Groen WK blijft droom

Het Wereldkampioenschap Voetbal in Brazilië moest groen worden. Het land zou een kantelpunt in het denken over en het omgaan met milieukwesties realiseren waarvan de hele wereld kon leren. Inmiddels nadert het WK zijn ontknoping en lijkt er van de groene droom weinig tot niets werkelijkheid te zijn geworden.

 

In september 2009 publiceerde de bergbeklimmer, natuurgids en fotojournalist Ilan Reismann uit Rio de Janeiro in Globo Sport een artikel waarin hij de hoop uitsprak dat Brazilië erin zou slagen een groen WK te organiseren.

Het was de droom van een man met een hart voor de natuur en het milieu. Met stadions in de Amazone, de Pantanal en andere grote natuurgebieden zou overal de groene vlag van het nieuwe, milieubewuste Brazilië wapperen. In de woorden van Ilan: “Wij hebben een morele en historische verplichting ten opzichte van ons volk om een groene Copa do Mundo te organiseren met een geneutraliseerde CO2-uitstoot, herbebossing, moderne, door schone energie aangedreven podia, volledige afvalwaterzuivering, investeringen in milieu-educatie voor kinderen en eco-vriendelijk openbaar vervoer. Zeker in de twaalf speelsteden.”

Schone energie

Er zou in de grote natuurgebieden worden geïnvesteerd. Het potentieel van de bergen, rivieren en de prachtige kustgebieden kon banen genereren. Er zou onderzoek komen naar nieuwe, schone vormen van energie. Brazilië moest een natie worden die een kantelpunt in het denken over en het omgaan met milieukwesties zou realiseren en de hele wereld zou daarvan leren. Het werd dé erfenis die het WK in Brazilië aan de wereld zou nalaten. Vergeleken bij dit alles, zo eindigde Ilan Reismann in 2009 zijn artikel, was het eventuele verlies van Brazilië in een finale tegen Argentinië in het Maracanã stadion slechts een detailkwestie.

Erfenis

Inmiddels zijn we vierenhalf jaar verder en nadert het WK zijn ontknoping. Brazilië zal na de vernederende nederlaag in de halve finale tegen Duitsland niet aantreden in het Maracanã stadion. En de droom van Ilan Reismann, bestaat die nog? Ik vroeg het hem. “Dat is nog altijd dezelfde droom, maar helaas alleen op papier. De enige ‘erfenis’ die we nu hebben zijn de stadions en de torenhoge kosten, zoals inmiddels iedereen weet.”

Regenwater

In termen van een erfenis voor het milieu is er niets speciaals gerealiseerd, zeg hij. “Enkele stadions, zoals bijvoorbeeld het Maracanã, hebben wel een dak met een installatie om regenwater op te vangen, dat dan weer kan worden gebruikt in de toiletten en zo, maar dat zijn slechts kleinigheden die geen deel uitmaakten van de grote milieu-agenda als zodanig. Kijken we naar de Arena’s van Amazonia, Brasilia, Natal en Cuiabá, dan durf ik er alles om te verwedden dat ze leeg zullen gaan staan. Daarmee krijgen we de zoveelste nationale schande, omdat geen van deze steden een voetbalteam heeft of een regionaal kampioenschap dat het dure onderhoud van die stadions legitimeert.”

Mobiliteit

Of de Olympische Spelen van 2016 in Rio de Janeiro Brazilië een herkansing zullen geven? “Ik zie weinig relevante dingen gebeuren. Zelfs de vervuilde Baía de Guanabara, bestemd voor de zeilwedstrijden, wordt niet schoongemaakt, zoals eerder wel was beloofd. Er zijn enkele projecten ter verbetering van de stedelijke mobiliteit in werking gezet. Die zijn belangrijk. Alleen de bevolking begrijpt het niet en eigenlijk interesseert het de meesten ook niet.”

Volgens Ilan Reismann ontbreekt het binnen de bureaucratie van de Braziliaanse overheid aan gekwalificeerde experts op het gebied van milieu en duurzaamheid. Tot dat verandert blijft zijn groene droom wat het is: een droom.

Het WK Voetbal in Brazilië zou een “Green World Cup” worden. Of zoals de Braziliaanse minister van milieu Izabella Teixeira in januari 2013 zei: “Wij zullen groene kampioenen zijn van de beste en meest duurzame World Cup.” Of dat gelukt is? C. Cornell Evers zoekt de komende weken naar antwoorden.