Foto: © Greenpeace/Alberto César Araujo
Op de VN-duurzaamheidstop Rio+20 zal weer veel worden gesproken over het behoud van de Amazone. Aan de lokale bewoners wordt zelden iets gevraagd. Activisten die voor hen inzetten, zijn hun leven niet zeker.
Het Zuid-Amerikaanse Amazonegebied speelt een belangrijke rol in het debat over de CO2-uitstoot en de opwarming van de aarde. Zonder een oplossing voor het probleem van ontbossing komt er geen oplossing voor de klimaatcrisis, zo betoogden Nobelprijswinnaars in de aanloop naar de VN-klimaatconferentie van 2009 in Kopenhagen. Deze maand vindt in Brazilië de VN-conferentie over duurzame ontwikkeling Rio+20 plaatst. Maar terwijl in Rio de Janeiro wordt onderhandeld over verdragen die moeten leiden tot een duurzame toekomst, worden elders in het land Amazone-activisten bedreigd.
Het behoud van het tropisch regenwoud in het Amazonegebied gaat iedereen aan, maar is op de eerste plaats een zaak van de lokale bewoners. Tenminste, dat vinden zij zelf. Het is hun land, zo betogen zij in reacties op de bemoeienis van de rest van de wereld met hun binnenlandse aangelegenheden, te weten hun leefgebied. Als de wereld iets wil met de Amazone, zal er geluisterd moeten worden naar de mensen die er wonen en werken, niet alleen naar de inheemse volken, maar ook naar al die miljoenen anderen die wonen langs de rivieren en in de vele steden. In realiteit laten de eigen regering én buitenlandse NGO’s dit vaak na en zijn met name lokale activisten hun leven niet altijd zeker.
Sta-in-de-weg
Waar de pirarucu vandaan komt die wordt verkocht op de vismarkt in de haven van Manaus, hoofdstad van de Braziliaanse deelstaat Amazonas, het gaat mij niets aan, zo krijg ik te horen. En de directeur van recyclingbedrijf Coplast vraagt zich hardop af waarom westerlingen het altijd over duurzaamheid moeten hebben? Wat hebben wij zelf bewaard? Nee, gringos, buitenlanders zijn hier niet altijd populair. Eerst met onze leefwijze de wereld naar de verdoemenis helpen en dan hier komen ‘zeuren’ over het regenwoud.
In deze sfeer worden activisten die opkomen voor een duurzame Amazone vaak gezien als mensen die de ontwikkeling en economische groei tegenhouden. Zij zijn een sta-in-de-weg van grootgrondbezitters en industriëlen die weinig op hebben met de milieuwetgeving. Die worden bij hun illegale praktijken vaak geholpen door lokale politici. Voeg daarbij een milieupolitie die te weinig macht heeft om echt een vuist te maken en overheden die misdaden tegen het milieu achteraf legaliseren en wij zijn in het wilde westen van de Amazone. Met desastreuze gevolgen. Zoals intimidatie en bedreiging.
Die komen vooral voor in de staten Pará en Mato Grosso. Internationaal bekend is de moord op de Amerikaanse zuster en mensenrechten- en milieuactiviste Dorothy Stang in 2005. Vorig jaar werden, eveneens in Pará, José Claudio Silva en zijn vrouw María do Espírito Santo Silva om het leven gebracht, om hun protesten tegen de illegale houtkap. Drie dagen later werd Adelino “Dinho” Ramos, de voorzitter van een organisatie van kleine boeren, in Rondônia neergeschoten.
Collega en voormalig Greenpeace-fotograaf Alberto César Araujo uit Manaus weet hoe risicovol het kan zijn om te berichten over kwesties waarbij economische belangen en het milieu maar ook mensenrechten lijnrecht tegenover elkaar staan. In 2008, toen hij voor een tijdschrift aan een special over Amazônia werkte, kreeg hij ‘s nachts, in opdracht van de grondzwendelaar João Cleber, zeer onaangenaam bezoek. Araujo: “Twee pistoleiros drongen mijn hotelkamer binnen om mijn apparatuur en foto’s te stelen, zodat ik niet meer kon werken. Ik hield me slapende. Ze namen alleen de verkeerde tas mee, haha. Of ik bang was? Wat dacht je! Ik heb me vijftien minuten heel stil gehouden.”
De intimidatie beperkt zich niet tot Brazilianen. Op 20 augustus 2007 werden Alberto, activisten van Greenpeace, medewerkers van OPAN (Operação Native Amazônia) en enkele Europese journalisten door boeren en politici uit Juína in de staat Mato Grosso zwaar gehinderd toen ze met toestemming van de overheid het nabijgelegen gebied van de Enawene Nawe stam wilden bezoeken.
Sociale verbetering
Net als veel anderen in Manaus is Eliberto Barroncas niet echt positief over de aanwezigheid van buitenlandse NGO’s in het gebied. Zijn motivatie is echter van heel andere aard dan die van de grootgrondbezitters. Eliberto Barroncas is muzikant, kunstenaar, dichter en docent muziek en kunst aan onder andere de universiteit van Amazonas. Hij is de spil van Escada sem degraus, een collectief van kunstenaars. Zij werken met dans, theater, muziek, poëzie, literatuur en sociale projecten. Zo willen ze een vorm van educatie creëren die moet leiden tot een grotere bewustwording van de eigen cultuur van de Amazonebewoner en van diens relatie tot de natuur.
Barroncas: “Ik heb via mijn werk met deze organisaties te maken gehad en heb nog nooit enige sociale verbetering gezien die het gevolg was van hun activiteiten. Het ontbreekt ze vaak aan kennis van de mensen hier, hoe die in elkaar zitten, hun culturele achtergronden. Het merendeel van hun werk gaat over cijfers, statistieken. Soms maken ze bepaalde problemen ook alleen maar erger.”
Hij noemt de vele zelfmoorden onder jongeren van de inheemse volken in het stroomgebied van de Amazone. Deze nemen de laatste jaren enorm in aantal toe. Barroncas: “Dat gebeurt in het gebied van de Alto Solimões (Amazonerivier), en in het gebied van de Alto Rio Negro. Daar werken overal NGO’s. Door de vele mogelijkheden tot communicatie die hen worden geboden, worden deze jongeren geconfronteerd met een werkelijkheid, met rolmodellen die voor hen onbereikbaar zijn. Tegelijkertijd verliezen ze het contact met de tradities van hun gemeenschap en de waarden van hun eigen cultuur.”
Met zijn muziekgroep, het daar legendarische Raízes Caboclas, speelde Barroncas twintig jaar geleden in Rio de Janeiro tijdens Earth Summit ECO 92, voorloper van Rio+20. Wat verwacht hij van Rio+20? Barroncas: “In 1992 werd er over de toekomst gepraat. Die zou heel anders worden. Wij zijn nu in die toekomst en er is niets veranderd. Het is eigenlijk alleen maar erger geworden. Het minste is dat mensen eindelijk erkennen dat er wat aan de hand is en daar wat mee doen.”
Genoeg martelaren
Geweld. Het is alom aanwezig, in de mannen die op straat mijn foto’s opeisen, in de politieagent in burger die een ongeluk veroorzaakt en een slachtoffer toeschreeuwt dat hij een “filho da puta” (“hoerenzoon”) is, in de afwezigheid van bekenden van mij, dood door mes of kogel. Milieu- en mensenrechtenorganisaties in Amazonas zijn de bedreigingen, die zij zien als gevolg van een falende politiek, zat.
Zoals Carlos César Durigan. Hij is geograaf en coördinator van Fundação Vitória Amazónica (FVA). Deze Braziliaanse NGO heeft zijn basis in Manaus en heeft als doelstelling de bescherming van het milieu door verbetering van de levensomstandigheden in de kleine gemeenschappen in het binnenland. De stichting doet dat door duurzame exploitatie van het regenwoud te bevorderen en mensen te helpen bij het opzetten van bedrijfjes. FVA is vooral actief in het gebied van de Rio Negro en werkt daar onder andere met het samenwerkingsverband van inheemse volken van de Rio Negro (FOIRN) en met Instituto Socioambiental (ISA), een van de grootste NGO’s op het gebied van duurzaamheid in Brazilië.
Durigan: “Het geweld neemt enorm toe. Vooral ook in de stad. Het richt zich tegen personen die een andere manier van leven verdedigen, maar ook tegen mensen met een sociale duurzaamheidagenda. Veel activisten zijn banger dan voorheen. Bescherming door politie is er niet of nauwelijks. Daar is geen mankracht voor. Of geen interesse. Ze vinden het niet nodig. Er is geen economisch belang mee gemoeid. Zeker niet in de gebieden van de inheemse volken.”
