Kayapó dorp in TI Baú (Foto: Alberto César Araújo/Amazônia Real)
Er komen geen rails zonder overleg. Met deze vastberadenheid hebben inheemse gemeenschappen, quilombolas, rivierbewoners en milieuorganisaties zich verenigd en gemobiliseerd tegen de aanleg van de Ferrogrão, een spoorlijn voor de agro-industrie die dwars door het Braziliaanse Amazonegebied loopt, inclusief het Jamanxim Nationale Park.
Het Ferrogrão-project wordt gesteund door de federale overheid en private bedrijven, maar negeert de verplichting om de getroffen bevolking te raadplegen. De Kayapó, die in een nog ongerept deel van het Amazonegebied in het noorden van Mato Grosso en het zuiden van Pará wonen, vrezen dat de spoorlijn inheemse levens zal verwoesten.
“Een groot deel van de Amazone zal in de komende eeuw te maken krijgen met een dodelijke spiraal van ontbossing en droogte,” zo vermeldt de studie ‘Self-amplified Amazon forest loss due to vegetation-atmosphere feedbacks’, gepubliceerd in 2017. Hoewel de voorspelde afname van regenval niet direct zal leiden tot een volledige ineenstorting van het Amazone-ecosysteem, zijn grote delen van dit uitgestrekte gebied zeker in gevaar, aldus een van de onderzoekers destijds in de Britse krant The Independent.
De Nederlandse wetenschapper Arie Staal was een van de medewerkers aan deze studie. In een interview dat ik met hem had, getiteld ‘Spelen met water en vuur in de Amazone: This Is Spiral Death’, wees hij specifiek naar het zuidelijke deel van het Braziliaanse Amazonegebied. “Het zuidelijke deel van de Amazone, waar het meeste ontbost wordt, is essentieel voor het behoud van de regenval in de gevoeligste bossen van de regio,” aldus Staal. Onderzoek van hem en zijn collega’s toonde ook aan dat hetzelfde geldt voor de noordoostelijke Amazonestaat Pará. Laat dit nu net de gebieden zijn waar de Braziliaanse overheid, gesteund door het Nederlandse bedrijfsleven, een soja transportcorridor heeft gepland.
Deze Corredor Norte gaat dwars door het Amazone regenwoud en omvat naast asfaltwegen en gekanaliseerde rivieren ook de Ferrogrão (Graanrail). Van de sojaplantages in het Midwesten van Brazilië tot de haven van Miritituba aan de Tapajós-rivier in Pará, een afstand van 1142 kilometer, zal deze spoorlijn inheemse gebieden en natuurparken doorkruisen, en daar en elders de rechten van mens en natuur geweld aandoen en verdere ontbossing veroorzaken.
PIB
In 2013 lanceerde het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het kabinet-Rutte II het Convenant PIB Actieplan Multi- en Synchromodale Corridors in Brazilië. Het doel was om de haalbaarheid te onderzoeken van een snelle sojaroute vanuit de deelstaat Mato Grosso via de Amazone naar de havens in het noorden van Brazilië. PIB staat voor Partners for International Business.
De deelnemers aan dit samenwerkingsverband waren Panteia, TNO, EICB, STC-Group en Connekt. Namens de overheid waren ook het Ministerie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, onder leiding van PvdA-minister Ploumen, en daarbij het Directoraat-Generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen en Agentschap NL betrokken bij de uitvoering van het convenant.
Nederland financierde het onderzoek waarin Nederlandse bedrijven de mogelijkheden verkenden voor transportcorridors naar de noordkust van Brazilië. Dit onderzoek leidde tot de oprichting van het ontwikkelingsproject Corredor Norte (Noord-Corridor).
Daarnaast adviseerden Nederlandse bedrijven in het eerder genoemde onderzoeksrapport om een nieuwe spoorlijn, de Ferrogrão (Graanrail), aan te leggen. Deze spoorlijn zou door inheemse gebieden en natuurparken lopen.
Amazone in crisis
Inmiddels zijn we meer dan tien jaar verder, en het grootste rivierbekken ter wereld verkeert in crisis. Brazilië wordt geconfronteerd met ernstige droogte, hittegolven en bosbranden die het Amazonegebied en de Pantanal verwoesten. Rook bedekt steden, wat de luchtkwaliteit gevaarlijk maakt. Veel gemeenschappen in de regio zijn geïsoleerd, en de sterfte onder vissen en dolfijnen onderstreept de impact op de wilde dieren. Het bos heeft bovendien moeite om zijn rol als koolstofopslag te behouden.
