Ying Wang (Foto © Sophia Hegewald, booklet RE:Wilding)
Klimaat en natuur zijn prominente thema’s in de hedendaagse muziek. Een groeiende groep componisten zet hun werk in om het bewustzijn over ecologie, duurzaamheid en de urgentie van klimaatverandering te vergroten.
De maatschappelijk betrokken Chinees-Duitse componiste Ying Wang (1976), geboren in Shanghai en woonachtig in Berlijn, is daar een voorbeeld van.
Op haar nieuwe album ‘RE:Wilding’ onderzoekt zij ecologie, klimaat en politieke urgentie. Met zowel akoestische als elektronische klanken creëert Wang spanningsvelden vol ruis, breekbaarheid en contrast. Geluid wordt een landschap — veranderlijk, meerlagig en op de wereld betrokken.
Muziek heeft door de geschiedenis heen een belangrijke rol gespeeld in het streven naar een betere wereld. Dit vertaalde zich onder meer in volksliederen, arbeidersliederen, theatermuziek en klassieke muziek. Sinds de vorige eeuw is het verband tussen muziek en maatschappelijke betrokkenheid sterker en duidelijker geworden, vooral door de opkomst van pop- en rockmuziek.
De jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw werden gekenmerkt door maatschappelijke onrust, idealisme en een drang naar vernieuwing. De zogenoemde ‘protestgeneratie’ gebruikte muziek als wapen in de strijd voor een rechtvaardigere en vreedzamere wereld. Artiesten als Bob Dylan en Joan Baez werden symbolen van het protest, met nummers als ‘Blowin’ in the Wind’ en ‘Masters of War’.
Soulzanger Edwin Starr verwoordde met het krachtige ‘War (What Is It Good For)’ de zinloosheid van oorlog. Jimi Hendrix gebruikte een vervormde uitvoering van ‘The Star-Spangled Banner’ op Woodstock als antimilitaristisch statement. John Lennon riep met ‘Imagine’ en ‘Give Peace a Chance’ op tot vrede en solidariteit.
Het expliciete thema klimaatverandering, zoals we dat tegenwoordig kennen, kreeg pas later een prominente plek in de popmuziek. Jamiroquai bracht in 1993 ‘Emergency on Planet Earth’ uit, een protestnummer tegen wereldwijde milieuproblemen. Van de jongere generatie kaart Billie Eilish in haar werk regelmatig de gevolgen van klimaatverandering aan. Zo verwijst zij in de regel “Hills burn in California” uit ‘All the Good Girls Go to Hell’ (2019) naar de steeds terugkerende bosbranden in haar thuisstaat.
Niet alleen pop-en rockmusici houden zich bezig met de crisissen die de planeet en haar bewoners bedreigen. Er is een duidelijke toename van hedendaagse componisten die zich richten op klimaat en ecologie in hun muziek. Waar klassieke componisten als Vivaldi en Wagner de natuur vooral als inspiratiebron gebruikten, kiezen steeds meer componisten er in de eenentwintigste eeuw voor om hun muziek te benutten als activistische boodschap en om aandacht te vragen voor actuele milieuproblemen.
Een voorbeeld is John Luther Adams (1953), die internationale bekendheid verwierf met ‘Become Ocean’, een werk dat draait om de stijging van de zeespiegel en de kwetsbaarheid van onze planeet. De Fin Einojuhani Rautavaara (1928-2016) combineerde in ‘Cantus Arcticus’ orkestmuziek met veldopnamen van vogels uit de Arctische regio, een gebied met een natuurlijke leefwereld die onder grote druk staat. De Chinees-Amerikaanse componist Lei Liang (1972) dook voor het performance-album ‘Six Seasons’ in diezelfde Arctische Oceaan, nieuwsgierig naar het leven in die ijskoude onderwaterwereld.
Ook festivals en ensembles besteden aandacht aan dit thema, zoals het ‘Humanity and Nature’-project van het New European Ensemble, waarin ecologie en de vaak desastreuze gevolgen van het Antropoceen centraal staan.
Contact met de ‘wildernis’
Dit laatste thema loopt ook door het album ‘RE:Wilding’ van Ying Wang. De titel, een verwijzing naar ‘rewilding’, krijgt hierop een duidelijk meer brede betekenis. ‘Rewilding’ is het concept van het teruggeven van ruimte aan de ongerepte natuur, maar staat hier ook voor het opnieuw bevragen, herstellen en transformeren van bestaande culturele, ecologische en politieke structuren. Muzikaal reflecteert de componiste op ecologische crises, sociale onrechtvaardigheid en collectief geheugen. Ze creëert nieuwe geluidslandschappen, waarin de mens wordt uitgenodigd om opnieuw contact te maken met de ‘wildernis’ — met andere woorden: het ongecontroleerde en het natuurlijke.
