High in the sky sporenonderzoek in Amazonia

Uitzicht vanaf hoge toren – ATTO, Brazilië © Sebastian Brill / MPI-C

Als kind wilde hij piloot worden. Die droom ging niet in vervulling. Maar Sebastian Brill raakte wel in hogere sferen. Hij zoekt in het Amazonewoud hoog in de lucht sporen van… paddenstoelen.

We’ll fly high in the sky
Where rainbows go by
Amen Corner – High In The Sky (1968)

Regenboog © Sebastian Brill / MPI-C

Wat hebben paddenstoelen, of eigenlijk schimmels, te maken met de vorming van regenwolken? Het antwoord is: ‘veel’, tenminste in de Amazone waar de Duitse Phd-kandidaat Sebastian Brill sporenonderzoek doet voor het Max Planck Instituut voor Chemie in Mainz.

Inleiding tot de schimmelwereld

Tropische wolkensystemen zijn de belangrijkste transporteurs in de kringloop van atmosferische energie en vocht rond de aarde. Het wolkenverhaal is één voorbeeld van het belang van de Amazone. Er zijn er meer. In dit artikel beperk ik mij echter tot de vorming van wolken en de rol die schimmels, of beter gezegd hun sporen daarbij spelen.

Schimmels zijn micro-organismen die zich vermeerderen door de vorming van sporen aan het einde van de schimmeldraden die via de lucht worden verspreid. De sporen die in de lucht worden uitgestoten leveren daar een belangrijke bijdrage aan de aerosolen, die weer de condensatiekernen zijn waar omheen wolkenvorming optreedt.

Een paddenstoel is het vlezige, sporendragende vruchtlichaam van een schimmel, die meestal bovengronds op de bodem of de voedselbron ‘groeit’. Een schimmel wordt een paddenstoel genoemd als ze een steel hebben (maar dat hoeft niet), een dop (pileus) en kieuwen (lamellen) aan de onderkant van de dop. De kieuwen produceren microscopisch kleine sporen die de schimmel helpen zich over de bodem of het oppervlak van de voedselbron (denk aan rottend hout) voort te planten. Schimmels die vruchtlichamen hebben worden ‘hogere schimmels’ of dikaryomycota genoemd.

Aerosolen spelen een belangrijke rol bij allerlei atmosferische processen, in het bijzonder bij wolkenvorming. Middenin het Amazone-regenwoud, ver van de bewoonde wereld, zijn de meeste aerosolen biogeen, dat wil zeggen van biologische of organische oorsprong. Onder de grotere fracties domineren schimmelsporen. Maar hoe komen ze daar? Wat zijn de condities die schimmels aanzetten hun sporen vrij te geven? Het antwoord op deze vraag was tot voor enkele jaren niet helemaal duidelijk. Onderzoekster Nina Löbs ontwikkelde samen met onder anderen Sebastian Brill en Cybelli Barbosa een nieuwe methode waarbij emissies van schimmelsporen van afzonderlijke organismen kunnen worden gemeten. Tot dan werden met de meeste bioaerosol-meettechnieken alleen de atmosferische concentraties van alle aerosolen in de atmosfeer gemeten. Het was niet mogelijk om onderscheid te maken tussen verschillende bronorganismen of groepen. De nieuwe techniek werd door Nina Löbs en haar collega’s toegepast bij veldmetingen in het Amazone regenwoud met nauwelijks of geen antropogene (menselijke) verstoringen in de atmosfeer. Die werden vergeleken met de uitkomsten van gecontroleerde laboratoriumexperimenten. Ter verduidelijking: in de natuur kunnen omgevingsfactoren als temperatuur en vochtigheid gelijktijdig veranderen. In een gecontroleerd laboratoriumexperiment is het mogelijk om slechts één van deze te veranderen en de andere factor constant te houden.

Nina Löbs en haar co-auteurs publiceerden hun bevindingen in 2020 in een studie getiteld ‘Aerosol measurement methods to quantify spore emissions from fungi and cryptogamic covers in the Amazon’. Zij ontdekten dat schimmels hun sporen voornamelijk vrij geven bij een hoge luchtvochtigheid van pakweg 62 tot 96 procent. Watercondensatie is essentieel voor het vrijkomen van schimmelsporen. Temperatuur en licht lijken daarentegen van ondergeschikt belang. De veldmetingen lieten weer wel een sterke dagkringloop zien: de meeste sporen kwamen nachts vrij. (Bron: https://www.attoproject.org/new-publication-fungal-spore-emissions/)