Inheemse volken, waaronder de Kayapó, verzetten zich krachtig tegen de aanleg van de Ferrogrão-spoorweg in het Braziliaanse Amazonegebied. Zij beschouwen het project als een ernstige bedreiging voor hun land en levenswijze. Het Ferrogrão-project heeft tot doel een spoorlijn van meer dan 1000 kilometer aan te leggen om sojabonen en maïs te vervoeren van het centraal-westelijke deel van Brazilië naar havens in het noorden, dwars door het kwetsbare regenwoud van de Amazone. Inheemse groepen, quilombolas (nazaten van tot slaaf gemaakten – CCE), riviergemeenschappen en milieuorganisaties hebben zich verenigd in hun verzet tegen het project en eisen naleving van de wettelijk vereiste raadpleging.
De Kayapó, die wonen in een beschermde zone van het Amazonegebied in het noorden van Mato Grosso en het zuiden van Pará, zijn bezorgd dat de spoorlijn hun bossen en gemeenschappen zal vernietigen. Terra Indígena Baú, waar de Kayapó-gemeenschappen leven, wordt beschreven als een oase van ongerept bos, omringd door gebieden die zijn aangetast door landbouw, mijnbouw en ontbossing.
Kayapó-leiders vrezen dat de spoorweg criminelen zal aantrekken en schadelijk zal zijn voor hun kinderen en kleinkinderen. Ze zweren hun bos te beschermen en er alles aan te doen om het project te stoppen. Daarnaast maken ze zich zorgen dat de spoorlijn de traditionele levenswijze van de Kayapó zal verstoren, interne conflicten kan veroorzaken en jongeren naar de steden zal lokken. De inheemse groepen betogen dat de regering en de privébedrijven die Ferrogrão steunen, hun wettelijke verplichting om de getroffen bevolkingsgroepen te raadplegen, hebben genegeerd. Dit onrecht versterkt hun verzet tegen deze aanzienlijke bedreiging van hun erfgoed en leefomgeving.
Waakhutten
Al tientallen jaren verdedigt het Kayapó-volk van Terra Indígena Baú in Brazilië hun uitgestrekte grondgebied van 11 miljoen hectare tegen indringers. Ze onderhouden waakhutten door heel hun gebied om bedreigingen te bestrijden en om illegale mijnwerkers en houthakkers te verjagen.
De bedreigingen komen uit verschillende hoeken, waaronder ook via de Curuá-rivier. Het Kayapó-volk moet zich daar verdedigen tegen gewapende vissers. Wanneer indringers worden ontdekt, worden hun bezittingen in beslag genomen, gedocumenteerd en gerapporteerd aan IBAMA (het Braziliaanse Instituut voor Milieu en Hernieuwbare Hulpbronnen). Recentelijke politieoperaties tonen aan dat illegale mijnwerkers de grootste dreiging vormen.
Dankzij de oprichting van een meetstation in het gebied is er wel een merkbare verbetering in de waterkwaliteit. Wanneer het water vervuild raakt, kunnen ze vroegtijdig een toename van illegale mijnbouwactiviteiten waarnemen, waarbij giftige stoffen zoals kwik de rivier verontreinigen, die stroomafwaarts naar hun dorp stroomt.
Amazônia Real
Een team van de onafhankelijke nieuwssite Amazônia Real in Manaus, bestaande uit journalist Leanderson Lima en fotograaf Alberto César Araújo, bezocht onlangs het gebied en sprak daar met verschillende leiders en activisten. Wakonkra Kayapó, de neef van Raoni Metuktire, een van de meest prominente leiders binnen de wereldwijde inheemse beweging, uitte zijn grote zorgen over het geplande project voor de aanleg van de EF-170, bekend als de Ferrogrão. “Ik heb er een slecht gevoel over omdat deze spoorlijn dwars door het bos loopt,” aldus zijn samenvatting.
Een andere leider, Bemoroi Kayapó, werd op 11-jarige leeftijd actief als activist en hielp bij het verdrijven van illegale mijnwerkers en houthakkers uit hun gebied. Als een van de weinige Kayapó die vloeiend Portugees spreekt, is ook hij bezorgd over de nieuwe bedreiging van de voorgestelde Ferrogrão-spoorlijn. Hij vreest dat de spoorlijn veeboeren dichter bij de gebieden van de inheemse bevolking zal brengen, wat negatieve gevolgen kan hebben voor hun gemeenschap. Hij zegt dat de Kayapó waakzaam zijn en vastbesloten om hun grondgebied te beschermen tegen deze en toekomstige bedreigingen.
