Zonsopgang boven mistig woud © Stefan Wolff / MPI-C
“De wereld heeft de Amazone nodig voor zijn biodiversiteit en zijn koolstof,”
zei Thomas Lovejoy, een wetenschapper die tientallen jaren het
Amazonewoud onderzocht.
‘Godfather of Biodiversity’ Thomas E. Lovejoy (1941-2021) was voorzitter van het Amazon Biodiversity Center, senior fellow bij de United Nations Foundation en als hoogleraar verbonden aan de afdeling Environmental Science and Policy van de George Mason University in Fairfax County, Virginia.
Biodiversiteit en koolstof zijn niet de enige redenen waarom wij de Amazone nodig hebben. Maar of we in de Amazone nu kijken naar water, lucht, bos, economische ontwikkeling en verstedelijking, en de gevolgen van veranderingen daar voor de rest van de wereld, ergens in het verhaal van de Amazone levenscyclus komen we altijd uit bij deze twee: biodiversiteit en koolstof en hun innige relatie met elkaar. Het is een relatie waarboven donkere wolken hangen.
Bij Amazone en klimaat denken de meeste mensen vooral en op de eerste plaats aan het bos als opslag voor koolstofdioxide. Er wordt wel gesproken over het verlies van biodiversiteit, maar dan meestal in samenhang met het mogelijke uitsterven van planten en dieren. Dat vermindering van de soortenrijkdom direct gevolgen kan hebben voor het Amazonewoud als opslag van koolstofdioxide en daarmee voor het klimaat, is een verhaal dat minder vaak wordt verteld.
Het is een verhaal in twee delen, een over koolstofdioxide en een over biodiversiteit.
Amazone onder vuur is wereld onder vuur
Het Amazonegebied in Zuid-Amerika is frontlijn in de strijd tegen de klimaatverandering, én bron van mogelijke, nieuwe, wereldwijde pandemieën.
De wereldwijde Covid-19 pandemie maakt duidelijk dat onze relatie met de natuur anders moet. Overal waar de natuur wordt vernietigd en mens en dier te dicht op elkaar leven, dreigt het gevaar van het overspringen van voor de mens onbekende en gevaarlijke ziekten. Het Amazonewoud is een van die gebieden waar in geïnfecteerde dieren, planten, schimmels en bacteriën, vele voor de mens potentieel gevaarlijke micro-organismen schuilgaan. Juist dat gebied wordt ernstig bedreigd en opengelegd. Oprukkende verstedelijking brengt risico dragende levensvormen dichterbij de mens.
De politieke situatie in met name Brazilië, waar de op 1 januari 2019 aangetreden rechts-populistische president Jair Bolsonaro een destructief Amazone beleid voert, en de verschoven aandacht van de wereld naar de Covid-19 pandemie, hebben de afbraak van het grootste overgebleven regenwoud in de wereld in een stroomversnelling gebracht. Door verregaande verstoringen in het ecosysteem dreigt het zelfs een van de grootste aanjagers van klimaatverandering in de wereld te worden. In één zin: Amazone onder vuur is wereld onder vuur.
Grote delen van de Amazone zijn dicht bij zogenaamde kantelpunten, tipping points zoals ze worden genoemd. Daarbij zorgt een relatief kleine verandering voor een relatief groot gevolg en kan het klimaat in een andere evenwichtssituatie terechtkomen, met alle gevolgen van dien. De vraag is wat die gevolgen zijn.
Het verhaal over de Amazone als klimaatcentrum is behoorlijk ingewikkeld. Dat ontbossing het broeikaseffect verergert, is bekend. Maar dat luchtvervuiling in het gebied de vorming van regenwolken boven het woud direct beïnvloedt, en hoe dat in zijn werk gaat, weten we pas sinds enkele jaren. Een internationaal team wetenschappers onderzocht met een project in het tropisch regenwoud in de Braziliaanse deelstaat Amazonas de ernst van dit fenomeen. Uit hun studie, die luisterde naar de naam GOAmazon, blijkt dat het regenproces in de Amazone gevaar loopt. En daarmee het klimaat in de wereld.
Tropische wolkensystemen zijn de belangrijkste transporteurs in de kringloop van atmosferische energie en vocht rond de aarde. Het wolkenverhaal is één voorbeeld van het belang van de Amazone. Er zijn er meer. Wat is de stand van zaken in de Amazone met betrekking tot water, lucht, bos, biodiversiteit en economische ontwikkeling en wat zijn de gevolgen van veranderingen daar voor de rest van de wereld? Het zijn enkele van de vele vragen over de systemen die samen ‘De wondere wereld van de Amazone’ vormen, zoals het Disneyboek heette dat mij als kind al naar de Amazone bracht.
Dreigende wolken
Zet twee mensen bij elkaar en de kans is groot dat ze over het weer beginnen, vooral als er wat te mopperen valt. Het is bijvoorbeeld uitzonderlijk warm of belachelijk koud voor de tijd van het jaar. En dan is er de regen. Daarvan valt meestal te veel of te weinig. Dat kan in de toekomst nog erger worden. Volgens veel wetenschappers zullen wij in Nederland door klimaatverandering vaker te maken krijgen met meer neerslag- en droogteperiodes. Wolken uit de tropen spelen daarbij een belangrijke rol. Als de omstandigheden in tropische gebieden veranderen, dan heeft dat invloed op het weer, daar en elders. En dat lijkt nu te gebeuren. Het Amazonegebied, waar zich 30 procent van alle tropische regenwouden in de wereld bevindt, is daarbij cruciaal. Ontbossing, de verbranding van biomassa en de economische ontwikkeling maken dat de samenstelling van de atmosfeer in hoog tempo verandert. De gevolgen voor het klimaat variëren van minder neerslag en hogere temperaturen tot hevige regenval en zware stormen. In het Amazonegebied zelf is dit al enige tijd zichtbaar. Extreme weersomstandigheden leidden er al jaren tot grote droogte, maar ook tot periodes van overstromingen.
Een plotse omslag is een opvallend kenmerk van het weer in het Amazonegebied. Stel: je zit op een terras te genieten van een cafezinho onder een helder blauwe lucht, geen wolkje te zien. Plotseling betrekt het. De hemel vult zich met dreigende stormwolken. Een windvlaag. Een harde klap. Bliksem schiet door de lucht. Meteen slaat de regen neer.
De staat van de atmosfeer kan in de Amazone binnen vijftien minuten veranderen, bevestigde de Braziliaanse meteoroloog Bruno Takeshi Tanaka Portela, toen ik in 2014 de onderzoekslocatie van GOAmazon bezocht. Tanaka Portela werkt voor het nationale onderzoeksinstituut INPA in Manaus, hoofdstad van de Braziliaanse deelstaat Amazonas, en was projectleider van GOAmazon. De meteoroloog, die een master heeft in klimaat en milieu, noemde GOAmazon in 2014 “slechts het begin”. “Om te doorgronden hoe dingen in het Amazonegebied écht werken, moeten er meer aspecten worden bestudeerd”, betoogde hij, “niet alleen de bossen, de bladeren en de bodem, maar alle ecosystemen, alle interacties, de hele kringloop van atmosfeer, biosfeer en hydrosfeer.”
GOAmazon staat voor Green Ocean Amazon. Die naam refereert aan de eigenschappen van wolken boven het Amazonewoud en die van wolken boven de oceanen. Die lijken op elkaar. Door de aanwezigheid in de lucht van een grote hoeveelheid vocht en een lage concentratie van zwevende deeltjes worden de waterdruppels die door condensatie op die deeltjes ontstaan snel groter. Ze krijgen in hoog tempo voldoende massa om omlaag te vallen. Daardoor kan het van het ene op het andere moment gaan plenzen. Deze kenmerken werden in 2004 voor het eerst beschreven in het tijdschrift Science. De schrijvers waren tussen 1995 en 2005 betrokken bij het Large-Scale Biosphere-Atmosphere Experiment in Amazonia, een internationaal onderzoek naar de chemie van de atmosfeer boven het Amazonewoud. Deze ontdekking maakte dat het gebied de bijnaam ‘Groene Oceaan’ kreeg. Uit dezelfde studie bleek ook dat het regenproces in het Amazonegebied verandert. Door de toenemende vervuiling als gevolg van verstedelijking en de verbranding van biomassa neemt de hoeveelheid fijnstof in de atmosfeer toe. Er zijn dus steeds meer condensatiekernen – stofdeeltjes waar water op condenseert – wat leidt tot kleinere druppels. En dat vertraagt de vorming van regen. “Dit kan neerslagpatronen wezenlijk doen veranderen en in grote gebieden het evenwicht in het watersysteem aantasten”, stelden de auteurs van het artikel in Science. Om de invloed te onderzoeken die verstedelijking in tropische gebieden op lokale ecosystemen en het mondiale klimaat heeft, werd GOAmazon opgezet, een internationaal samenwerkingsverband van INPA met onder andere het Amerikaanse ministerie van Energie en het Duitse Max Planck Instituut voor Chemie.
Begin 2017 was ik weer in Brazilië. Ik nam contact op met Paulo Artaxo, hoogleraar atmosferische fysica aan de Universiteit van São Paulo en een van de initiatiefnemers van het GOAmazon project. Ik wilde van hem weten wat het onderzoek uiteindelijk had opgeleverd.
Artaxo was, toen ik hem sprak, erg enthousiast. Het project was “extreem succesvol” gebleken, zei hij: “Er is een enorme hoeveelheid nieuwe informatie verzameld op terreinen als de koolstofkringloop, aerosolen en wolken, ozon en fotosynthese; verder diverse aspecten die nooit eerder zijn onderzocht, zoals de wisselwerking tussen stedelijke luchtvervuiling – in dit geval van Manaus – en het functioneren van natuurlijke ecosystemen.” Dat laatste levert ook belangrijke nieuwe kennis op, aldus Artaxo.
Een van de onderzoeken van GOAmazon ging over de ozonconcentratie in de regio. Er werden erg hoge concentraties gemeten van meer dan veertig deeltjes per miljard, honderd kilometer van Manaus. “Het is een concentratie die kenmerkend is voor stedelijk vervuilde regio’s en die in grote mate de fotosynthese in het woud beïnvloedt”, legde Paulo Artaxo uit. “Ozon vermindert de koolstofopname van de vegetatie. De stedelijke vervuiling van Manaus vermindert dus de mogelijkheid om de concentratie CO₂ in de atmosfeer door absorptie in de biomassa van het woud te verminderen. Dit heeft grote gevolgen voor de koolstofkringloop. Als de ozonconcentratie in de toekomst hoger wordt, zoals voorspeld in klimaatmodellen, kan het woud minder koolstof opslaan.”
In de wolken
Sinds 2015 staat in het natuurreservaat Uatumã, honderdvijftig kilometer ten noordoosten van Manaus, een stalen onderzoekstoren van driehonderdvijfentwintig meter hoog, die als een naald uit het tropisch regenwoud omhoog steekt. Het is de hoogste klimaatmeettoren in de wereld, hoger dan de Eiffeltoren. Ernaast staan nog twee torens van ieder tachtig meter.
Amazon Tall Tower Observatory, kortweg ATTO, is een ‘Atmospheric Laboratory’, opgezet om te begrijpen op welke wijze het Amazonewoud de verandering van het klimaat beïnvloedt en omgekeerd, hoe klimaatverandering de gezondheid van het Amazonewoud aantast. Door de hoogte van ATTO kunnen wetenschappers over een dusdanig uitgestrekt gebied metingen in de atmosfeer verrichten, dat zij in staat zijn om met grote precisie te voorspellen wat de invloed van allerlei factoren – inclusief menselijk handelen – op het klimaat zal zijn.
In Manaus gaan de data van ATTO naar het Nationale Instituut voor Amazone Onderzoek INPA, in Duitsland worden ze geanalyseerd door het Max Planck Instituut voor Biogeochemie in Jena en het Max Planck Instituut voor Chemie in Mainz.
Het project heeft tot doel processen op grote en kleinere schaal te bestuderen, van hoe het bos en de bodem broeikasgassen, aerosolen, luchtsamenstelling en wolken beïnvloeden, tot bodemchemie, microbiologie en biodiversiteit. De belangrijkste onderzoeksvragen zijn: Hoe reageert het Amazonewoud op het klimaat en de waterkringloop? Wat is de rol van het Amazonewoud in de wereldwijde kringlopen van broeikasgassen zoals koolstofdioxide, methaan en lachgas? Hoe beïnvloeden vluchtige organische stoffen uitgestoten door vegetatie en bodems de atmosferische chemie en de vorming van aerosolen en wolken? Het project onderzoekt daarnaast hoe de biosfeer van het regenwoud reageert op de opwarming van de aarde.
Volgens het Duitse federale ministerie van Onderwijs en Onderzoek maakt ATTO het mogelijk om tot nieuwe meetniveaus te komen van de complexe interacties tussen het landoppervlak en de atmosfeer. Bovendien zal het onderzoeksproject bijdragen aan een beter begrip van wat wordt omschreven als ‘klimaatrelevante chemische en fysische processen boven de Amazone’ en zo nieuwe grondbeginselen voor klimaatbescherming creëren. (bron: wikipedia)
Uniek aan ATTO is het samenbrengen van al de verschillende elementen die het Amazonestroomgebied zo belangrijk maken voor het wereldklimaat. Op de plek waar ATTO staat, bevindt zich de schoonste atmosfeer op aarde. De antropogene (menselijke) verstoring is er minimaal.
De Colombiaanse boswetenschapper Carlos Sierra is een van de mensen die met behulp van ATTO onderzoek doet. Hij leidt bij het Max Planck Instituut voor Biogeochemie in Jena de onafhankelijke onderzoeksgroep Theoretical Ecosystem Ecology. Die richt zich onder andere op het bestuderen van niet-lineariteiten in biogeochemische kringlopen. Ter verduidelijking: biogeochemie behandelt de chemische, biologische en fysische processen die ten grondslag liggen aan de structuur en functies van ecosystemen of zelfs landschappen.
Ik ontmoette Carlos Sierra eerder, in 2018. Hij legde mij destijds uit wat zijn groep doet met de data van ATTO. Carlos Sierra werkt als wetenschapper met koolstofkringlopen rondom de wereld. Wat dat inhoudt, vroeg ik hem.
Carlos Sierra: “Onze onderzoeksvragen hebben te maken met de tijd die koolstof doorbrengt in de terrestrische biosfeer, de biosfeer van de aarde (terrestrial biological carbon cycle – CCE). Wanneer wij mensen koolstof uitstoten in de atmosfeer, dan blijft die koolstof daar enige tijd. Maar tegelijkertijd nemen bossen een deel van de koolstof op. Wij willen begrijpen hoelang koolstof in het bos blijft, want hoe langer de koolstof in het bos blijft, hoe minder koolstof zich in de atmosfeer bevindt. Koolstof in de atmosfeer houdt zonnestraling vast, houdt energie vast en daarom warmt de planeet op.”
Drie jaar later, najaar 2021, vraag ik hem weer naar de koolstofkringlopen. Hebben zich de afgelopen jaren grote veranderingen voorgedaan? Zo ja, is er reden tot zorg? En kunnen de veranderingen nog ongedaan worden gemaakt? Wat is daarvoor nodig?
Carlos Sierra: “De concentraties koolstofdioxide in de atmosfeer blijven toenemen en er zijn geen tekenen van stabilisatie. Zelfs de pandemiegerelateerde lockdowns, die de uitstoot gedurende enkele maanden aanzienlijk verminderden, hadden geen effect op de snelheid waarmee de concentratie van koolstofdioxide in de atmosfeer toeneemt. Dit heeft ons laten zien dat het verminderen van de uitstoot slechts een deel van de oplossing is voor het klimaatprobleem. Er is de afgelopen eeuw al veel koolstofdioxide uitgestoten en verspreid tussen de oceanen en het land. Deze koolstof, die zijn oorsprong vindt in de uitstoot van fossiele brandstoffen, zal decennia tot eeuwen tussen de atmosfeer, de oceanen en het land blijven circuleren. Het wordt steeds duidelijker dat we manieren moeten vinden om een deel van deze koolstofdioxide af te vangen en op te slaan in reservoirs voor de lange termijn.”
Ik vraag hem ook naar de veerkracht van het Amazonewoud en hoe groot momenteel de dreiging is van vernietiging van essentiële biogeochemische systemen en kringlopen.
Carlos Sierra: “We bestuderen bij ATTO een bos dat goed is bewaard en waarbij de menselijke invloed minimaal is, om zo wetenschappelijke kennis op te bouwen over het functioneren van Amazonebossen als er geen verstoring is. De schade, die doet zich ergens anders voor en de mate van veerkracht van het hele Amazonesysteem is op basis van het werk van ATTO alleen niet te beoordelen.”
Dan is er het mogelijke kantelen van de Amazone. Journalisten, klimaatactivisten en anderen stellen vaak dat een omslagpunt zo niet al heeft plaatsgevonden, dan toch dichtbij is.
Carlos Sierra: “Ik kan daar daar niet veel over zeggen. De mogelijkheid bestaat inderdaad dat er een omslagpunt is gepasseerd, maar dit is uiterst moeilijk te kwantificeren; dat wil zeggen om de juiste metingen te verkrijgen die ons kunnen vertellen wanneer en hoe het omslagpunt is overschreden.”
ATTO is nu een aantal jaren in gebruik. Zijn de doelen uitgebreid en/of bijgesteld? Hebben de metingen al geleid tot meer inzicht in hoe het Amazonesysteem werkt?
Carlos Sierra: “We zetten ons werk bij ATTO voort, waarbij we meestal van dezelfde vragen uitgaan als voorheen, maar die uitbreiden met nieuwe benaderingen. Helaas had de pandemie een sterke impact op ons werk daar. We konden bijna twee jaar niet naar Brazilië of de onderzoekslocaties reizen. We konden geen nieuwe monsters verzamelen en een aantal metingen moesten worden stopgezet. De situatie is nu beter en we zijn twee maanden geleden naar ATTO gereisd om een nieuw instrument te installeren voor de continue opvang van broeikasgassen op de top van de hoge toren. We hopen zo een eerste dossier van continue metingen van broeikasgassen en stabiele isotopen (variaties in de massa van hetzelfde chemische element – CCE) op te bouwen. Het werk staat nog maar aan het begin, maar we verwachten later in 2023 de eerste resultaten te behalen. Ondertussen hebben we tijdens de lockdown aan enkele theoretische concepten gewerkt. Dit was belangrijk om ons werk van een sterk theoretisch kader te voorzien, maar zegt nog niets specifieks over de staat van de Amazonebossen.”
“Het verminderen van de uitstoot van koolstofdioxide is slechts een deel van de oplossing voor het klimaatprobleem” (Carlos Sierra, Max Planck Instituut voor Biogeochemie)
Wat zijn de belangrijkste bevindingen tot nu toe met betrekking tot de opname van koolstof door het Amazone-ecosysteem?