Boven: Een schimmel vruchtlichaam dat groeit op een gevallen boomstam geeft een pluim van basidiosporen vrij © Sebastian Brill / MPI-C

Gezondheid Amazonewoud

Ik noemde hem al in eerdere artikelen: ATTO, Amazonian Tall Tower Observatory, een driehonderdvijfentwintig meter hoge stalen constructie die honderdvijftig kilometer noordoost van de Braziliaanse Amazonestad Manaus in het tropisch regenwoud staat. De onderzoekstoren is een gezamenlijk Duits-Braziliaans project. ATTO is, met al zijn meetapparatuur, een ‘Atmospheric Laboratory’, opgezet om te begrijpen op welke wijze het Amazonewoud de verandering van het klimaat beïnvloedt en omgekeerd, hoe klimaatverandering de gezondheid van het Amazonewoud aantast.

In 2017 zijn de eerste instrumenten op de Tall Tower in werking gesteld, in de verwachting dat ze daar de eerste tien, twintig jaar blijven functioneren. De data van ATTO gaan in Manaus naar het Nationale Instituut voor Amazone Onderzoek INPA, in Duitsland worden ze geanalyseerd door het Max Planck Instituut voor Biogeochemie in Jena en het Max Planck Instituut voor Chemie in Mainz. Meer informatie over ATTO lees je onder andere in mijn artikel Wie redt de wondere wereld van de Amazone en daarmee het klimaat? Deel 1.

Kernvragen

Sebastian Brill maakt als Phd-kandidaat bij het Max Planck Instituut voor Chemie in Mainz deel uit van de Multiphase Chemistry Pöhlker Group van Christopher Pöhlker. Deze groep is gespecialiseerd in aerosol analyse en microscopie.

Atmosferische aerosolen zijn een veelvoudig mengsel van deeltjes in de lucht uit verschillende bronnen afkomstig. Zij spelen een belangrijke rol in de atmosferische, hydrologische en biogeochemische kringlopen. Het Amazonewoud bij ATTO met een atmosfeer die steeds heen en weer schommelt tussen een zeer ‘schoon’ nat seizoen en een sterk ‘vervuild’ droog seizoen, is een belangrijke locatie voor atmosferisch onderzoek in het algemeen en het werk van de groep in het bijzonder.

De wetenschappers maken voor hun aerosolonderzoek gebruik van een breed arsenaal online instrumenten voor continue observatie, en van speciale aerosolbemonstering voor offline analyse.

De groep probeert de rol van aerosoldeeltjes in biogeochemische en hydrologische kringlopen in dit Amazone ecosysteem te begrijpen aan de hand van twee kernvragen:

Wat zijn de centrale aërosolgerelateerde mechanismen geweest bij de uitwisseling van biosfeer en atmosfeer onder ongerepte en dus pre-industriële omstandigheden?

In hoeverre hebben antropogene activiteiten, zoals veranderingen in landgebruik en massale aerosolemissies, cruciale processen in de Amazone veranderd, en wat zijn de gevolgen voor het klimaatsysteem op aarde? (Bron: Max Planck Instituut voor Chemie)

© Sebastian Brill / MPI-C

Sporenonderzoek

ATTO is de hoogste klimaatmeettoren in de wereld. Het is de plek waar Sebastian Brill gewoonlijk zijn sporenonderzoek doet. Dat wil zeggen: als hij in Brazilië is. Dat laatste is er door de corona pandemie de laatste jaren bij ingeschoten, voor hem en zijn collega-wetenschappers, en voor ondergetekende. We spreken elkaar dan ook niet in Amazonia maar in Europa.

Maar eerst: Waarin verschilt het ATTO onderzoek in het Max Planck Instituut voor Chemie in Mainz van het Max Planck Instituut voor Biogeochemie in Jena?

Sebastian: “Dat hangt sterk af van de groepen waarbij je betrokken bent. Mijn fractie hier in Mainz, de aerosolsectie, is bijvoorbeeld gericht op aerosolen in het algemeen. We kijken welke deeltjes er door de Amazone worden uitgestoten en hoe de aerosolen in de atmosfeer het ecosysteem en ook het klimaat daar beïnvloeden. Dat is de focus van onze groep. Andere groepen in Mainz zijn weer meer geïnteresseerd in de vluchtige stoffen die door de Amazone worden uitgestoten, hoe die in de atmosfeer reageren. Dat is dus het punt van aandacht hier in Mainz, een deel is aerosolen en het andere deel vluchtige organische stoffen. In Jena hangt het af van de groep waarbij je bent en zijn ze sterk in meer algemene onderzoeken rond ATTO.”