‘RE:Wilding’ bestaat uit vijf werken. In orkestrale, solo- en kameropstellingen construeert Wang zich ontwikkelende geluidsomgevingen waarin volgens de liner notes “herhaling zich verzet tegen stilstand en traditie niet wordt verworpen of geromantiseerd, maar kritisch wordt geobserveerd en opnieuw in context wordt geplaatst”.
Akoestische instrumenten en elektronica zijn in het muzikale landschap van ‘RE:Wilding’ gelijkwaardig naast elkaar geplaatst. Dat is ook meteen goed te horen in de opener ‘528Hz 8va’ (2021/22).
Dit grootschalige werk van 21 minuten voor symfonieorkest, Minimoog en live-electronica opent met verstrengelde, uiteenlopende reeksen van klanklichamen. De basis van orkestrale kleuren blijft herkenbaar, maar vaste structuren ontstaan zelden. De bouwstenen zijn tonen, geluiden of akkoorden, soms geduid als “hartslagen”, die zich herhalen, versnellen en afwisselend uitmonden in fanfareachtige erupties en razende pulsen, of veranderen in uniforme Morse-signalen. De frequentie 528 hertz uit de titel (de noot C5) is slechts één van de vele centrale tonen; ook deze wordt uiteengetrokken in diverse klankkleuren.
Centraal in dit werk staat, naast het SWR Symphonieorchester, de legendarische Minimoog. Deze synthesizer, geproduceerd tussen 1970 en 1981 en beschouwd als een van de meest invloedrijke synthesizers in de elektronische muziek, werd beroemd door artiesten als Herbie Hancock, Chick Corea, Sun Ra en Kraftwerk.
De moog, bespeeld door Sebastian Berweck, gaat zo goed op in het diverse geluidspallet dat het instrument aanvankelijk nauwelijks als aparte klankkleur is waar te nemen. Na ongeveer zes minuten begint het echter aan een bijna drie minuten durende solo: vanuit diepe regionen en quasi-orchestrale ruisexplosies verkent de Minimoog de klankkleuren van de toon C en uiteindelijk vinden die weerklank bij het orkest. Hierna ontstaan kluwens van geluid. Die blijven soms lange tijd stabiel. Maar dan klinkt tegen het einde ineens, bijna onhoorbaar, een citaat uit Abba’s ‘Lay All Your Love on Me’ (1980). Dat ontwikkelt zich vervolgens tot een triomfantelijk, stampend ritme.
Al deze muzikale segmenten, die onder meer staan voor diepe aantrekkingskracht maar ook van verwarring, maken duidelijk waarom Ying Wang dit werk een “optimistische observatie van feiten en de wereld” noemt. De aandachtige luisteraar kan hier letterlijk ‘voelen’ hoe de componist om zich heen kijkt — met een houding van optimisme, zelfs wanneer geconfronteerd met chaos of intense emoties. De muziek openbaart die gevoelens, maar ook een levenshouding gebaseerd op verwondering, acceptatie en hoop.
Het is een houding die we — zij het in een andere muzikale gedaante — ook terugvinden in het eerder genoemde utopische ‘Imagine’ van John Lennon uit 1971. Hoewel ‘528Hz 8va’ van Ying Wang in stijl, omvang en uitvoering sterk verschilt, delen beide werken eenzelfde basisgevoel van verwachting en optimisme over het leven en de wereld. Ying Wangs compositorische benadering is avontuurlijker en experimenteel, Lennons ‘Imagine’ directer en toegankelijker. Maar thematisch kunnen ze als verwant worden ervaren.
Gloeiende wolken
Dan volgt een intermezzo-achtige nocturne: ‘Noctilucent’ (2018), geschreven voor ‘double bell trumpet’ (trompet met dubbele beker) en live-elektronica, uitgevoerd door Marco Blaauw. Met zijn gemoduleerde trompetklanken roept hij een intrigerend nachtelijk stadslandschap op. In de samenvatting van musicoloog Christian Utz’ uitleg in de liner notes:
“Eerst is er een spookachtige stilte. Dan komt de stad tot leven met het gezoem en getril van nachtelijke insecten, die vanuit verlaten plekken de ruimte vullen met geluid. De stad lijkt nu van hen te zijn. Ten slotte verschijnt een mysterieus, lichtgevend schijnsel aan de hemel – noctilucente (nachtgloeiende) wolken – veroorzaakt door zonlicht dat op ijskristallen in de bovenste atmosfeer valt, lang nadat de zon zelf is verdwenen.”
‘Noctilucent’ is natuur, sfeer en elektronica gecombineerd tot een diep poëtische, (buiten)aards-zintuiglijke muzikale ervaring – een spiritueel tussenstation van bijna negen minuten.
In ‘Schmutz’ (2018/19) voor viool en ensemble is de droom voorbij en keren we terug naar de actualiteit met zijn toenemende conflicten.