Carlos Sierra: Zoals gezegd, hadden we wat vertragingen als gevolg van de pandemie bij het produceren van de definitieve resultaten van ATTO, maar we hebben enige vooruitgang geboekt bij het proberen te begrijpen van de tijd die koolstof in andere tropische bossen doorbrengt. Zo ontdekten we onlangs dat van de totale hoeveelheid koolstof die via fotosynthese een tropisch ecosysteem binnenkomt, in minder dan zes maanden ongeveer de helft weer door de bomen wordt uitgestoten. De andere helft van de koolstof kan jaren of decennia blijven bestaan, en alleen extreem kleine hoeveelheden kunnen tot een eeuw blijven. Dit vertelt ons dat tropische bossen zeer dynamische systemen zijn die zich in een constant proces van absorptie en afgifte van koolstofdioxide bevinden. Grote hoeveelheden koolstof worden zeer snel verwerkt door meerdere organismen om hun metabolisme in stand te houden. Slechts een zeer klein deel van de totale fotosynthese wordt gedurende lange tijd vastgehouden.”
Een boom (in de Amazone) neemt koolstof op en geeft koolstof af. Is de relatie tussen beide stabiel of aan verandering onderhevig, bijvoorbeeld door menselijke invloed? Volgens recente rapporten produceren delen van de Amazone nu meer koolstof dan ze opnemen.
Carlos Sierra: “Om deze vraag te beantwoorden is het belangrijk om niet alleen aan één boom of veel bomen te denken, maar ook aan het hele ecosysteem, dat al het dode hout, klein afval en een grote voorraad koolstof in de bodem omvat. Het bos bij ATTO, dat goed bewaard is gebleven, bevindt zich in een neutrale koolstofbalans. De koolstof die door de bomen wordt opgenomen, wordt later uitgestoten, door de bomen zelf of door de microben die het dode hout, het kleine afval en de koolstof in de bodem eten. Bij het kappen van bossen wordt een grote hoeveelheid dood hout en afval geproduceerd, dat uiteindelijk voor uitstoot zorgt. Gebieden waar ontbossing heeft plaatsgevonden, vormen hoogstwaarschijnlijk een koolstofbron voor de atmosfeer, omdat de koolstofopname van de nieuwe planten de verliezen door de uitstoot van dood hout, afval en grond niet kan compenseren.”
Ontbossing en bodemschade
Koolstof in de bodem heeft bewezen de langste verblijftijd. Dit gegeven leidt tot vragen als: Zal dit veranderen met grootschalige ontbossing en de daaruit voortvloeiende bodemschade? Hoe snel kan het vernietigingsproces gaan? In hoeverre biedt herbebossing oplossingen?
Carlos Sierra: “Ontbossing leidt meestal tot enig verlies van koolstof uit de bodem, maar niet alle koolstof in de bodem is verdwenen na ontbossing. Naarmate de ontboste gebieden toenemen, wordt het kleine koolstofverlies uit de bodem echter relevant op grotere ruimtelijke schalen. Dit kan natuurlijk worden teruggedraaid als het bos opnieuw aangroeit, maar het kan op lange termijn verloren gaan als het bos wordt vervangen door intensieve landbouwgebieden. Herbebossing kan helpen om een deel van de verloren koolstof te herstellen, maar ‘herbebossing’ kan voor verschillende mensen verschillende dingen betekenen. In sommige gevallen wordt herbebossing opgevat als het aanleggen van boomplantages voor commerciële oogst. In deze gevallen worden belangrijke hoeveelheden koolstof en voedingsstoffen verwijderd bij het oogsten van de bomen. In deze gevallen kan herbebossing het koolstofverlies als gevolg van ontbossing niet volledig herstellen.”
Zoals gezegd is ATTO nu enkele jaren in gebruik. Toen ik Carlos Sierra in 2018 sprak, vroeg ik hem of hij al bijzondere dingen was tegengekomen. Hij noemde toen methaan, dat er hoeveelheden waren waargenomen die moeilijk waren uit te leggen. De onderzoekers wisten toen nog niet precies waar het broeikasgas vandaan kwam. Nu, drie jaar later, wel?
Carlos Sierra: “Je kunt dit beter met Santiago Botia bespreken. Het methaan komt hoogstwaarschijnlijk uit de nabijgelegen rivier. Santiago heeft ook interessante resultaten over de CO₂-balans van het bos.”
En zo kwam ik terecht bij Santiago Botia, ATTO-onderzoeker in Jena voor de broeikasgassen CO₂ en CH4, ofwel koolstofdioxide en methaan.
Te land, ter zee en in de lucht
Santiago Botia komt net als Carlos Sierra uit Colombia. Hij studeerde eerst milieutechniek en volgde daarna in de Verenigde Staten een programma Oceanografie. Dat bracht hem onder andere op een zeilschip in de Stille Oceaan, waar hij monsters verzamelde en onderzoek deed. Omdat hij verder wilde in de wetenschap, meer specifiek klimaatverandering, de koolstofkringloop, vertrok Santiago Botia in 2015 naar Wageningen in Nederland. Daar behaalde hij in 2017 zijn master.
Santiago Botia begon in Wageningen in de onderzoeksgroep Carbon Cycle and Atmospheric Composition, Koolstofkringloop en Atmosferische Samenstelling, van prof. dr. Wouter Peters, die de stijgende niveaus van koolstofdioxide in de atmosfeer onderzoekt. Op de agenda van de groep staan de koolstofkringloop van het Amazone regenwoud en van het Arctische gebied, maar ook van stedelijke gebieden in Europa.
In Wageningen deed Santiago Botia voor het eerst Amazone onderzoek. Hij keek daarbij specifiek naar het effect van branden op het Amazone koolstofbudget. Dat bracht hem uiteindelijk naar het Max Planck Instituut voor Biogeochemie in Jena, waar hij als Phd-Kandidaat betrokken is bij ATTO. Hij maakt deel uit van de Airborne Trace Gas Measurements and Meso Scale Modeling Research Group. Mesoschaal staat voor weersverschijnselen die relatief ‘klein’ zijn. Ze zijn enkele kilometers tot honderden kilometers groot en hebben invloed op gebieden op regionale en lokale schaal. Het is de schaal, waarop onweersbuien of tornado’s zich ontwikkelen en manifesteren.
Ik wil Santiago Botia vooral spreken over de tot voor enige tijd onverklaarbare, nachtelijke metingen van methaan boven op de driehonderdvijfentwintig meter hoge toren van ATTO in het Amazonewoud noordoost van Manaus. Maar eerst: Waarom is het zo belangrijk dat de atmosfeer op de locatie van ATTO bijna vrij van antropogene (menselijke) invloed is? Of zoals de coördinator voor ATTO bij het Max Planck Instituut Prof. Dr. Susan Trumbore mij eerder zei: “Daar, waar ATTO staat, is de schoonste atmosfeer op de planeet, tenminste boven land. Het is de meest maagdelijke atmosfeer, zoals we denken dat de atmosfeer was voor de industrialisatie.”