Sebastian Brill werkt als Phd-kandidaat met schimmels. Een opmerkelijke keuze. Ik bedoel: ik kan me niet voorstellen dat je als kind droomt van een toekomst met schimmels. Planten, oké, maar schimmels… Hoe is dat zo gekomen?

Sebastian: “Ik heb mij deze vraag vaak gesteld. Als kind wilde ik eigenlijk piloot worden. Dat was mijn eerste wens als ik nadacht over de toekomst. Ik wilde vliegtuigen besturen. Op een gegeven moment raakte ik echter geïnteresseerd in biologie. Ik begon aan een A level biologie en vervolgens heb ik mijn bachelor gedaan. Maar voordat ik biologie ging studeren, heb ik hier in Mainz ook nog een semester meteorologie gestudeerd. Op zoek of ik die twee, meteorologie en biologie, met elkaar kon verbinden, kwam ik terecht in de aerosolwetenschap.”

Waarom aerosolwetenschap?

Sebastian: “Omdat het ecosysteem veel deeltjes uitstoot en die deeltjes, afhankelijk van het ecosysteem, verschillen van elkaar. Ze hebben ieder hun eigen kenmerken en invloeden en brengen die in de atmosfeer. Wij proberen te achterhalen hoe die verbindingen werken. Dus welke deeltjes worden uitgestoten door de Amazone en hoe beïnvloeden ze de atmosfeer, welke effecten kunnen ze hebben? En hoe ik in de Amazone terecht kwam? Vooral omdat de atmosfeer in het gebied van ATTO heel zuiver is. Er is dus weinig verstorende invloed.”

Er is een invloed van de oceaan.

Sebastian: “Zeker, er is stoftransport van de Sahara naar de Amazone. En eigenlijk is het best veel stof wat wordt getransporteerd en bevat het ook heel veel voedingsstoffen. Maar over het algemeen is de atmosfeer boven ATTO echt ongerept. Er is niet veel menselijke invloed gedurende de meeste periodes van het jaar. We kwamen er tijdens het bemonsteren van de deeltjes achter dat schimmelsporen daar echt in grote mate aanwezig zijn in de atmosfeer. Veel deeltjes in de Amazone zijn schimmelsporen. Om die reden zijn we geïnteresseerd in het mechanisme achter deze emissie en in kwantificering. Dus hoeveel sporen worden door de Amazone vrijgegeven? Als er zoveel sporen worden uitgestoten, dan zullen die hoogstwaarschijnlijk effecten hebben op de atmosfeer, omdat ze ook op grotere hoogten voorkomen en zich daar mengen en verdunnen. En ook belangrijk op de lange termijn, omdat ontbossing ook de functionaliteit beïnvloedt: wat is het effect van het verdwijnen van het Amazonewoud, hoe beïnvloedt dit het klimaat? Dit alles, al deze vragen, maken dat ik ben geïnteresseerd in feitenonderzoek bij ATTO.”

Welke feiten?

Sebastian: “We willen verbanden leggen tussen de emissies op de grond en het effect van deze emissies op de atmosfeer, de interactie tussen het ecosysteem en de atmosfeer achterhalen en begrijpen. De ATTO toren is een geweldige kans om inzicht te krijgen in de dagelijkse en jaarlijkse variaties van atmosferische eigenschappen tot een hoogte van driehonderdvijfentwintig meter, om op zijn minst een gevoel te krijgen over de uitwisselingsprocessen tussen het ecosysteem en de atmosfeer.”

© Sebastian Brill / MPI-C

Sebastian Brill is van de hoogte. Op de bodem van het Amazonewoud zul je hem, als onderzoeker, niet snel vinden. Bodemonderzoek is meer iets wat zijn collega’s bij het Max Planck Instituut voor Biogeochemie in Jena doen.

Sebastian: “Zelf werk ik momenteel niet met de bodem. Ik bedoel, schimmels als organismen die op de grond groeien of op dood organisch materiaal, zijn belangrijk voor de kringloop van nutriënten. Cellulose en andere organische verbindingen van planten, de meeste daarvan worden afgebroken door schimmels. Dus schimmels als organismen zijn echt heel belangrijk voor de kringloop van voedingsstoffen. Ik ben echter meer geïnteresseerd in het emissieproces en het effect op de atmosfeer.”

Maar toch, blijven we even bij de bodem. Er wordt de laatste jaren veel gepraat over de communicatie tussen bomen onderling via schimmeldraden, enzovoort. Als bepaalde soorten bomen door ontbossing uit een gebied verdwijnen, zal dat dan invloed hebben op de interacties tussen de bomen die overblijven?

Sebastian: “Zeker. Ik bedoel, we kunnen het ecosysteem niet in verschillende interacties verdelen, omdat alles zich in het ecosysteem als zodanig bevindt. Alles is één interactie en uitwisseling. Elke verandering zal een klein of groot effect hebben op de rest van het ecosysteem. Dat is zeker. Hebben we het over de Amazone, dan is momenteel 17, 18 procent van het regenwoud al verdwenen. En dit heeft al effect. Het verdwijnen van bomen zal bijvoorbeeld de hoeveelheid waterdamp die wordt uitgestoten verminderen. Het Amazonewoud heeft zijn eigen waterkringloop. Het stoot water uit en dat valt vervolgens als regen weer neer. Maar ook gebieden om het bos heen en verder worden beïnvloed. Ontbossing vermindert de hoeveelheid waterdamp die wordt uitgestoten en dit zal leiden tot veel minder neerslag en meer droogtes in de Amazone en de gebieden eromheen. We hebben dit kunnen zien met die enorme bosbranden twee jaar geleden in het zuidwestelijke deel. Dat was waarschijnlijk het gevolg van het feit dat er uit de Amazone minder waterdamp vrijkomt dat vervolgens als regen in gebieden verderop kan neervallen.”

Amazonewoud © Sebastian Brill / MPI-C

Onderzoeken tonen aan dat bomen met elkaar in een proces van uitwisseling staan die zich niet beperkt tot alleen dezelfde soort. Ik schreef daar eerder het volgende over.

Benedenwereld

Er is de laatste jaren veel aandacht voor de ondergrondse schimmelnetwerken tussen bomen onderling, het zogenaamde ‘wood wide web’. De Britse schrijver Robert Macfarlane wijdt er een heel hoofdstuk aan in zijn boek ‘Underland’, in het Nederlands vertaald als ‘Benedenwereld’. Samen met een jonge plantenwetenschapper, Merlin Sheldrake, verkent hij Epping Forest bij Londen. Al wandelend en onderzoekend praten zij over het “ondergronds sociaal netwerk”, of zoals de Canadese bosecoloog Suzanne Simard het noemde toen zij onderzoek deed naar de ondergroei in het noordwesten van British Columbia, “een bruisende gemeenschap van mycorrhizasoorten”.

Onder de grond heerst een welhaast onzichtbaar samenlevingsverband tussen schimmels en wortels: mycorrhiza (afgeleid van de Griekse woorden mukès, zwam en rhiza, wortel). De wortels leveren daarbij voedingsstoffen – suikers – aan de schimmels en omgekeerd absorbeert het netwerk van schimmeldraden onder andere mineralen als stikstof en fosfor uit de bodem en geeft die via de gemycorrhizeerde wortels door aan de plant.

Er zijn twee soorten mycorrizha: ectomycorrhiza, dat is eigenlijk de standaard mycorrizha die hier, waar wij wonen, voorkomt, en endomycorrhiza, waaronder VAM- (vesicular-arbuscular mycorrhizal – VAM – fungi – CCE) of AM-vormen, en die vind je meestal in de tropen.

VA mycorrhiza zijn schimmels met relatief grote sporen en verspreiden zich vaak met water of stukjes grond. Eigenlijk hebben alle bomen in het regenwoud VA mycorrizha en is er heel weinig specificiteit. Het is gewoon een groot mycorrizha netwerk waar de bomen allemaal gebruik van maken. EM, ectomycorrizha, zijn veel specifieker en heel zeldzaam in de Amerikaanse tropen. Ze komen vooral voor op plekken waar de bodem erg arm is, zoals witte zanden.

Robert Macfarlane beschrijft in ‘Benedenwereld’ hoe de eerder genoemde Canadese bosecoloog Suzanne Simard in het begin van de jaren negentig onderzoek deed naar de bodem onder gekapt gemengd bos in het noordwesten van British Columbia, en daar een opmerkelijk verband vond. Zij constateerde dat wanneer jonge papierberken tussen pas gezaaide douglassparren werden gewied, de jonge sparren “weg kwijnden en vervolgens afstierven”. Houtvesters, schrijft Macfarlane, beschouwen van oudsher wieden als noodzakelijk om te voorkomen dat de jonge berken (het ‘onkruid’) de jonge sparren (het ‘gewas’) van waardevolle voedingsstoffen zouden beroven. Maar klopte dat concurrentie-idee wel, vroeg Suzanne Simard zich af. Misschien was het wel andersom, dat de papierberken de jonge sparren niet hinderden maar hielpen. Maar hoe? Ze onderzocht de grond (met microscopisch klein gereedschap) en trof daar een complex en uitgebreid netwerk van bleke, zeer dunne draden aan, hyfen of ‘schimmeldraden’. In de tijd dat Simmard aan haar onderzoek begon, rijpte hier en daar al het idee dat sommige schimmelsoorten een subtiele vorm van mutualisme (ook wel: symbiose, een interactie tussen twee levensvormen waarbij beide voordeel hebben van die interactie) met planten onderhielden. De hyfen van deze zogenaamde mycorrhiza zouden niet alleen de hele bodem infiltreren, maar bovendien op celniveau versmelten met plantenwortels. Dit laatste maakt het mogelijk om moleculen over te dragen.

Schimmels van de soort Rigidoporus microporus, waarop schimmelsporenemissies werden bestudeerd © Sebastian Brill / MPI-C

Symbiose

Terug naar Sebastian Brill in Mainz en de complexiteit van het Amazonewoud waar bomen met elkaar ‘praten’ via het ‘wood wide web’ en de uitval van de een ook de ander raakt.

Sebastian: “Er zijn schimmelsoorten die symbiotisch zijn met bomen of met planten in het algemeen. Ik kan mij voorstellen dat als er één soort uitsterft, laten we zeggen een type A boom, dat vooral de schimmels beïnvloedt met wie ze in symbiose zijn. Maar die schimmels kunnen ook in symbiose zijn met andere bomen, ze helpen de bomen om bijvoorbeeld voedingsstoffen te krijgen. Als deze schimmels, die met veel verschillende planten symbiotische organismen zijn, door ontbossing afnemen, zal dat ook de gezondheid van nog levende planten aantasten.”

We kunnen dus stellen dat schimmels tot de meer belangrijke organismen van de Amazone horen, in het bos zelf en in samenhang tot de klimaatbalans.

Sebastian: “Dat is een deel van ons onderzoek. Dus om hun rol in het ecosysteem te achterhalen en hoe belangrijk ze zijn in hun verbindingen met planten, de atmosfeer, het klimaat enzovoort. Dat is onderdeel van ons project. En ook een deel van mijn onderzoek. Ze zijn heel belangrijk, ja.”

Het project?

“Mijn project richt zich op de sporenemissie van schimmels. Zoals eerder vermeld, in de atmosfeer boven de Amazone bestaat een groot deel van de deeltjes, de massa daarvan, en soms is het bijna de helft van de deeltjes die we verzamelen, uit schimmelsporen. Er is dus veel uitstoot. We proberen er nu achter te komen wat er verandert gedurende het jaar. Verandert de sporenemissie van het bos dan? Kunnen we kwantificeren hoeveel sporen er worden uitgestoten? Hoe zit het met de dagelijkse veranderingen? Wanneer worden ze overdag uitgestoten? Dat laatste is heel belangrijk, om de mengprocessen in de atmosfeer te begrijpen. En ook: wat zijn de effecten in de atmosfeer? We weten dat schimmelsporen goede condensatiekernen zijn. Wanneer deze sporen in de atmosfeer worden uitgestoten en er is daar waterdamp, produceren deze deeltjes wolken. Omdat de sporen erg groot zijn, worden de waterdruppels die door condensatie op die deeltjes ontstaan snel groter. Ze krijgen in hoog tempo voldoende massa om omlaag te vallen en kunnen een activator zijn voor regenvorming. Maar dat moeten we nog uitzoeken. Dus samengevat: Wat is hun rol in de atmosfeer?”

Sebastian Brill wilde als kind piloot worden. Is driehonderdvijfentwintig meter high in the sky genoeg? Of droomt hij nog wel eens van echt vliegen?

Sebastian: “Op dit moment niet. We richten onze aandacht nu dicht bij de grond, de directe interactie van atmosfeer en biosfeer. Voor onze metingen zijn op dit moment driehonderd meter genoeg. Schimmelsporen zijn ook behoorlijk groot, iets van tussen de een en tien micrometer. Dat klinkt misschien klein, maar als deeltje is dat eigenlijk heel groot. En als ze groot zijn, zijn ze zwaar. We treffen die schimmelsporen niet aan op tien kilometer hoogte. We moeten dicht bij de grond blijven, waar hun concentratie dankzij het bladerdak veel hoger is. Maar mocht ik ooit de kans krijgen, dan zeg ik geen nee en zou ik graag wat metingen vanuit een vliegtuig doen.”