Samen met twintig organisaties, waaronder NGO’s, burgerinitiatieven, kerkelijke actiegroepen en adviesorganen van inheemse volken, stelde FVA naar aanleiding van Rio+20 een pamflet op waarin regering en burgers worden opgeroepen “een halt toe te roepen aan de verslechterende milieusituatie die zich momenteel ontvouwt in Amazonas.” Daarin staat te lezen: “Een golf van geweld is het resultaat van het achterwege laten om maatregelen toe te passen die het gebruik van de natuurlijke rijkdommen regelen en de rechten van de traditionele mensen in de staat waarborgen. In een recente brief verklaarden de bewoners van het duurzame Mamirauá reservaat (halverwege de grens met Colombia): Wij hebben al genoeg martelaren gehad, wij willen in vrede met onze families kunnen leven.”
Greenwash
Het pamflet van de twintig is duidelijk en stelt de overheid medeverantwoordelijk voor het geweld tegen activisten. Die overheid is ook betrokken bij projecten die volgens critici niet (sociaal) duurzaam zijn maar wel als zodanig worden gepromoot. Zoals Fundação Amazonas Sustentavel (FAS).
FAS begon als initiatief van enkele zakenmensen en de vorige gouverneur Eduardo Braga, nu senaatsvoorzitter in Brasilia. FAS is internationaal bekend door onder meer een samenwerkingsverband met Google Streetview, waardoor mensen in de hele wereld via hun computer kunnen inzoomen op de natuur en enkele dorpen in het gebied van de Rio Negro. Daar werd in recordtijd publieksdomein tot beschermd gebied verklaard.
De bewoners was niets gevraagd. Zij krijgen van FAS maandelijks in het kader van het Bolsa Floresta programma een uitkering van 50 reais (28 dollar). Bolsa Floresta wordt door velen controversieel genoemd. Carlos César Durigan van FVA gebruikt de term “greenwash”. De bewoners worden verplicht tot duurzaam gebruik van het regenwoud. Hout kappen om een dak te repareren of een kano te bouwen volgens de tradities, is verboden. Net als maniok en andere gewassen verbouwen. Een echte keuze is er niet. Velen leven onder de armoedegrens.
FAS, die aanwezig zal zijn op RIO+20, werd voor haar REDD-programma (beschermen van bossen om CO2-uitstoot te voorkomen, red) in het stroomgebied van de rivier de Juma internationaal geprezen. Veel bewoners begrijpen daar niets van. De verhalen over de negatieve gevolgen, vooral sociaal, zijn legio. Onder de critici zijn veel burgerinitiatieven, maar (opvallend) geen lokale pers. “Niemand in de pers hier, geen krant, geen tijdschrift mag kritiek op FAS publiceren”, zegt een journalist die anoniem wil blijven. “Zij zijn heel machtig. Het is niet illegaal wat zij doen, wel immoreel.” Kritiek is er wel op internet en in internationale media. Die worden door FAS gewaarschuwd dat er nauwlettend zal worden gekeken naar eventuele politieke gevolgen.
In het eerder genoemde pamflet van de twintig NGO’s staat: “Traditionele gemeenschappen wachten, net als de rest van de maatschappij, nog altijd op een daadkrachtige politiek die de strijd aangaat met de ontbossing en die de kwaliteit van leven van de bosmensen verbetert. Deze politiek zou alle aspecten van de kwetsbare levensomstandigheden van de traditionele gemeenschappen onder de loep moeten nemen, en die niet alleen maar verdoezelen met programma’s en projecten met beperkte impact, zoals het Bolsa Floresta programma.”
Overstroming
Ik rij samen met een collega uit Manaus naar Manacapuru, een stadje aan de Rio Solimões, 80 kilometer zuidwaarts, om daar de overstroming te fotograferen. Overstromingen zijn in dit deel van de wereld geen uitzondering. Ze komen ieder jaar weer en dragen bij aan de grote biodiversiteit van het ecosysteem. Dit jaar staat het water net als in 2009 extreem hoog. Klimaatverandering? Het natuurverschijnsel La Niña? Wie zal het zeggen. Een combinatie van beide lijkt het meest waarschijnlijk.