In een interview in 2018 met Jošt Lavrič, destijds onderzoeker in Jena en leider van de onderzoeksgroep Tall Tower Atmospheric Gas Measurements (TAG), merkte deze op dat het milieu bij ATTO bijna onaangetast is, tenminste een deel van het jaar. Jošt Lavrič: “Op een of andere manier is er altijd wel een antropogene invloed waardoor je niet van 100 procent onvervuild kunt spreken. Maar er zijn dagen en perioden in het jaar dat het daar bijna vrij is van vervuiling en dan is het interessant om te zien hoe het woud zelf de verschillende processen beïnvloedt die gekoppeld zijn aan bijvoorbeeld de aerosolen, wat dan weer verbonden is met de waterkringloop, en de intensiteit en frequentie van regenval. Het begrijpen van die processen stelt je in staat om de werking ervan uit te leggen en beter te voorspellen wat er gaat gebeuren als er iets verandert.”
Drie jaar later leg ik de vraag over de locatie van ATTO ook voor aan Santiago Botia.
Santiago Botia: “Onderzoeksstations op de grond bevinden zich voornamelijk binnen de noordelijke breedtegraden. Dus bij de meeste data gedreven analyses, waarbij we de koolstofvoetafdruk van een specifieke locatie proberen te beperken of in te schatten, is er in de tropen altijd sprake van een vertekening of schaarste aan gegevens, in Afrika, Indonesië en Zuidoost-Azië, maar ook in de Amazone. Al zou ik zeggen dat de Amazone, vergeleken met Afrika en andere plaatsen, waarschijnlijk beter is geïnstrumenteerd. Om je een idee te geven: Europa heeft een netwerk voor broeikasgassen dat valt onder de paraplu van ICOS, Integrated Carbon Observation System. Die hebben meer dan vijftig stations voor een gebied dat kleiner is dan de Amazone. Ik werk in de Amazone met vijf stations voor een gebied dat groter is dan Europa. Je kunt je dus voorstellen hoe moeilijk de toegang tot hoogwaardige data er is. ATTO is, onder andere, gebouwd om doorlopend gegevens op de lange termijn te leveren om zo beter te begrijpen wat er in de Amazone gebeurt op het gebied van CO₂, methaan en aerosolen, en een heleboel andere dingen.
“ATTO bevindt zich in het noordelijke deel van deze constellatie van meetlocaties. Het Tall Tower observatorium bevindt zich op die plek om gegevens te leveren over het oostelijk deel van de Amazone. Maar we hebben nog altijd geen goed beeld van bijvoorbeeld de Peruaanse, de Colombiaanse en de Ecuadoraanse Amazone dichtbij de Andes, vanwege de wind. Alle signalen komen in beginsel van oost naar west en alle sites bevinden zich voornamelijk in het Braziliaanse Amazonegebied. Dus ATTO vult een gat voor veel gegevens, maar er zijn nog steeds gaten verder naar het Westen. Het zou mooi zijn om dat op een gegeven moment aan te kunnen pakken.
“We proberen met ATTO informatie toe te voegen aan de discussie, om de dynamiek in het gebied beter te begrijpen, vooral ook in het oosten van de Amazone. Het ATTO-verslag biedt een geweldige gelegenheid om op een dagelijkse schaal van jaar tot jaar de variabiliteit te bestuderen. Dat kan omdat we bij ATTO elk uur een datapunt hebben in de dagelijkse kringloop van CO₂, die gedurende de dag vooral wordt bepaald door fotosynthese – de vegetatie neemt koolstof op en als gevolg daarvan daalt het CO₂ niveau. Tijdens de nacht worden microbiële activiteit en de uitademing van de vegetatie dominant en gaan de concentraties omhoog. Deze dagelijkse kringlopen zijn vrij constant en alles heeft een zeer consistent ritme, tenminste als je elke dag afzonderlijk beschouwt. Kijk je naar een langere tijdspanne, bijvoorbeeld naar het maandverslag, dan zie je dat de concentratie CO₂ binnen en buiten het continent toeneemt. Dit is voornamelijk het gevolg van de opwarming van de aarde door de accumulatie van CO₂ in de atmosfeer.”
Dood land
Toen ik in 2018 het Max Planck Instituut in Jena bezocht – ATTO was een paar jaar in gebruik – merkte boswetenschapper Carlos Sierra maar ook anderen op dat er hoeveelheden methaan waren waargenomen die moeilijk waren uit te leggen. Zoals de al eerder genoemde, toenmalige leider van de onderzoeksgroep Tall Tower Atmospheric Gas Measurements (TAG) Jošt Lavrič, gespecialiseerd in broeikasgassen, uitlegde:
“Wij maten methaan en daarbij zagen we interessante voorvallen van toegenomen concentraties, met scherpe pieken middenin de nacht, terwijl die er eigenlijk niet zouden moeten zijn en waarvan we niet precies wisten waar die stijging vandaan kwam. Interessant genoeg viel dit samen met gebeurtenissen gerelateerd aan aerosolen. Een bepaalde type van aerosolen. Iemand vertelde mij dat deze soort gebeurtenissen met aerosolen eerder was gezien, maar dat ze niet wisten dat er in dezelfde periode ook methaan opdook. Onze vragen zijn nu: Wat is het? Waar komt het vandaan? Hoe werkt het? Het lijkt erop dat het gedeeltelijk is gerelateerd aan de hydrologie. Wanneer we dit begrijpen, weten we onder welke condities en in wat voor frequentie, er meer methaan uit een ecosysteem komt. Dat kan dan helpen begrijpen wat er zou kunnen gebeuren als bijvoorbeeld – theoretisch gesproken – de hele Amazone 20 procent droger wordt; dat die gebeurtenis kan leiden tot het verhogen of verlagen van de uitstoot van een bepaald soort broeikasgas met het getal zoveel. Dat is zeer waardevolle informatie, die je kunt verwerken in globale modellen.”
Ze wisten niet precies waar het methaan vandaan kwam. Nu inmiddels wel.
Santiago Botia produceerde een paper over het onderwerp: Understanding nighttime methane signals at the Amazon Tall Tower Observatory (ATTO)
Santiago Botia: “Dat was mijn eerste paper. Het zijn vooral wetlands, drasgronden die methaan produceren, en drasgronden in de Amazone beslaan ongeveer 14 procent van het oppervlak. Dat is dus een groot gebied. Bij ATTO meten we de concentraties methaan in de atmosfeer. Met deze informatie proberen we de ecosysteemprocessen te begrijpen en verbanden te leggen over wat de belangrijkste drijfveren zijn van de variabiliteit van methaan in de regio die ik zie. We hebben vijf meetpunten op de toren en op de top zagen we een hoge concentratie methaan. Dat is opmerkelijk, want methaanbronnen bevinden zich op de begane grond. En het gebeurde vooral ’s nachts. Als we naar de gegevens keken, dan was er sprake van een seizoenspatroon dat zich zeer duidelijk voordeed tijdens de droge tijd, voornamelijk in de maand augustus.