ATTO © Sebastian Brill / MPI-C

Hoe voelt het als je daarboven bent, driehonderdvijfentwintig meter hoog, en uitkijkt over dat enorme gebied?

Sebastian: “Het is moeilijk onder woorden te brengen. Het is een soort magie. Je begint op de grond waar je het bos kunt ruiken en horen, en dan loop je de trap op en worden de bomen kleiner. Toen ik daar voor het eerst aan het fotograferen was, verraste me hoe stil het daar is. Het is niet echt stil, maar wel zo stil als maar kan. Boven op de toren hoor je het bos niet meer. Je staat daar boven en ziet dat enorme gebied, de Amazone. Het is echt gigantisch. Als je daarboven bent, krijg je de indruk hoe groot het bos is en ook het overzicht van dit geweldige ecosysteem. Het is echt prachtig.”

Is er hoorbaar geluid?

Sebastian: “Dat hangt een beetje af welke metingen er op dat moment lopen. ATTO is geen toren die is gebouwd om vandaar een mooi uitzicht te hebben. Hij is gemaakt voor het installeren van apparaten waarmee metingen worden verricht. Toen het nog vrij nieuw was, waren er nog geen meetapparaten geïnstalleerd. Het was toen echt stil. Als de wind sterk is, klinkt er ook veel windgeruis van de toren zelf.”

Vogels?

Sebastian: “Er zijn daar wat vogels. Soms zitten ze op de toren en vliegen er omheen. Als je op de toren bent, zie je het bos vanuit een ander perspectief. In het bos zelf, op de grond, zie je alle insecten en kikkers en slangen. Maar als je op de toren bent, heb je van bovenaf zicht op de bovenkant van het bladerdak. Je ziet veel apen vanaf de torens, ara’s en andere grote vogels. Tijdens het klimmen verschuift het geluid van de insectenkant naar de wat grotere dieren zoals vogels en apen.”

Jaguar sporen © Sebastian Brill / MPI-C

Was je als kind al geïnteresseerd in de Amazone?

Sebastian: “Ik herinner me dat het als bioloog mijn grootste droom was om naar de Amazone te gaan, want meer diversiteit kun je niet hebben dan in de tropen. En toen het 2017 was, kreeg ik de kans om daarheen te gaan. Het was mijn eerste intercontinentale reis en naar een wereld die zo nieuw was voor mij. Ik was enorm onder de indruk van alles en ik dacht: Hoe kunnen mensen dit opzettelijk vernietigen alleen om sojabonen te laten groeien of zoiets? Het is een zo kwetsbaar en mooi ecosysteem dat ik echt dacht, waarom doen mensen dat?

Maar behalve als onderzoeker was het ook een avontuurlijke droom die uitkwam om daar naartoe te gaan?

Sebastian: “Absoluut. Ik bedoel, we zitten niet in een hotel in het bos. We hebben ons kamp, slapen in hangmatten en ga zo maar door. Werken in het bos kan best gevaarlijk zijn. Er zijn allemaal verschillende soorten dieren die je tegenkomt, van giftige spinnen en slangen tot jaguars. Elk van deze dieren is ieder moment slechts een stap van je verwijderd. Het is dus altijd een avontuur om daar te zijn.”

Vond je het artikel interessant, boeiend, de moeite waard om te lezen? Zo ja, mogen wij je dan om een kleine gunst vragen?

Wij hebben je hulp nodig…

Banzeiro is de rockende golfslag van een boot op de Amazone. Banzeiro is een onafhankelijk nieuwskanaal dat zich toelegt op de belangrijkste verhalen over de Amazone, een belangrijk klimaatcontrolecentrum van de wereld.

Artikelen op Banzeiro lees je gratis. Vind je de artikelen de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen. Als veel lezers dit doen, kan Banzeiro artikelen blijven maken over de Amazone en het klimaat. Daarom wil ik je vragen: doneer je waardering.

Elke bijdrage, groot of klein, die we ontvangen van lezers zoals jij, gaat direct naar de financiering van de journalistiek van Banzeiro.

Met iDEAL kun je via de beveiligde omgeving van je eigen bank de golfslag van Banzeiro ondersteunen. Dank je.



Doneer € -