Een soloviool (Sophie Schafleitner), die vooral in het hoogste toongebied speelt, wordt overstemd door krachtige akkoorden uit het ensemble (Klangforum Wien). Toch wordt ze niet volledig tot zwijgen gebracht. Opmerkelijk is het gebruik van megafoons dat korte momenten van (valse) stilte creëert. Daarin klinkt alleen ruis; er is geen echte spraak – en toch laat deze “schreeuwende stilte” het rauwe structuur geluid van het ensemble horen, evenals de “luidruchtige zelfpresentatie” waar de componiste in haar toelichting op wijst:
“Luidruchtige zelfpresentatie domineert op stijlvast rechte lijnen, snelwegen van vluchthelpers. Het leven daaronder. Ik. Volgestort. Volgepropt. Vervuild. Ik dreig te stikken. Door deze kleine dagelijkse achteloosheid.”
In deze passage klinkt niet alleen een reflectie op de verloren stemmen van vluchtelingen die in 2019 dood werden aangetroffen in een vrachtwagen in Essex, maar ook een kritiek op technologische ontwikkelingen. Die kritiek wordt hoorbaar wanneer tegen het einde van het stuk de elektrische gitaar de viool steeds meer overschreeuwt:
“Plastic in de zee, olie in de veren, lawaai in het oor, gif in het eten, stank in de lucht, angst in het hoofd. Dit web van vervuiling, gespannen door ieder individu, breidt zich voortdurend uit.”
Het werk laat horen hoe problematisch het kan zijn om jezelf te uiten en keuzes te maken temidden van de veelvoud van stemmen en het lawaai dat je omringt. Aan het einde keert de soloviool terug uit haar onvrijwillige isolement. Kwetsbaar, maar vastberaden, vindt ze haar eigen stem terug, dwars door de leegte van de megafoons heen.
Artistieke toe-eigening
‘Schmutz’ vloeit naadloos over in het titelstuk ‘RE:Wilding’ (2022) voor kamerorkest, uitgevoerd door Ensemble Reflektor. In de ecologie verwijst ‘rewilding’ naar het verminderen van menselijke invloed en het herstellen van natuurlijke processen. Voor dit werk werkte Ying Wang samen met de Stockholmse filmmaker Wolfgang Lehmann, die documentaire beelden van landschappen monteerde tot symmetrische sequenties. ‘RE:Wilding’ is erop gericht het menselijke (auditieve) bewustzijn naar een wildere, meer onbevangen toestand te brengen. De compositie balanceert tussen licht pulserende, rusteloze klanken — waaronder stemvorkresonanties en multiphonics van blaasinstrumenten — en een kalm middendeel dat als vrije ruimte fungeert. Na deze rust keren eerst manische, vernauwende loop-structuren terug. Aan het slot transformeren die echter in toonloze, en dan echt vrije klanken.
Het slotstuk ‘Copyleft’ (2021) voor strijkkwartet, uitgevoerd door Quatuor Diotima, kenmerkt zich door voortdurend variërende ostinati. Ying Wang verweeft hierin subtiel citaten uit onder andere Beethovens ‘Grosse Fuge op. 133’, Stravinsky’s ‘Three Pieces for String Quartet’ (1914), Sjostakovitsj’ ‘Derde Kwartet op. 73’ (1946) en Lutosławski’s ‘Strijkkwartet’ (1964) – bewuste verwijzingen naar “artistieke strategieën van expliciete toe-eigening”, aldus Wang.
Aan het einde klinkt, als ironisch zelfcommentaar, een subtiele verwijzing naar David Bowie’s ‘China Girl’ (1983).
Met de titel ‘Copyleft’ wil Ying Wang naar eigen zeggen de vraag stellen of het mogelijk is dat iemand het alleenrecht op artistieke toe-eigening kan claimen. Een eenduidig antwoord wordt daarbij niet gegeven, maar is hier ook niet nodig.
Wangs muziek onderscheidt zich op ‘RE:Wilding’ door haar unieke muzikale taal en haar vermogen het verborgene bloot te leggen. Zo ontstaat een bijzonder klankpanorama. Eigenlijk doet de term ‘rewilding’ daar nog te weinig recht aan. Ying Wang schept op ‘RE:Wilding’, in tachtig minuten verdeeld over vijf hoofdstukken, een compleet nieuwe en indrukwekkende wereld.
Ying Wang – RE:Wilding (KAIROS)
Bron, citaten Ying Wang: Christian Utz – booklet RE:Wilding
Banzeiro is de rockende golfslag van een boot of kano op de Amazone. Banzeiro is een website die aandacht vraagt voor de Amazone als belangrijk klimaatcontrolecentrum van de wereld.
Feitelijke informatie staat centraal bij Banzeiro. In een tijd waarin het steeds lastiger wordt om waarheid van onwaarheid te onderscheiden, blijft Banzeiro zijn lezers voorzien van het echte verhaal.
Met iDEAL kun je via de beveiligde omgeving van je eigen bank de golfslag van Banzeiro ondersteunen. Hier: