omdat helemaal onaangetast nauwelijks bestaat, hooguit een paar dagen per jaar. Op een of andere manier is er altijd wel een antropogene invloed waardoor je niet van 100 procent onvervuild kunt spreken. Maar er zijn dagen en perioden in het jaar dat het daar bijna vrij is van vervuiling en dan is het interessant om te zien hoe het woud zelf de verschillende processen beïnvloedt die gekoppeld zijn aan bijvoorbeeld de aërosolen, wat dan weer verbonden is met de waterkringloop, en de intensiteit en frequentie van regenval. Het begrijpen van die processen stelt je in staat om de werking ervan uit te leggen en beter te voorspellen wat er gaat gebeuren als er iets verandert.” De Amazone als systeem lijkt kwetsbaar en sterk en veerkrachtig tegelijkertijd. “In een geschikt gebied groeit het bos, als wij het vernielen, vroeger of later terug. Maar dan spreken we van vele generaties. Het bos is niet onkwetsbaar. We kunnen het ook gewoon te veel naar de filistijnen helpen. Bij intensieve ontbossing is er geen exitstrategie. Kijken we ver genoeg in de toekomst, oké, dan zal er weer bos zijn, als je tenminste van het gebied afblijft. De vraag is echter wat er, als de hele Amazone wordt uitgewist, gebeurt in de honderden of duizenden jaren voor het zover is. Voordat het zover is, krijgen we veel problemen. Het zou nogal wat biogeochemische systemen en kringlopen in de vernieling helpen.” Droge gebieden dragen meer bij aan de waterkringloop? “Ja, en dat is logisch. Het systeem zal een soort van evenwicht creëren. Maar dat gebeurt alleen als er geen sprake is van brutale interventie. Haal je in dit systeem een flink deel van het woud weg, dan groeit er waarschijnlijk een mindere kwaliteit bos terug. Een belangrijke vraag voor de Amazone: Waarom is er zoveel bos? Er zijn niet overal dezelfde condities. Er moet genoeg water zijn, genoeg geschikte bodem, genoeg sporenelementen. Als er niet zoveel aanvoer van mineralen vanuit de Sahara was, zou het Amazonebos er heel anders uitzien. Deze stoftransporten vanuit Afrika over de Atlantische oceaan beïnvloeden de groei van het woud. De neerslagregimes (schommelingen in de hoeveelheid neerslag over een jaar – CCE) kunnen volledig in elkaar klappen, mochten de passaatwinden veranderen. En dan kunnen er heel snel condities ontstaan waarin het woud niet langer floreert. Dat is de kwetsbaarheid van het systeem. Zoveel factoren moeten samenvallen om het systeem te laten bestaan. Natuurlijk is teruggroei mogelijk. Mensen van voor onze tijd hebben delen van de Amazone ontbost en dat zie je niet eens meer. Wij moeten aantonen hoe het werkt. Wat Lees verder >>
“Het Amazoneregenwoud stabiliseert zichzelf, met name in droge periodes.” Aldus de schrijvers van ‘Forest-rainfall cascades buffer against drought across the Amazon’*, een publicatie in Nature Climate Change op basis van een studie van de Wageningen Universiteit en de Universiteit Utrecht in samenwerking met de Universiteit van Göttingen in Duitsland en de Open Universiteit. De waterkringloop van het Amazonegebied wordt wel – zie boven – een van de grootste wonderen van de natuur genoemd. Maar het bos staat onder druk, van de houtindustrie, de landbouw en de gevolgen van klimaatverandering. “Een groot deel van de Amazone krijgt in de komende eeuw te maken met een dodelijke spiraal van ontbossing en droogte.” Dit staat te lezen in een studie, ‘Self-amplified Amazon forest loss due to vegetation-atmosphere feedbacks’, die begin 2017 werd gepubliceerd. Verwachte afnames van regenval zouden weliswaar niet meteen leiden tot een volledige Amazone-terugval, maar grote delen van het uitgestrekte gebied zijn zeker in gevaar, aldus een van de onderzoekers. (bron: The Independent) Maart 2017 lees ik via een van mijn Facebook-contacten een artikel in de Britse krant The Independent: ‘Amazon jungle faces death spiral of drought and deforestation, warn scientists.’ Bij de link naar het artikel staat een opmerking: “Aangezien ik medeauteur ben van de studie waar dit artikel over gaat ben ik het aan mijn stand verplicht om, als ik ooit een band ga oprichten, die Death Spiral te noemen.” Ik reageer: “Er is nog geen band met die naam?” Antwoord: “Zo te zien geen die populairder is dan die van mij zou worden.” Ik: “Als bandnaam zou ik de woorden omdraaien: Spiral Death. Overgang van Death naar Spiral klinkt niet lekker.” Antwoord: “Dan maak ik een documentaire genaamd This Is Spiral Death.” Ik: “Ah, je kent je geschiedenis**. Mooi.” Twee maanden later, het is mei 2017, ontmoet ik promovendus Arie Staal van de Wageningen Universiteit, waar hij als onderzoeker met water én vuur ‘speelt’. Hij is een actieve datasurfer over de vliegende rivieren, de immense verdampingsstromen die boven het Amazoneregenwoud ontstaan en vandaar door de atmosfeer ‘stromen’ om elders als regen neer te vallen. Arie: “Ik heb mij daar inderdaad mee bezig gehouden, zowel voor mijn eigen promotieonderzoek als voor die death spiral publicatie. Mijn onderzoek richt zich op drie aspecten. Wat is de maandelijkse bijdrage van de hele Amazone aan de verdamping die bossen leveren, een simulatie van waar dat verdampingswater neerregent en ten derde proberen we een inschatting te maken van de hypothetische afname van regenval door verlies aan bos, rekening houdend met de veerkracht van datzelfde bos. Die drie samen moeten antwoord geven op de vraag: Kunnen delen van de Amazone gaan kantelen als er op andere plekken ontbossing plaatsvindt?” Je gaat promoveren op… “De veerkracht van tropisch bos en savanne, met een speciale focus op de Amazone. Van de vier hoofdstukken gaat er een over vliegende rivieren. Een ander richt zich op vuurecologie. We kijken op lokale schaal hoe er – met positieve terugkoppelingen tussen bosbedekking en vuur – in situaties waarbij er minder bos is en meer gras ook meer brandstof is. Wat dan weer negatief is voor het bos. We hebben het hier over een lokale positieve terugkoppeling*. Die verschillende positieve terugkoppelingen kunnen in beginsel tot kanteling leiden.” Meekoppeling of positieve terugkoppeling is een vorm van terugkoppeling die een bepaald proces positief beïnvloedt, met “positief” in de zin van versterkend, los van de vraag of dit gunstig of ongunstig is. Het tegenovergestelde is tegenkoppeling, dat het proces juist afremt of uitdempt (bron: wikipedia). Waarom de Amazone en wat maakt jouw onderzoek anders? “De Amazone, omdat daar de grootste veranderingen plaatsvinden, ontbossing met name, een aandachtspunt vanuit mijn achtergrond van milieuwetenschappen. Ik begon ooit met studeren om de wereld te redden, maar uiteindelijk wilde ik me daar ook meer academisch mee bezighouden. De terugkoppeling tussen gras en vuur en het effect op bomen is weliswaar voor de tropen universeel, maar om het systeem te begrijpen is het ook interessant om naar de verschillen te kijken. “De tweede vraag: Mijn niche, van mij en mijn collega’s, de begeleiders, zit in de kennis van de theorie van de kanteling. Mijn hoogleraar Marten Scheffer is daarmee beroemd geworden, door zijn studie van de kanteling van ondiepe meren met helder en plantenrijk water naar een troebel door algen gedomineerd meer (‘Ecology of Shallow Lakes’ – CCE). In onze groep houden mensen zich weliswaar met verschillende systemen bezig, maar ze doen dat vanuit dezelfde theoretische invalshoek en dezelfde typen wiskundige modellen. Ik gebruik eenvoudige modellen om te begrijpen hoe kantelpunten kunnen plaatsvinden.” Verwacht jij een bijdrage te kunnen leveren aan een beter begrijpen van het systeem? “Ja. Op verschillende manieren. Als het gaat om de vliegende rivieren is mijn bijdrage een inschatting van welke bossen in de Amazone voor hun stabiliteit het meest afhankelijk zijn van de Amazone als geheel. Dat is nieuw, die bijdrage. Nú ben ik bezig met het vuur-ecologisch aspect. Ik wil een bijdrage leveren aan de kennis over de omstandigheden – dan heb ik het over regenval, klimaat – waaronder er een death spiral kan ontstaan, waarbij een bos brandt en daardoor weer de kans op brand vergroot, met een potentieel onherstelbaar verlies aan bos en een instabiel ecosysteem als gevolg, zelfs als mensen daarbij niet betrokken zijn.” Je zegt: “Welke stukken bos het meest afhankelijk zijn.” De impact van verlies van bos is dus niet overal hetzelfde? “Hoe zuidelijker hoe groter het belang van het bos is voor ander bos. Omdat het daar droger is en dat heeft effect op de stabiliteit; de bijdrage van bomen aan verdamping is tijdens het droge seizoen groter.” Maar de zogenaamde gordel van ontbossing in de Amazone speelt vooral in het zuiden. Dat is een dubbele destructie… “Klopt. Dat correleert met elkaar.” “Er wordt al een tijd gevreesd dat er in de Amazone onherstelbare veranderingen plaats kunnen vinden van een bos- naar een savanne-ecosysteem. Onze analyses laten zien dat het Amazonewoud met name het zuidwestelijke deel van het stroomgebied, zulke kantelpunten afhoudt.” (Arie Staal) Zijn er Lees verder >>
“Het Amazoneregenwoud stabiliseert zichzelf, met name in droge periodes”, citeerde ik eerder de schrijvers van ‘Forest-rainfall cascades buffer against drought across the Amazon’, een publicatie in Nature Climate Change op basis van een studie van de Wageningen Universiteit en de Universiteit Utrecht in samenwerking met de Universiteit van Göttingen in Duitsland en de Open Universiteit. Dat klinkt goed: het Amazoneregenwoud als zelfregulerende factor als het mis dreigt te gaan. Maar het bos staat onder druk, van de houtindustrie, de landbouw en de gevolgen van klimaatverandering. Indien het bos of belangrijke delen daarvan verdwijnen, is er geen zelfregulering meer en kan het scenario er wel eens heel anders uit gaan zien. Een voorbeeld: “Een groot deel van de Amazone krijgt in de komende eeuw te maken met een dodelijke spiraal van ontbossing en droogte.” Zo stond te lezen in de studie ‘Self-amplified Amazon forest loss due to vegetation-atmosphere feedbacks’ die in 2017 werd gepubliceerd. Verwachte afnames van regenval zouden weliswaar niet meteen leiden tot een volledige Amazone-terugval, maar grote delen van het uitgestrekte gebied zijn zeker in gevaar, aldus een van de onderzoekers een jaar geleden in de Britse krant The Independent. De Nederlandse wetenschapper Arie Staal was een van de medewerkers aan bovengenoemde studie. In het interview dat ik met hem had noemt hij met name het zuidelijk deel van het Braziliaanse Amazonegebied. “We vinden dat juist het gedeelte van de Amazone waar het meest wordt ontbost – het zuidelijke gedeelte – essentieel is voor het in stand houden van de regenval in de gevoeligste bossen in de regio.” Hetzelfde geldt, zo wijst onderzoek van hem en zijn collega’s uit, voor de noordoostelijke Amazonestaat Pará. Laat dit nou net de gebieden zijn waar de Braziliaanse overheid, daarbij gesteund door het Nederlandse bedrijfsleven, een ‘soja transport corridor’ wil aanleggen. Deze Corredor Norte gaat (mocht hij er komen) dwars door het Amazoneregenwoud, met naast asfaltwegen en gekanaliseerde rivieren onder andere een spoorlijn, de Ferrogrão (Graanrail). Van de sojaplantages in Mid-West Brazilië tot aan de haven van Miritituba aan de Tapajós rivier in Pará, een afstand van 1142 kilometer, zal deze laatste volgens de tekeningen inheemse gebieden en natuurparken doorkruisen, en daar en elders de rechten van mens en natuur verkrachten en ontbossing verder aanjagen. Eind 2017 was Arie Staal in het plaatsje Barcelos aan de Negrorivier halverwege Manaus en de garnizoensplaats São Gabriel da Cachoeira. Hij was daar met een collega-wetenschapper, de Braziliaan Bernardo Flores. Die deed er onderzoek naar de gevoeligheid van de overstromingsvlakten van de Amazone, in dit geval de Negrorivier, na verbranding. Hoe brandbaar zijn die en hoe goed herstellen ze na een brand? Bernardo Flores onderzocht en vond dat twee keer branden van hetzelfde bos in de overstromingsvlakten leidt tot gebrek aan herstel. Bij één keer lijkt het nog goed te gaan met de bossen in de Amazone, maar als er binnen een aantal jaren twee keer een brand overheen gaat, lijken ze daar niet op aangepast. Dit in tegenstelling tot de savanne-achtige gebieden in de Amazone, daar hebben de bomen zich wel aangepast aan vuur. Zwart water Ik ken de Negrorivier, heb hem helemaal tot aan de grens met Colombia bereisd. Het gebied lijkt redelijk ongeschonden, zeker stroomopwaarts voorbij São Gabriel da Cachoeira waar de woongebieden van de inheemse volken Tukano, Dessana en Makú of Hupdeh zijn. Dat deel, van de Negrorivier tot aan de Tiquiérivier en de grensplaats Pari-Cachoeira, Alto Rio Negro (Boven-Negrorivier) geheten, is door de lichtzure graad van het ‘zwarte’ rivierwater relatief arm aan voedingstoffen; de vissen zijn er klein, de weidegronden schraal. Heel anders is de situatie in Barcelos. Het grondgebied van Barcelos, voorheen Mariuá, beslaat 122.476 vierkante kilometer, waardoor het de op een na grootste gemeente in Brazilië is (achter Altamira, Pará), in oppervlakte vergelijkbaar met de staat New York in de Verenigde Staten (bron wikipedia). In tegenstelling tot de Boven-Negrorivier is het zwart-watergebied bij Barcelos met zijn uitgestrekte vloedbossen rijk aan vis. Barcelos is internationaal bekend door de handel in tropische aquariumvissen, met als meest bekende de Cardinal Tetra. In het gebied komen ook grotere vissoorten voor als de Tucaneré baars en de meervalsoorten Pirarara, Pintado en de door zijn vraatzucht beruchte Paraiba. De laatste is vooral ook door zijn grootte (tot 3,6 meter) geliefd bij de thrill-seekers onder de sportvissers. Zijn eerste studierichting was biologie. Toen Bernardo Flores na zijn bachelor voor zijn master verder wilde met ecologie en daarvoor bij INPA aan de slag ging, ontdekte hij hoezeer de overstromingsvlakten in het gebied door de de verandering van het klimaat onder druk stonden. Zo was er sprake van grote droogtes en extreme regenperiodes. Ook werd het soms niet droog genoeg. De flood pulse, de jaarlijkse overstromingspuls die het ecosysteem in evenwicht houdt, was verstoord. In een ecosysteem dat voor zijn eigenschappen afhankelijk is van de overstromingspuls van de rivier heeft elke verandering invloed op de vegetatie. En op de hele levenscyclus daar. En toen ontdekte Bernardo Flores, in de documenten die hij bestudeerde, dat die plekken ook branden, dat het bos in de overstromingsvlakten zeer ontvlambaar is en het vuur tot in de verre omtrek lijkt te verspreiden. Toen Flores vervolgens onderzocht wat het bos op deze specifieke plekken, de overstromingsvlakten, zo brandbaar maakte, vond hij een accumulatie van organisch materiaal als gevolg van de overstromingen. Dat materiaal wordt opgeslagen en vastgehouden in wortelmatten. En die kunnen, wanneer het droog is, zoals bijvoorbeeld in de El Niño-jaren, heel erg branden. Satellietmetingen maar ook veldonderzoek wijzen uit dat door deze branden grote aantallen bomen worden vernietigd. Encontro das Águas De Ontmoeting van de Wateren (Portugees: Encontro das Águas) is de samenvloeiing tussen de donkere (zwart water) Negrorivier (Rio Negro) en de bleke modderkleurige (wit water) Amazonerivier of Rio Solimões. Gedurende 6 km lopen de wateren van de twee rivieren zij aan zij zonder te mengen. Dit fenomeen is te wijten aan de verschillen in temperatuur, snelheid en waterdichtheid van de twee rivieren. De Rio Negro stroomt bij bijna 2 km/h bij een temperatuur van 28 °C, terwijl de Rio Lees verder >>
‘Hoe Europese bedrijven bijdragen aan het kappen van Amazonewoud voor sojaproductie.’ Een bericht met deze titel verscheen in oktober 2017 op de website van GroenLinks. Schrijver was Europarlementariër Bas Eickhout. De openingszin luidde: “Europese bedrijven en overheden (waaronder Nederland) maken met toestemming van Brazilië de ontbossing van het regenwoud tot businessmodel.” In het bericht werd verwezen naar het mede door Eickhout zelf in september 2017 gepubliceerde rapport ‘Trends and Risks of Deforestation in the Brazilian Amazon’. PIB Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het kabinet-Rutte II lanceerde in 2013 het Convenant PIB Actieplan Multi- en Synchromodale Corridors in Brazilië. Het doel was om de haalbaarheid van een snelle sojaroute vanuit de deelstaat Mato Grosso via de Amazone naar de havens in het noorden van het land uit te werken. PIB staat voor Partners for International Business. De deelnemers aan het samenwerkingsverband waren Panteia, TNO, EICB, STC-Group en Connekt. Vanuit de overheid betrokken partijen bij de uitvoering van het convenant waren het Ministerie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van PvdA minister Ploumen, waaronder DG Buitenlandse Economische Betrekkingen en Agentschap NL. Nederland betaalde het onderzoek waarin Nederlandse bedrijven inventariseerden of er transportcorridors naar de noordkust van Brazilië konden komen. Dat onderzoek leidde tot het begin van de Corredor Norte (Noord-Corridor) als ontwikkelingsproject. Het waren ook Nederlandse bedrijven die in het eerder genoemde onderzoeksrapport adviseerden om een nieuwe spoorlijn aan te leggen, Ferrogrão (Graanrail), 1142 kilometer rails dwars door inheemse gebieden en natuurparken. Geen geld “Corredor Norte? Dàt verhaal is oud.” De Braziliaanse bos- en klimaatwetenschapper Niro Higuchi zegt het lachend: “Er is geen geld. We hebben het hier onder andere over het opnieuw aanleggen van een snelweg. Daar wordt al vijf jaar over gesproken en nog altijd is er geen definitieve beslissing, gewoon omdat er geen geld voor is.” Gevraagd of hij denkt dat de Corredor Norte er zal komen, antwoordt Niro Higuchi: “De enige hoop dat de plannen in de ijskast blijven is dat Brazilië geen geld heeft om ze uit te voeren. Tenminste voorlopig. De komende jaren, vijf, tien, zullen de investeringen van Brazilië in de Amazone erg laag zijn. Je kunt het zien aan de conditie van de wegen in heel Brazilië. Die is vreselijk. Alles is oud en vervallen. Brazilië heeft geen geld om nieuwe wegen aan te leggen. Ze hebben niet eens geld om bestaande wegen te onderhouden. Deze regering heeft het geld niet, en een volgende zal evenmin mogelijkheden hebben om te investeren.” “De consumptie neemt toe. De wereldbevolking neemt toe. Iedere dag, elke minuut. Het is moeilijk om dan positief te blijven over de toekomst.” De Braziliaanse regering kondigde begin 2018 aan te stoppen met de bouw van grote waterkrachtcentrales in het Amazonegebied. De regering beweerde dat de beslissing een reactie was op het hevige verzet van milieuactivisten en inheemse groepen, maar hoewel dat een deel van de reden kan zijn, zien experts ook andere oorzaken. De afname van de politieke invloed van de grote bouwbedrijven in Brazilië veroorzaakt door het Lava Jato (Wasstraat) corruptieonderzoek is waarschijnlijk een belangrijke oorzaak van de beleidswijziging. Dat geldt ook voor de huidige, achterblijvende toestand van de Braziliaanse economie, waardoor het onwaarschijnlijk is dat de grote ontwikkelingsbank van Brazilië (BNDES) in dergelijke miljardenprojecten zal investeren. (bron: Mongabay) Niro Higuchi: “Een en ander is vertraagd. Niet om visie, maar om geld. Je ziet het in de Xingu rivier, bij de Belo Monte Dam, dat is nooit gestopt. Ze doen er een beetje langer over. Maar gestopt is het nooit. Maar niet omdat men zich bewust werd van de risico’s, nee, gewoon omdat de regering niet genoeg geld heeft. Je weet van al die schandalen waarbij grote bedrijven zijn betrokken? De komende vijf jaar zijn er geen bedrijven die grote constructiewerkzaamheden kunnen uitvoeren.” Kortom: De slechte economische situatie van Brazilië brengt hoop voor de Amazone. “En voor het klimaat.” Er zou al sprake zijn van kantelpunten, juist ook in de gebieden waar de Corredor Norte moet komen. “In het zuiden van de Amazone, ja, in het noorden van Mato Grosso, het zuiden van Pará. De situatie daar is niet goed.” Geen mogelijkheden meer voor herstel? “Moeilijk te zeggen. Het is moeilijk om over de horizon te kijken. Als we praten over tweehonderd, driehonderd jaar, dan zou het kunnen.” De wetenschapper van INPA is weinig positief over de toekomst van de Amazone. Niro Higuchi: “Niet alleen over de Amazone, over alles. De consumptie neemt toe. De wereldbevolking neemt toe. Iedere dag, elke minuut. Het is moeilijk om dan positief te blijven over de toekomst. Niet mijn toekomst. Mijn toekomst is gegarandeerd. Misschien tien jaar, twintig, maar mijn toekomst is oké. En zelfs voor mijn kinderen en kleinkinderen zal de toekomst niet echt veel problemen brengen. Maar daarna, de toekomst van deze planeet, daar ben ik niet positief over. Of optimistisch.” De toekomst van de planeet of van de mensheid? “Mensen. Vanuit een antropologisch gezichtspunt is het de mensheid die het bestaan van de planeet zijn waarde geeft. Wanneer iedereen verdwenen is, dan is er geen planeet meer.” Je zei eerder over het Akkoord van Parijs dat de Braziliaanse regering lucht verkoopt. Herbebossing zou in de aantallen zoals toegezegd onmogelijk zijn. Toch beloofde de regering onlangs de komende paar jaar een enorme hoeveelheid bomen te gaan planten. Er zouden bij het planten zelfs drones worden ingezet. “Twaalf miljoen hectare. Hoe ze dat gaan doen, weet ik niet. Er zijn nog twaalf jaar te gaan om dat doel te bereiken. Twaalf jaar, maar er is nog niet één simpel zaadje om te beginnen met het planten van deze twaalf miljoen hectare. Er is nog NIETS gedaan. Het zijn lege beloften. Ik geef je een getal. Brazilië introduceerde in 1966 een enorm groot herbebossingsprogramma. Sinds toen is er in beginsel eucalyptus en den geplant. In meer dan vijftig jaar is er zeven miljoen hectare commercieel herbebost. Daar is de overgrote meerderheid van het geld naar toe gegaan. En nu hebben we maar twaalf jaar. Deze belofte geldt voor 2030. Dat gaat lastig worden en Lees verder >>
In Manaus, metropool in het regenwoud en hoofdstad van de Braziliaanse deelstaat Amazonas, werd begin 2017 de reizende fototentoonstelling ‘Amazônia | Os Extremos’ – ‘Amazônia | De Extremen’ geopend, een initiatief van het onafhankelijke, in Manaus gevestigde persbureau Amazônia Real. ‘Amazônia | Os Extremos’ is “een waarschuwende expositie met foto’s en video’s over de vernietiging van het Amazonewoud door ontbossing en verbranding” (Amazônia Real). Een foto van de geblakerde stam van een verbrande castanheira-do-Pará (paranotenboom) roept de oude, apocalyptische profetie van Bob Dylans ‘A Hard Rain’s A-Gonna Fall’ uit 1962 op: I saw a black branch with blood that kept drippin’. Uit dezelfde song komt ook de regel: I’ve stepped in the middle of seven sad forests. Alsof de zanger voorzag wat jaren later het lot zou worden van de regenwouden bij de waterkrachtdammen die opeenvolgende Braziliaanse regeringen, gedreven door machtshonger en – zo is inmiddels bekend – smeergeld, in de Amazone bouwden. “Boomstronken steken zwart verrot omhoog, als staken die van binnenuit dwars door de aardkorst zijn geslagen” Oktober 1996 zag ik voor het eerst de ecologische verwoesting die de bouw van een stuwdam in het Amazonegebied kan aanrichten. En de gevolgen ervan op het sociaal-culturele leven ter plaatse: Ik ben met een busje vanuit Manaus op weg naar het noorden, naar de deelstaat Roraima. De weg naar Boa Vista, hoofdstad van Roraima, doorsnijdt het reservaat van de Waimiri-Atroari en er zijn problemen tussen de indianen en een in het gebied werkzame mijnmaatschappij. Een dag eerder zijn er nog auto’s met stenen bekogeld. Links en rechts van de weg is water, levenloos. Boomstronken steken zwart verrot omhoog, als staken die van binnenuit dwars door de aardkorst zijn geslagen. Het troosteloze landschap, waarin zelfs geen vogel zich laat zien, dankt zijn doodsheid aan de Balbina Dam, op 146 kilometer van Manaus gebouwd in de Uatamárivier. Ten behoeve van de dam werd een stuwmeer gecreëerd dat een enorm groot gebied onder water heeft gezet. Juist dat gebied was bedekt met regenwoud dat, in tegenstelling tot de lager gelegen vloedbossen, niet geschikt was om onder water te staan. Door het rottingsproces kwamen er grote hoeveelheden methaan vrij en trad er verzuring op. Het gevolg was een ecologische ramp waarvan met name de Waimiri-Atroari het slachtoffer werden. Meer dan twintig jaar na mijn eerste confrontatie met de Balbina Dam oogt het gebied nog even desolaat, zo laat ‘Amazônia | Os Extremos’ zien: I’ve stepped in the middle of seven sad forests. Onder de exposanten die aan ‘Amazônia | Os Extremos’ meewerkten is de 34-jarige fotograaf Raphael Alves, die in het verleden twee keer werd genomineerd voor de Joop Swart Masterclass van World Press Photo en vele nationale en internationale prijzen won. De mensen die hij tegenkomt en wat hij van hen kan leren is een terugkerend thema in het werk van Raphael Alves. Zo ook in ‘Amazônia | Os Extremos’. De fotograaf koos niet voor beelden van ontbossing en ellende, niet voor kleurrijke foto’s van traditionele inheemse volken. De indringende, vaak korrelige, op zwart-wit film geschoten beelden zijn uit ‘Quando as águas’ – ‘When the waters’, een fotoverhaal dat Raphael Alves in 2013 maakte over het dagelijkse leven van oevergemeenschappen in tijden van extreme droogte en overstromingen. “Zoals een voetafdruk in de bedding van een rivier bij de volgende overstroming verdwijnt, zo kunnen wij verdwijnen als wij doorgaan met ons op een roofzuchtige wijze te verhouden tot de natuur” Raphael Alves wil met zijn foto’s niet zozeer een boodschap uitdragen als wel vragen stellen en toeschouwers uitdagen, zei hij tegen Amazônia Real naar aanleiding van zijn bijdragen aan ‘Amazônia | Os Extremos’. Alves: “De relatie tussen mens, natuur en stedelijke ruimte is in mijn werk altijd aanwezig. De beelden van droogte en overstromingen laten zien