Het Ferrogrão-project betreft een spoorlijn van 933 kilometer die Sinop in Mato Grosso verbindt met Miritituba in Pará. De Braziliaanse federale regering stelt dat het project kan leiden tot de vervanging van 400 vrachtwagens en het concurrentievermogen van transport via de Arco Norte (Noordelijke Boog) kan verbeteren. De Arco Norte is een logistieke corridor in het noorden van Brazilië die wordt gebruikt voor de export van landbouwproducten, met name soja en maïs. Het project wordt gezien als een kans om de logistieke kosten te verlagen en de export van deze producten te bevorderen. Verder wordt verwacht dat het project zal bijdragen aan een vermindering van de CO2-uitstoot door vrachtvervoer over de weg te vervangen door spoorvervoer. Indien goedgekeurd, zal een particulier bedrijf de spoorlijn tot maximaal 69 jaar exploiteren.
Het project omvat ook twee extra aftakkingen: een 32 kilometer lange lijn van Itaituba naar Santarenzinho en een 11 kilometer lange lijn binnen Itaituba. Het project kreeg aanvankelijk goedkeuring van de toenmalige president Dilma Rousseff van de PT, de centrumlinkse Partido dos Trabalhadores (Arbeiderspartij), en werd voortgezet onder de daaropvolgende regeringen. Momenteel wordt het opnieuw beoordeeld door de regering van president Lula, ook van de PT.
De Ferrogrão stuit op verzet van inheemse groepen, met name de Kayapó. Ze betogen dat de Braziliaanse regering de Conventie 169 van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) heeft geschonden door hen niet te raadplegen. Deze conventie verplicht regeringen om de rechten en integriteit van inheemse volken te beschermen, waaronder het consulteren van deze groepen, zodat zij vrije, voorafgaande en geïnformeerde beslissingen kunnen nemen over projecten die hun leven beïnvloeden. In het geval van de EF-170 heeft de federale regering de Conventie 169 en de rechten van inheemse volken genegeerd. De rechtvaardiging hiervoor was dat het tracé voor de spoorweg “ver weg” zou liggen en “geen directe socio-milieu-impact” op inheems land zou hebben.
In oktober 2024 heeft de Conselho Nacional dos Direitos Humanos (Nationale Raad voor de Mensenrechten) aanbevolen om alle bestuurlijke besluiten op te schorten totdat inheemse volken, quilombolas en traditionele gemeenschappen op de juiste wijze zijn geraadpleegd.
De weg van vuur
Het team van Amazônia Real reisde naar het Kayapó-gebied om de gevolgen van het voorgestelde Ferrogrão-spoorwegproject te onderzoeken. De reis begon in Manaus en ging via Santarém, waarna ze 12 uur over de BR-163 snelweg naar Novo Progresso reisden. Toen ze de stad naderden, hing er een zware rooklaag in de lucht als gevolg van ongecontroleerde branden, wat het ademen en het zicht bemoeilijkte.
Novo Progresso, ondanks de betekenis van de naam ‘vooruitgang’, vertoonde duidelijke tekenen van achteruitgang op milieugebied. De stad is berucht vanwege de Dia do Fogo* (Dag van het Vuur) in 2019 en heeft, naast een kleinere replica van het standbeeld van Christus de Verlosser uit Rio, ook een monument voor de goudzoekers die in het gebied hebben ‘gepionierd’.
De reis liep verder via Itaituba en Jacareacanga, beide bekend om de uitgestrekte ontbossingen en bosbranden. Bij het naderen van het inheemse gebied Terra Indígena Baú verslechterde de situatie aanzienlijk. Branden dreigden de grenzen van voorheen beschermde gebieden te overschrijden. De ontbossing rond de Terra Indígena Baú en Menkragnoti-gebieden is dit jaar dramatisch toegenomen tot 38.555,9 vierkante kilometer, een stijging van maar liefst 53 keer in vergelijking met 2023.
Deze snelle vernietiging van hun leefomgeving dwingt dieren om hun toevlucht te zoeken in inheemse gebieden. Het probleem is echter dat de bosgebieden steeds verder versnipperd raken en onder druk komen te staan door deze nieuwe dynamiek.