“We hebben vervolgens nog wat verder gekeken en probeerden te zien of dit door de branden kwam. We deden wat analyses en het leek niet van branden te komen. Tijdens het droge seizoen zijn er branden en die stoten ook methaan uit, maar ATTO is wat ver van de brandhaarden. Dat bracht ons ertoe te concluderen dat de oorzaak niet bij het vuur gezocht moest worden. We hebben gekeken naar de uitstoot van methaan uit de Amazonerivier. Maar ’s nachts is dat te ver. Een mogelijke verklaring waar we nu naar kijken is de Uatamárivier die ten zuiden en zuid-oosten van ATTO stroomt, als je in een rechte lijn vanaf de toren kijkt. In het noord-westen van deze rivier staat een waterkrachtcentrale, Balbina. Die produceert methaan. Dat verdwijnt in de atmosfeer. Maar het lekt ook de rivier in. Dat verhoogt de concentratie van methaan stroomafwaarts in de rivier. Als je de concentraties in de rivier vergelijkt met andere rivieren, dan is die hoger. Dat is één aanwijzing. Een andere is het veranderde overstromingspatroon van de rivier. De Balbina dam veranderde de overstromingsseizoenen van de rivier, waardoor veel bomen in het ondergelopen bos langs de Uatamárivier dood gingen.
“Er is dus sprake van een enorme verandering in de ecologische en hydrologische omstandigheden, die door het bos worden veroorzaakt en beïnvloed. We suggereren nu dat er een grotere hoeveelheid koolstof in de rivier aanwezig is die kan worden afgebroken en methaan genereren. We vonden ook dat de toename van methaan bij ATTO in bepaalde perioden van het jaar samenvalt met de richting waaruit de wind waait en vaker voorkomt als die uit de gebieden van de rivier komt. Het is dus zeer waarschijnlijk, het seizoenspatroon in aanmerking genomen, dat het methaan van de Uatamárivier afkomstig is. We moeten nog wel een volledige analyse maken door daarheen te gaan en metingen te verrichten. Dat gaat ook gebeuren. Door Covid konden we echter nog niet terug naar Brazilië. Maar veel wijst erop dat dit een bron van dat methaan kan zijn. Al het regenwater, alle biomassa die in het gebied wordt geproduceerd, maar ook de input door dieren in het bos, zorgt voor een constante toename van koolstof in het stuwmeer, en deze koolstof, die naar de diepere delen gaat, wordt afgebroken zonder zuurstof en produceert methaan.”
Balbina. Steeds weer duikt die vervloekte dam op.
Dam the Rivers, Damn the People. Development and Resistence in Amazonian Brazil was de titel van het boek waarmee de schrijfster Barbara J. Cummings in 1990 aandacht vroeg voor de bouw van enorme waterkrachtcentrales in het Amazonegebied en de daaruit voortvloeiende vernietiging van mens en natuur. Dam the Rivers, Damn the People gaat over twee van de meest getroffen gebieden, de rivier Xingu in de deelstaat Pará en Balbina in de deelstaat Amazonas. Dam the Rivers, Damn the People was het eerste boek dat mij confronteerde met de ecologische verwoesting die de bouw van een stuwdam in het Amazonegebied kan aanrichten. En de gevolgen ervan op het sociaal-culturele leven ter plaatse. Zes jaar later zag ik met eigen ogen het dode landschap bij Balbina, een schokkende ervaring.
Oktober 1996. Ik ben met een busje vanuit Manaus, miljoenenstad in en uitgebroed door het regenwoud, op weg naar het noorden, naar de Braziliaanse deelstaat Roraima. De weg naar Boa Vista, de hoofdstad van Roraima, doorsnijdt het reservaat van de Waimiri-Atroari en er zijn problemen tussen de bevolking en een in het gebied werkzame mijnmaatschappij. Een dag eerder zijn er auto’s bekogeld. Links en rechts van de weg is water, levenloos. Boomstronken steken zwart verrot omhoog, als staken die van binnenuit dwars door de aardkorst zijn geslagen. Het troosteloze landschap, waarin zelfs geen vogel zich laat zien, dankt zijn doodsheid aan de Balbina dam, op 146 kilometer van Manaus gebouwd in de Uatamárivier.
Ten behoeve van de dam werd een stuwmeer gecreëerd dat een groot met regenwoud bedekt gebied onder water zette. Door het rottingsproces kwamen er grote hoeveelheden methaan vrij en trad er verzuring op. Het gevolg was een ecologische ramp waarvan met name de inheemse Waimiri-Atroari bevolking het slachtoffer werd.
Terug naar Santiago Botia in Jena en via hem naar Amazonas, waar de Balbina dam tientallen jaren na de bouw nog altijd een bron van klimaatverandering aanjagende broeikasgassen is. De vraag blijft wel waarom het gas waar we het hier over hebben, methaan, ‘s nachts wordt gemeten, boven op een driehonderdvijfentwintig meter hoge toren, ver boven de bodem en het bladerdak van het Amazone regenwoud. Maar op die vraag is een mogelijk antwoord gevonden.
Santiago Botia: “Waarom ’s nachts? De eerste duizend, tweeduizend meter van de atmosfeer wordt wel de grenslaag genoemd. In dat deel van de atmosfeer speelt zich een dagelijkse kringloop af die wordt beïnvloed door transport van onder andere warmte, waterdamp en koolstofdioxide vanaf het aardoppervlak. De dikte van de grenslaag is variabel. De temperatuur en luchtvochtigheid, maar ook CO₂- en methaan-concentraties bevinden zich overdag binnen een vergelijkbare grenslaag. Tijdens de nacht gaat dat naar beneden, gaat de hoogte van de grenslaag naar een paar honderd meter, omdat er minder straling is, er is minder verticale menging. Dus het volume van de atmosfeer is ’s nachts lager. Op de een of andere manier comprimeert het volume. Een van de effecten daarvan is een hogere concentratie van moleculen, dat is normaal, maar de hoeveelheid methaan die wij maten was soms zo hoog dat er wel een andere bron moet zijn, omdat dit niet alleen kan worden verklaard door de compressie van de grenslaag. Dat betekent dus dat het methaan dat ’s nachts uit de rivier vrijkomt, in de grenslaag blijft en door de sterke stroming in deze laag van de atmosfeer naar de toren wordt getransporteerd. Daar meten we die hoge methaanpieken die enkele uren aanhouden en dan daalt het weer. De transportsituatie in de grenslaag is ‘s nachts een zeer complexe mengelmoes.”
