Meteen bij binnenkomst worden we begroet door Opete Bantifo, de kleurige koningsgier (Sarcoramphus papa), die als symbolische bewaker troont bovenop de heilige Kankantri, de kapokboom die in Suriname het centrum vormt van het spirituele en ecologische bosleven. In het Naturalis Biodiversity Center in Leiden is deze boom het middelpunt van de tentoonstelling ‘Het bos van Suriname’.
Het is Opete Bantifo’s rol in de tentoonstelling te laten zien hoe in de Surinaamse bosbeleving mens, natuur en spiritualiteit onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Hij vertegenwoordigt daarbij niet alleen de natuur, maar ook de onderlinge samenhang tussen alle levende wezens en de spirituele betekenis die Surinamers toekennen aan het bos en zijn bewoners.
Niet ver van de ingang staat het eerste alert. Daar treffen we de tigri aan. Wanneer mijn Surinaamse kennissen spraken over hun angst voor het woud, want daar leefde de tijger, wist ik niet waar ze het over hadden – er waren toch geen tijgers in het bos van Suriname. De tigri is de jaguar, de grote Zuid-Amerikaanse boskat, ooit alom in het woud aanwezig, nu door overbejaging prominent op de lijst van bedreigde diersoorten.
De jaguar staat aan de top van de voedselketen in het woud, dat nog altijd meer dan negentig procent van Surinames landoppervlak beslaat. Het bos is echter kwetsbaar: een complex ecosysteem van bomen, planten en dieren waarin elk element met het andere verbonden is. Verstoor je dat evenwicht, dan blijft er wel bos over, maar een leeg bos – een landschap dat zich niet kan vernieuwen. De tigri is tegenwoordig een beschermd dier, maar de jacht gaat door, aangewakkerd door de hoge prijzen op de illegale markt. En met elke gedode jaguar verdwijnt een beschermer van het evenwicht; zonder hem nemen knaagdieren en andere prooidieren de overhand.

We lopen verder, door woudgangen, begrensd met metershoge bosfoto’s, en langs open plekken. Daar ontrolt zich de geschiedenis van het bos en zijn bewoners, vanuit historisch perspectief bekeken, vanuit de actualiteit, maar vooral vanuit de verhalen en cultuur, de ziel van de bewoners. Overal, van boven op de scheidingswanden, kijken vogels neer – toekan, papegaai, zwarte gier – zwijgzaam opgezet, als tijdcapsules uit het verleden, onschuldig de luiaard met zijn eeuwige glimlach.
Er zijn mogelijkheden tot interactie, zoals de spin Anansi, een belangrijk symbool in de traditionele Afro-Surinaamse spirituele religie Winti, die bezoekers uitnodigt haar eitjes te helpen leggen. Anansi staat in de Winti-cultuur bekend als slimme verteller en leermeester die via verhalen wijsheid en culturele waarden overdraagt. Deze speelse betrokkenheid bij Anansi leidt vervolgens naar een andere dynamische ervaring: een rivier oversteken via geprojecteerde kaaimanruggen – een onderdeel met een hoog Kuifje in de Amazone-gehalte (‘Het gebroken oor’).

In het centrum van dit alles staat Kankantri, een replica van een deel van de stam van deze woudreus, met zijn indrukwekkende plankwortels. Die reikt tot in het plafond van de tentoonstellingsruimte. Op zijn bast projecties van woudleven: een doodskopaapje, een slang, de bladeren van klimplanten. De boom geeft leven, biedt beschutting. Met het beschermen van één boom bescherm je een heel ecosysteem, luidt de boodschap. Vanuit dit deel van het tentoonstellingswoud klinkt steeds weer, als een zuil van geluid die opstijgt en de Kankantri omarmt, een zware en mysterieuze zucht. Het gegrauw van een jaguar, de roep van een brulaap misschien? Of zijn het de geesten die de boom met hun aanwezigheid bezielen?
Kankantri, de kapokboom (Ceiba pentandra), wordt als heilig beschouwd door de Afro-Surinaamse gemeenschappen en speelt een rol in volkscultuur en religieuze praktijken. De boom wordt zelden gekapt, omdat spirituele overtuigingen en rituelen Kankantri bescherming bieden. Niettemin worden Surinaamse bossen, waaronder die met kapokbomen, bedreigd door houtkap en mijnbouw. Het ontbreken van de beschermingsstatus van heilige bossen baart zorgen over hun toekomst.