We rijden over de drieëneenhalve kilometer lange brug die sinds kort de beide oevers van de Rio Negro met elkaar verbindt. Er was veel kritiek op de bouw, vanwege de torenhoge kosten en omdat de brug het achterliggende natuurgebied openlegt, dat zo gemakkelijk toegankelijk wordt voor illegale houtkap en andere criminele activiteiten. De drugssmokkel vaart er in ieder geval wel bij. Controle is er nauwelijks.
In Manacapuru staan veel straten blank. Een man klaagt over de muggen, de stank, de overheid die het laat afweten. In het water voor de ingang van het gesloten gemeentekantoor spelen kinderen. Enkele dagen later, op de dag dat ik vertrek, bereikt het water in de Rio Negro een historische hoogte en laat mijn camera het in de stromende regen afweten. Uit de kraan komt echter geen druppel water.
Valse activisten
Einde verhaal? Na terugkeer thuis in Amsterdam kom ik via twitter in contact met Danilo Degra, zoöloog en muzikant in Rondônia. Met zijn rockband Projeto Bioart wil hij een bijdrage leveren aan een groter milieubewustzijn, eerst en vooral in Brazilië zelf. Om die reden streeft hij voorlopig geen internationaal succes na. Degra: “Onze betrokkenheid is bij de mensen hier, de bevolking van Amazônia. Waarom in Europa of Azië toeren, terwijl hier onze wortels en doelstellingen liggen?”
Voor Danilo Degra is de toekomst van het Amazonegebied op de eerste plaats een zaak van de bewoners zelf. Onbewust vat hij in zijn verklaring bovenstaande grotendeels samen. Degra: “Wat moeten wij met adviezen van Europeanen. Zouden die het waarderen als Brazilianen hen kwamen vertellen hoe de economische crisis op te lossen? Eerst moeten de mensen hier bewust worden gemaakt. Het is onzinnig om hier te komen om te helpen als de mensen zelf niet willen. Maar als mensen komen, dan is het handig als ze zich verdiepen in onze werkelijkheid, in onze cultuur. Er lopen hier heel wat valse activisten rond, mensen die zich ‘Amazone caboclo’ noemen maar nog nooit acai met farinha hebben gegeten. Als je hier alleen maar komt om foto’s van onze inheemse bevolking te maken, een cover voor een tijdschrift of krant, zonder dat het iets oplevert voor ons land, dan ben je hier niet welkom. De Amazone heeft geen behoefte aan status maar aan betrokken mensen.”
En over het geweld tegen activisten: “Een activist is net zo bang van intimidatie en geweld als ieder ander mens. Het verschil is dat een activist niet zal ophouden om voor de zaak te vechten, die niet verraadt. In die zin kunnen de echte activisten heel gemakkelijk worden onderscheiden van de namaakactivisten.”
Danilo Degra en Projeto Bioart namen recentelijk voor Rio+20 een videoclip van het nummer Parábolas op in het regenwoud. Wat verwacht hij van de conferentie? Hij geeft het antwoord dat ik de laatste weken steeds heb gehoord: “Meer betrokkenheid van onze regering, meer inzicht, meer steun voor onze onderzoekers. En dat het niet alleen maar een historische gebeurtenis wordt met een hoop beloften.”
Rio+20
Rio+20 staat ook wel bekend als de Earth Summit, voluit: de Conferentie voor Duurzame Ontwikkeling van de VN. De allereerste vond veertig jaar terug plaats in Stockholm, Zweden. Twintig jaar geleden vond de tweede top plaats in Rio, dat is waarom deze top Rio+20 heet. Dit is overigens de vierde top. De derde vond plaats in Johannesburg, Zuid Afrika. Van alle groene toppen zijn dit wel de grootsten. De thema’s en doelen zijn dan ook wat groots en vaag. Het is overigens niet gezegd dat wereldleiders allemaal aanwezig zullen zijn. Obama wordt onder druk gezet, maar was het eigenlijk niet van plan, en ook Rutte stuurt iemand anders.
Zoals gebruikelijk worden er rond de top ook allerlei aanvullende en tegengestelde activiteiten georganiseerd van sociale bewegingen en maatschappelijke organisaties, the Peoples Summit.