dat wij alles wat we van ons werpen ook weer terugkrijgen. Zoals het afval dat in de rivier wordt gedumpt bij hoge waterstanden weer in de straten en huizen van Manaus terugspoelt. Wat wij de natuur aandoen krijgen we uiteindelijk allemaal weer terug. Maar niet uit wraak. Veel mensen realiseren zich niet dat de stedelijke ruimte waarin zij leven en elk individu deel uitmaken van de natuur. Ik zie die relatie als een dynamiek die twee richtingen uitgaat. Bij de extremen zoals we die nu meemaken – de grote overstromingen en ernstige droogtes – wijst de oorzakelijke factor altijd naar de mens. Maar zoals een voetafdruk in de bedding van een rivier een stempel is die bij de volgende overstroming verdwijnt, zo kunnen wij verdwijnen als wij doorgaan met ons op een roofzuchtige en niet-symbiotische wijze te verhouden tot de natuur.” In ‘Astounding Differences’ – ‘Verbijsterende Verschillen’, het essay dat Raphael Alves als inleiding bij ‘When the waters’ schreef, lezen we dat het 56 jaar heeft geduurd voordat de tot dan gemeten hoogste waterstand van de Negrorivier (Rio Negro), een zijrivier van de Amazone, tijdens een overstromingsseizoen werd gebroken: 29,69 meter in 1953 en 29,71 meter in 2009. De hoge waterstand veroorzaakte in en rond Manaus veel problemen: oeverbewoners hadden te kampen met overstromingen; het verkeer in de ondergelopen straten moest worden aangepast; winkels stonden onder water; en ziekten verspreidden zich doordat het rioleringssysteem in het centrum van de stad overstroomde. Na de wateroverlast van 2009 dacht men dat het zeker wéér een halve eeuw zou duren voordat het water van de rivier een dergelijke hoge stand zou bereiken. Het pakte anders uit. In 2012 bereikte het water van de Rio Negro een hoogte van 29,97 meter. “Ziekten verspreidden zich doordat het rioleringssysteem in het centrum van de stad overstroomde” Samen met collega Luiz Vasconcelos uit Manaus rij ik naar Manacapuru, om daar de wateroverlast te fotograferen. Overstromingen zijn in dit deel van de wereld geen uitzondering. Ze komen ieder jaar weer en dragen bij aan de grote biodiversiteit van het ecosysteem. Dit jaar staat het water net als in 2009 extreem hoog. Klimaatverandering? Het natuurverschijnsel La Niña? Wie zal het zeggen. Een combinatie van beide lijkt het meest waarschijnlijk. We rijden over de drieënhalve kilometer lange Lees verder >>
“Als er binnen vier tot acht jaar niets verandert, is de vernietiging van het Amazone-woud onomkeerbaar.” Deze uitspraak deed de Braziliaanse wetenschapper Paulo Artaxo, hoogleraar atmosferische fysica aan de Universiteit van São Paulo, begin juli in een interview met BBC News Brasil. Paulo Artaxo is sinds 2003 een permanent lid van het Intergouvernementele Panel voor Klimaatverandering (IPCC) van de Verenigde Naties. Ik sprak met Hans Ter Steege, groepsleider Biodiversity dynamics bij het nationaal onderzoeksinstituut Naturalis in Leiden en hoogleraar Tropical Forest Diversity and Tree Traits aan de Vrije Universiteit Amsterdam over de uitlating van Paulo Artaxo en andere, aan de Amazone gerelateerde onderwerpen, zoals de soortensamenstelling en de mythe van de ongereptheid van het bos. Hans Ter Steege was als ‘Amazonebomen-teller’ te zien in de NPO serie De Toren. Hij ‘telde’ in de hele Amazone in totaal 390 miljard bomen. “We hebben ze niet allemaal netjes geteld. Er is overigens een Fransman, die uitrekende dat we met tweehonderd mensen erbij in een jaar alle 390 miljard bomen netjes hadden kunnen tellen.” Lacht. “Hij heeft waarschijnlijk nooit daar rondgelopen, want dan had hij geweten dat het logistiek niet zo makkelijk is. Wij hebben perceeltjes ingemeten van honderd bij honderd meter. Daar hebben we er nu, verspreid over de Amazone, bijna tweeduizend van. Dan is er een gemiddelde dichtheid. Stel, er zijn 567 bomen gemiddeld per hectare en je weet dat de Amazone 5,7 miljoen vierkante kilometer groot is. Het aantal bomen doen we dan iets netter door te kijken naar waar er meer bomen per hectare zijn en waar minder. En dan komen we dus op die 390 miljard.” ATTO Hans Ter Steege bevond zich in de uitzending van De Toren inderdaad bij een toren: ATTO (Amazonian Tall Tower Observatory), een stalen onderzoekstoren van 325 meter, die honderdvijftig kilometer ten noordoosten van Manaus, hoofdstad