De tentoonstelling ‘Het bos van Suriname’ in Naturalis legt bijzondere nadruk op de spirituele, ecologische en culturele aspecten van het Surinaamse regenwoud, waarbij de hechte verbondenheid tussen mens en natuur centraal staat. Deze tentoonstelling is bijzonder omdat niet alleen de biodiversiteit wordt getoond, maar vooral het bezielde en mythische karakter van het bos, gezien vanuit het perspectief van inheemse bewoners en Marrons – de nakomelingen van tot slaaf gemaakten. Verhalen en legendes, zoals die van ‘Bigi Kayman’ (volgens deze legende droeg een grote kaaiman met gras op zijn rug de eerste gevluchte tot slaaf gemaakten, de Brooskampers, naar het moerasgebied Kaymangrasi, waar zij vrij konden leven), worden verweven met hedendaagse zorgen over duurzaamheid en actuele bedreigingen zoals houtkap en goudwinning. De fototentoonstelling ‘Fourteen Leaves and a Cup of Water’ van Michelle Piergoelam, te zien in de zaal LiveScience, elders in het gebouw, benadrukt de medicinale en culturele betekenis van Surinaamse planten en draagt een bredere boodschap uit over het beschermen van het bos en het overdragen van natuurwijsheden uit Surinaamse gemeenschappen.
Bezoekers van ‘Het bos van Suriname’ en media prijzen vooral de indrukwekkende nagebouwde Kankantriboom, het dreigende, maar ook mysterieuze geluidsontwerp rond de boom en de levensechte visualisaties. Samen moeten ze het gevoel oproepen daadwerkelijk in het bos te staan. Maar klopt dat wel?
Sommige kenners van het gebied merken op dat de ecologische gelaagdheid en de alledaagse boservaringen – zoals het voortdurende samenspel van vogelgeluiden, dat kenmerkend is voor een tropisch regenwoud – minder aanwezig zijn. Er zijn vogelgeluiden, maar niet zo rijk als subsidieverstrekker Cultuurfonds op zijn website schrijft: “Bezoekers stappen een levend woud binnen, waar het geluid van kikkers en vogels je omringt.” Wel hoorbaar is de schreeuwpiha (Lipaugus vociferans), in het Engels screaming piha, een vogel die bekend staat om zijn extreem luide, melodieuze roep, die vrijwel continu klinkt in het regenwoud. Dat geluid wordt wel hét geluid van het oerwoud genoemd en roept onmiddellijk de mystiek en sfeer van de Zuid-Amerikaanse bossen op.

Voor ervaren regenwoudbezoekers kan het spirituele en idealiserende perspectief van ‘Het bos van Suriname’ wat eenzijdig overkomen. Hun commentaar is misschien ook wel terecht; deels waren dat namelijk ook mijn eerste indrukken. Wat moet een bezoeker denken van een boomstronk waarop staat: “Leeft een rivier?” Het antwoord – en ieder kind zal dat beamen – is natuurlijk: ja! Maar voor een echte onderbouwing en een diepgaander antwoord op die vraag biedt het boek *Leeft een rivier?* van de Britse natuurschrijver Robert Macfarlane meer soelaas. Elders in de tentoonstelling wordt vermeld dat bomen zorgen voor zuurstof en regen, maar hoe dat precies werkt, daarvoor zal de geïnteresseerde bezoeker zich tot andere, meer wetenschappelijke bronnen moeten wenden.
Maar juist deze spanning in ‘Het bos van Suriname’ tussen verbeelding en werkelijkheid nodigt uit tot reflectie. Anders gezegd: hoe kunnen musea de balans vinden tussen zintuiglijke beleving, wetenschappelijke diepgang en culturele betekenisverlening? ‘Het bos van Suriname’ slaagt daar grotendeels in — en niet alleen dankzij de bijzondere en geslaagde vormgeving. De tentoonstelling nodigt uit tot verbinding, met de flora en fauna van de natuur, maar ook met haar bewoners: de Inheemsen, de Marrons, de onzichtbare geesten. Zij roepen ons op te luisteren naar hun verhalen en hen niet in de steek te laten.
De bezoeker van ‘Het bos van Suriname’ kan door middel van beeld, geluid en verhalen de bezielde natuur van Suriname ervaren: levend, ademend en sprekend. “Wij zorgen voor het bos, en het bos zorgt voor ons.” Het is een eeuwenoude ecologische wijsheid over hoe alles in de natuur met elkaar verbonden is.

Samen met de tentoonstelling brachten wetenschappelijk inhoudsontwikkelaar Marijke Besselink en gastcurator, film- en theatermaker Tolin Alexander, het prachtig vormgegeven boek ‘Suriname – Bezielde Natuur’ uit. Dit boek, met bijdragen van vele gastauteurs uit Nederland en Suriname en een keur aan eerstehands getuigenissen, is veel meer dan de gebruikelijke tentoonstellingscatalogus; dat is ‘Suriname – Bezielde Natuur’ nadrukkelijk niet. Het boek is een heerlijk dwaal- en bladerboek, met bondige verhalen, scherpe observaties en prachtige foto’s, onder meer van genoemde Michelle Piergoelam en televisiepresentator en fotograaf Humberto Tan.
‘Suriname – Bezielde Natuur’ biedt een uitbreiding en verdieping van verschillende aspecten van de tentoonstelling ‘Het bos van Suriname’. Het boek geeft, aan de hand van persoonlijke getuigenissen, een diep inzicht in de wereld van Marrons en Inheemsen, maar ook in die van Surinamers die, opgegroeid elders, worden geconfronteerd met hun wortels en een intens gevoel van thuiskomen. Deze ervaring uit zich niet alleen lichamelijk, maar vooral in een diep spiritueel bewustzijn van verbondenheid met zowel het verleden als het heden, met de natuur waarin zij zich ervaren als medewezens binnen een levend geheel. Ook wij, al willen we dat niet altijd weten.
De tentoonstelling ‘Het bos van Suriname’ is te bezoeken tot en met 28 februari 2027 in Naturalis in Leiden.
Boek Marijke Besselink / Tolin Alexander: ‘Suriname – Bezielde Natuur’ (LM Publishers ISBN: 9789460229480)