Wordt de Amazone leverancier van CO₂?
Op 19 november 2021 kopte de Britse krant The Guardian: ‘Ontbossing in het Amazonegebied van Brazilië op hoogste niveau sinds 2006.’
En de BBC meldde op dezelfde dag: ‘Brazilië – Amazone ziet ergste ontbossing in 15 jaar.’
De situatie van het milieu is in grote delen van het Amazonegebied ronduit zorgwekkend. Sommige bos- en klimaatwetenschappers zeggen dat er kantelpunten dreigen, anderen dat die er al zijn. Hebben ze gelijk? Zijn er al gebieden in de Amazone waar de vernietiging onomkeerbaar is, met verstrekkende gevolgen voor het bos, voor de biodiversiteit, voor de mensen die er wonen en bepaald niet op de laatste plaats voor het klimaat?
Diverse experts op het gebied van klimaat- en bosonderzoek die ik in de loop der jaren sprak zijn er stellig over: De grens is gepasseerd. Er is sprake van kantelpunten, tipping points, in de Amazone.
“Als er binnen vier tot acht jaar niets verandert, is de vernietiging van het Amazone-regenwoud onomkeerbaar.” Dit zei de Braziliaanse wetenschapper Paulo Artaxo, hoogleraar atmosferische fysica aan de Universiteit van São Paulo, in een interview met BBC News Brasil in de zomer van 2019. Volgens een andere Braziliaanse wetenschapper, Antônio Nobre, verbonden aan het Braziliaans Nationaal Instituut voor Ruimte Onderzoek INPE en enkele jaren terug wereldwijd in het nieuws met zijn rapport over Vliegende rivieren, zijn sommige delen van de Amazone al over een kantelpunt heen. Hij meldde mij in 2017 dat delen van de nog resterende bossen in het oostelijke Amazonegebied vaker dan ooit afbrandden, wat volgens hem wees op, zoals hij het noemde, “de perverse zelfversterkende cyclus van klimaatgedreven vernietiging”. Boswetenschapper Niro Higuchi, werkzaam bij het Nationale Instituut voor Amazone Onderzoek INPA in Manaus, is er eveneens van overtuigd dat er in delen van het Amazonegebied al sprake is van kantelpunten. Hij noemde het zuiden van de Braziliaanse Amazone, meer precies het noorden van de deelstaat Mato Grosso en het zuiden van de deelstaat Pará.
In Nederland is Hans Ter Steege, groepsleider Biodiversity Dynamics bij het nationaal onderzoeksinstituut Naturalis in Leiden en hoogleraar Tropical Forest Diversity and Tree Traits aan de Vrije Universiteit Amsterdam, minder stellig. Of er echt al een kantelpunt is? Hans Ter Steege twijfelt, zei hij in het najaar van 2019. “Er zijn mensen die zeggen dat er twee stabiele situaties zijn voor het gebied, of het is bos of het is savanne, en als het eenmaal savanne is geworden, dan keert het niet geleidelijk terug naar bos, maar moet het eerst weer helemaal terug naar het beginpunt. Ik weet het niet, want dat zou betekenen dat na de ijstijd, toen het warmer werd, dat met een schok is gegaan. We weten ook niet precies hoeveel er in het gebied ontbost is geweest voordat de inheemse populatie helemaal instortte. Dat was ook heel veel. Wat op die plekken restte waren savanne en stukjes bos. Toch is dat bos teruggekomen.”
Of er al sprake is van kantelpunten in de Amazone? Santiago Botia vindt het net als eerder Carlos Sierra een moeilijke vraag. “Er zijn inderdaad mensen die dat zeggen. Er is al een verandering in het landgebruik van het bos van ongeveer 17 procent, en nog eens 17 procent is aangetast. Dat gaat dus in de richting van 40 procent ontbost of gedegradeerd bos. Onderzoeken suggereren dat bij meer dan 20 tot 30 procent ontbossing er een kantelpunt optreedt, en kantelpunten zijn per definitie onomkeerbare toestanden. Het bos gaat over in een andere staat. Ik denk niet dat we daar al zijn. Maar het zou kunnen. Het punt is dat we niet weten hoe dicht we bij een kantelpunt zijn, maar wel waar in het bos of waar in de regionale afbakening van de Amazone, we dichter bij een kantelpunt zijn.”
“Het laat wel zien hoe kwetsbaar deze ecosystemen zijn, waarbij een zeer milde verandering al tot enorme effecten kan leiden.” (Santiago Botia, Max Planck Instituut voor Biogeochemie)
Santiago Botia is promovendus, gespecialiseerd in broeikasgassen in het algemeen en die gemeten bij en op ATTO in het bijzonder.
Santiago Botia: “Als we het hebben over broeikasgassen, dan zijn er twee heel belangrijk, koolstofdioxide en methaan. Deze twee gassen vormen minder dan 1 procent van de luchtsamenstelling in de atmosfeer, maar ze hebben wel veel impact, in de atmosfeer en op het klimaat. Het belangrijkste proces in het beheersen van koolstofdioxide is fotosynthese. Vegetatie neemt koolstof op die vrijkomt bij branden, natuurlijk of door mensen veroorzaakt, bij de verbranding van fossiele brandstoffen, door microbiële afbraak van organisch materiaal, door plantenmetabolisme, ook wel de ademhaling van planten genoemd. Voor methaan is er de natuurlijke uitstoot van moerassen, fossiele brandstoffen en branden. En een groot deel is afkomstig uit landbouw en afval. Dit zijn de belangrijkste processen die de niveaus van deze twee gassen in de atmosfeer bepalen.”
In de afgelopen achthonderdduizend jaar schommelden de concentraties van deze gassen in de atmosfeer tussen hoog en laag met een verloop van enkele duizenden jaren. Maar nu zijn in een zeer korte tijdspanne de concentraties van deze gassen flink verhoogd. Het is het ondubbelzinnige bewijs dat de mens en de mensheid behoorlijk veel invloed heeft op de concentraties van CO₂ en methaan. Deze twee gassen zijn grotendeels verantwoordelijk voor de huidige opwarming van de aarde.
Santiago Botia: “De rol van de Amazone in termen van broeikasgassen is samen te vatten in enkele belangrijke aspecten. Wat koolstof betreft, is de Amazone een enorm koolstofreservoir, in het bos en in de bodem. Dit is heel groot in omvang. Er is echter alom recent bewijs dat erop wijst dat de vegetatieput krimpt. Er wordt nog steeds koolstof geabsorbeerd. Maar het vermogen van de vegetatie om CO₂ uit de atmosfeer op te nemen, lijkt af te nemen. Er is nu een toenemende dreiging van ontbossing, degradatie, landbouwuitbreiding en ook klimaatvariabiliteit en dat betekent dat alle koolstof die in het bos is opgeslagen, in de atmosfeer kan worden vrijgegeven.”
Inmiddels zouden delen van de Amazone geen koolstofdioxide meer opnemen, maar leveranciers van CO₂ zijn geworden. Als dit klopt, wat is dan het effect voor het klimaat en de klimaatverandering?
Santiago Botia: “Koolstofdioxide is, zoals gezegd, sterk verbonden met vegetatie. Eerdere bevindingen, en dat is onlangs nog eens bevestigd, hebben aangetoond dat goede zorg voor de vegetatie daarbij cruciaal is én dat die vaak is verbonden met het leven in inheemse gebieden en nationale parken. Maar liefst 58 procent van de bovengrondse koolstof wordt opgeslagen in dat soort gebieden. Deze plaatsen zijn dus essentieel om de koolstof in het bos te houden, ontbossing te voorkomen en ook om grote hoeveelheden koolstof op te slaan. Maar de koolstofbalans in de Amazone is dus ook verbonden met een menselijke component.
“Als je de vegetatie in het algemeen beschouwt, alle bomen die samen het Amazonewoud vormen, dan is de vegetatie, als je er inclusief naar kijkt, nog steeds een koolstofput. Maar dat beeld kan veranderen als je regionaal naar verschillende plaatsen kijkt, bijvoorbeeld in het zuidoosten. Er was in 2015 een paper waarvoor dertig jaar lang in ecologische percelen metingen waren verricht en waar de onderzoekers zagen dat de omvang van de put aan het afnemen was. Als er studies zijn die zeggen dat de Amazone een bron van koolstof is, dan wordt er gekeken naar de vegetatie en tegelijkertijd naar de branden en ontbossing. Als je dan optelt wat de vegetatie absorbeert en aftrekt wat er door ontbossing vrij komt, ja, dan is er sprake van een bron. Omdat de koolstofput van de vegetatie zich soms heel dicht bij nul bevindt, bijna neutraal is. Het is niet zo dat de vegetatie geen koolstof meer opneemt.
“Er zijn het afgelopen decennium vliegtuigmetingen gedaan, waarbij is ontdekt dat, rekening houdend met wat de vegetatie uit de atmosfeer opneemt en wat er uitgaat door branden, de Amazone een bron van koolstof kan zijn. Dat gebeurt op plaatsen waar de aantallen branden te hoog zijn. Dat is een nogal opvallende bevinding. In het oosten van de Amazone, bij Santarém en Belém is er inmiddels sprake van een positieve stroom de atmosfeer in. Meer naar het westen, Tabatinga, Rio Branco, Tefé, daar is de netto flux erg klein, dus ook daar kan een omslag komen. Een andere bevinding uit dit onderzoek toont wat er gaande is bij Alta Floresta, in het zuidoosten van de Amazone, de boog van ontbossing (Ontbossing in het Amazone-regenwoud vindt het snelst plaats langs een curve die de zuidoostelijke rand van het bos beslaat en die wetenschappers de “Arc of Deforestation” zijn gaan noemen – CCE). Het lijkt erop dat de vegetatie daar al het vermogen verliest om koolstof uit de atmosfeer op te nemen. En dat betekent dat er daar een positieve flux is. De onderzoekers van deze studie suggereren dat dit verband houdt met een hoge temperatuurstijging als gevolg van de opwarming van de aarde in deze regio, ontbossing en ook neerslagafwijkingen of droogte in deze regio.”
Wat betekent dit voor de klimaatverandering?
Santiago Botia: “De Amazone is een van de grootste koolstofreservoirs op aarde. Dus als deze ontbossingstrend zich voortzet, en die lijkt vrij gestaag toe te nemen, in Brazilië en ook in Colombia en elders, dan zal er een enorme hoeveelheid koolstof vrijkomen in de atmosfeer en de wereldwijde landput zal veel kleiner zijn. En dat is duidelijk niet goed voor het klimaat.”
Bij het afscheid komt hij nog even terug op de Balbina dam.
Santiago Botia: “Er is veel onderzoek gedaan naar de ecologische effecten van Balbina. Er zijn ook artikelen over de wijze waarop de soortensamenstelling in het overstroomde bos verandert. Kijk je naar het aantal overstromingen, dan is dat niet eens zo groot, maar het laat wel zien hoe kwetsbaar deze ecosystemen zijn, waarbij een zeer milde verandering al tot enorme effecten kan leiden.”
Tot zover voor nu de Amazone en koolstofdioxide, en methaan. Voor mijn vragen over biodiversiteit ga ik onder andere te rade bij de Braziliaanse Eliane Gomes Alves, die na haar opleiding bij INPA in Manaus nu postdoctoraal onderzoeker is bij het ATTO team van het Max Planck Instituut voor Biogeochemie in Jena.
Lees ook: Wie redt de wondere wereld van de Amazone en daarmee het klimaat? Deel 2
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door het Steunfonds Freelance Journalisten.
Foto verantwoording:
Zonsopgang boven mistig woud © Stefan Wolff / MPI-C
Drone view Amazon Tall Tower Observatory (ATTO) © Achim Edtbauer / MPI-C
Instrumenten ATTO © Jošt Lavrič / MPI-BGC
Vond je het artikel interessant, boeiend, de moeite waard om te lezen? Zo ja, mogen wij je dan om een kleine gunst vragen?
Wij hebben je hulp nodig…
Banzeiro is de rockende golfslag van een boot op de Amazone. Banzeiro is een onafhankelijk nieuwskanaal dat zich toelegt op de belangrijkste verhalen over de Amazone, een belangrijk klimaatcontrolecentrum van de wereld.
Artikelen op Banzeiro lees je gratis. Vind je de artikelen de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te doen. Als veel lezers dit doen, kan Banzeiro artikelen blijven maken over de Amazone en het klimaat. Daarom wil ik je vragen: doneer je waardering.
Elke bijdrage, groot of klein, die we ontvangen van lezers zoals jij, gaat direct naar de financiering van de journalistiek van Banzeiro.
Met iDEAL kun je via de beveiligde omgeving van je eigen bank de golfslag van Banzeiro ondersteunen. Dank je.
€
Doneer € -