van de Braziliaanse deelstaat Amazonas, als een naald uit het tropisch regenwoud omhoogsteekt. ATTO is een gezamenlijk Duits-Braziliaans project. ATTO is een ‘Atmospheric Laboratory’, opgezet om te begrijpen op welke wijze het Amazonewoud de verandering van het klimaat beïnvloedt en omgekeerd, hoe klimaatverandering de gezondheid van het Amazonewoud aantast. Door de grote hoogte van ATTO kunnen wetenschappers over een dusdanig uitgestrekt gebied metingen in de atmosfeer verrichten, dat zij in staat zijn om met grote precisie te voorspellen wat de invloed van allerlei factoren – inclusief menselijk handelen – op het klimaat zal zijn. In Manaus gaan de data van ATTO naar het Nationale Instituut voor Amazone Onderzoek INPA, in Duitsland worden ze geanalyseerd door het Max Planck Instituut voor Biochemie in Jena en het Max Planck Instituut voor Chemie in Mainz. Hans Ter Steege verrichtte in de uitzending van De Toren zijn bomenwerk - hij bemonstert aan de grond steekproefsgewijs de soortensamenstelling – in de omgeving van ATTO. Op de onderzoekstoren zelf zul je hem niet veel tegenkomen. Zijn echtgenote, de Braziliaanse onderzoekster Sylvia Mota de Oliveira, vind je er vaker. Zij neemt luchtmonsters op driehonderd meter boven het bladerdak om erachter te komen over welke afstanden de sporen van mossen zich kunnen verspreiden. Inzicht krijgen in de verspreiding van planten is het doel van haar onderzoek, kennis die van fundamenteel belang is voor het voorspellen van biodiversiteitspatronen. In een eerder interview met Jošt Lavrič, onderzoeker bij het Max Planck Instituut voor Biochemie in Jena en leider van de onderzoeksgroep ‘Tall Tower Atmospheric Gas Measurements (TAG)’, merkte deze op dat het milieu bij ATTO bijna onaangetast is, tenminste een deel van het jaar. Jošt Lavrič: “Op een of andere manier is er altijd wel een antropogene invloed waardoor je niet van 100 procent onvervuild kunt spreken. Maar er zijn dagen en perioden in het jaar dat het daar bijna vrij is van vervuiling en dan is het interessant om te zien hoe het woud zelf de verschillende processen beïnvloedt die gekoppeld zijn aan bijvoorbeeld de aërosolen, wat dan weer verbonden is met de waterkringloop, en de intensiteit en frequentie van regenval. Het begrijpen van die processen stelt je in staat om de werking ervan uit te leggen en beter te voorspellen wat er gaat gebeuren als er iets verandert.” “Er lopen overal paden door de Amazone.” Dat het milieu rondom ATTO een deel van het jaar bijna onaangetast is, maakt het gebied niet ongerept. Die begrippen worden nogal eens door elkaar gehaald. De vraag is of echt ongerept woud in de Amazone wel bestaat, in de betekenis van ongerept als maagdelijk, onaangeraakt, intact als zijnde vrij van menselijke invloeden. Hans Ter Steege: “Kijk, als je naar een bepaalde plek in de Amazone wilt, dan ga je meestal met een gids. Je gaat met iemand die het gebied een beetje kent. Met andere woorden: iemand is er al wel eens geweest, er is een pad naartoe. Als je niet oplet, dan zie je niet dat je op een pad loopt, maar er zijn eigenlijk overal paden. Er lopen overal paden door de Amazone. En wat blijkt: er is in het gebied rond de ATTO vroeger extractie geweest van rozenhout, Aniba rosaeodora. Dat is nu allemaal weg en de plekken waar het voorkwam zijn dicht gegroeid. Verder is het bos intact maar die ene soort is wel weggehaald. Omdat die heel veel geld waard is. Ongerept is dus een relatief begrip.” DOMESTICATIE Hans ter Steege was eerder betrokken bij een onderzoek naar de blijvende effecten van de pre-Columbiaanse domesticatie van bomen op de samenstelling van het Amazonewoud. “Het Amazonewoud is gedeeltelijk de nalatenschap van zijn verdwenen bewoners”, aldus een van de auteurs van een publicatie over dit onderwerp in 2017 in Science. Het verhaal over het Amazonewoud als maagdelijke oerbos is volgens dit onderzoek een mythe. Door bepaalde boomsoorten te cultiveren heeft de inheemse bevolking in de loop van de geschiedenis in delen van het woud duidelijk een stempel gedrukt op de samenstelling ervan. Was de kennis van de inheemse volken over de werking van het hen omringende ecosysteem zo groot, dat ze dat konden sturen, wil ik weten. Hans ter Steege: “Ons onderzoek laat de schaal zien waarop Lees verder >>