Saudade de você meu amigo! – Ik mis je mijn vriend!
Iets meer dan een week geleden liet hij mij met bovenstaande nog weten uit te kijken naar mijn komst naar Manaus. Nu is hij een van de vrienden wiens graf ik daar ga bezoeken. Zondagochtend bereikte mij het nieuws dat vriend en musicus Sidney Rezende niet meer onder ons is.
Sidney Afonso Rezende de Mello, beter bekend als Sidney Rezende, werd 1 april na een hartstilstand opgenomen in het ziekenhuis Pronto Socorro 28 de Agosto in Manaus. Hij overleed zaterdagochtend 9 april. Sidney Rezende, of Sidão zoals zijn vrienden hem noemden, werd 65 jaar.
‘Sidney Rezende, de man uit Minas Gerais die de muziek van Parintins melodie gaf, is overleden’, kopte een lokale nieuwssite.
Sidney Rezende wordt alom geprezen voor de verdieping die hij vanaf de jaren negentig aanbracht in de muzikale kwaliteit van de toadas, de songs die jaarlijks in juni worden gepresenteerd tijdens het Festival Folclórico de Parintins, vaak ook wel Festival do Boi-Bumbá of Bumbá Meu Boi genoemd.
Parintins, een stad met 110.000 inwoners, ligt aan de oever van de rivier de Amazone op het eiland Tupinambarana, vierhonderdtwintig kilometer stroomafwaarts van Manaus. Ieder jaar vindt daar een folkloristisch festival plaats dat wat kleur betreft niet onderdoet voor het carnaval in Rio de Janeiro.
Festa do Boi-Bumbá is het feest van de boi (os). Deze belichaamt de kracht van de gemeenschap tegenover de gevaren van het woud. Als hij zichzelf opsplitst in Boi Garantido (wit met een rood hart op het voorhoofd) en Boi Caprichoso (zwart met een blauwe ster op het voorhoofd), ontstaat er een symbolische strijd die voor een deel voortkomt uit oude vruchtbaarheidsriten.
Het Festa do Boi-Bumbá vindt, behalve in de straten en uitgaansgelegenheden van Parintins, plaats in de Bumbódromo. Dit stadion is speciaal voor dit doel gebouwd en heeft de vorm van een gestileerde ossenkop. Er kunnen zo’n 35.000 mensen in. De feestvierders, afkomstig uit het hele Amazonegebied, zijn tijdens het hele festival opgedeeld in twee kampen, rood en blauw, en moedigen vanaf de tribunes met zang en dans hun favoriete boi aan.
Sidney Rezende was jarenlang hofleverancier van toadas voor Boi Garantido. Ook toen de groep hem eind jaren negentig om mij onbekende redenen een tijdje liet vallen, bleef hij loyaal aan de boi met het rode hart: “Meu coração é vermelho”.
Het was eigenlijk een wonderlijke geschiedenis. Toen Sidney vanuit Minais Gerais arriveerde in Parintins, met in zijn bagage weinig meer dan zijn gitaar en talent, had hij namelijk geen idee van de folklore van de bumbás. Hij kende hooguit een paar verhalen.
Sidney Rezende begon met het spelen van toadas samen met Paulinho Faria. Kort daarna vormde hij Grupo Regional Vermelho E Branco. De band was de uitlaatklep voor zijn eigen muzikale identiteit. Vermelho E Branco onderscheidde zich in positieve zin in het boi-bumbá genre door de meerlagige lyriek, de gitaarmelodieën en de harmonieën in de muziek die heel anders en vooral interessanter waren dan de, tot dan gebruikelijke, op beukende trommels gebaseerde presentaties van de meeste andere groepen. Hij bracht uiteindelijk een nieuwe standaard aan, die de toadas veranderde en ook door anderen werd opgepikt en tot op heden toegepast.
In de ruim dertig jaar dat hij in Parintins woonde en werkte heeft Sidney Rezende diverse muzikale juweeltjes geproduceerd die tot het culturele erfgoed van Parintins en Amazonas zijn gaan horen.
Zo componeerde hij niet lang na aankomst in Parintins, samen met Fred Góes, een andere coryfee, het in 1991 opgenomen ‘No brilho da lua’. Hij schreef met wijlen Emerson Maia het vrolijke ‘Andirá’.
Toen kwam ‘Pássaro sonhador’, gecomponeerd samen met Zezinho Cardoso. Het nummer werd vaak opgenomen, onder andere door de ook internationaal bekende zangeres Fafá de Belém, en hoort tot de muzikale canon, niet alleen van Parintins, maar van heel Amazonas. Hij maakte met João Melo ‘Nações extintas’ en ‘Nações extintas 2’ en met Rui Machado ‘Amor Proibido’.
Sidney was de eerste die, met Grupo Regional Vermelho E Branco, ‘O Amor é no ar’ opnam van Chico da Silva, de zanger die internationaal in de uitvoering van Fafá de Belém een hit had met ‘Vermelho’.
In het nummer ‘Vem descer o rio’ combineert Sidney Rezende fantasievol alle elementen die zijn handelsmerk zijn: de gitaar, de zang en, opvallend, de altviool, en integreert zo zijn land van oorsprong, Minas Gerais, in zijn Amazonemuziek.
Hij had als gitarist grote bewondering voor collega’s als Milton Nascimento (Sidão noemde hem “o rei”, “de koning”) en Johnny Marr, bekend van The Smits en later The The.
Begin dit jaar bracht Olha Já Filmes uit Manaus een documentaire van ruim een uur uit over leven en werk van Sidney Rezende: ‘Meu Enquanto Canto’.
Sidney Rezende, die inmiddels in Manaus woonde, had al langer gezondheidsproblemen. Hij kon daardoor geen gitaar meer spelen. Dat weerhield hem er niet van om actief met muziek bezig te blijven. Zo is er een onuitgebracht werk getiteld ‘Vida Gerando Vida’, over het belang van bijen in de biomen. Een ander nummer dat nog op de plank ligt en dat hopelijk nog eens wordt opgenomen is ‘Segredo do Rio’, waarvoor hij samenwerkte met Fred Góes en de onlangs overleden dichter Thiago de Mello.
Ik eindig met Artikel III uit het gedicht Estatutos do Homem van Thiago de Mello (1926-2022):
Fica decretado que, a partir deste instante,
haverá girassóis em todas as janelas,
que os girassóis terão direito
a abrir-se dentro da sombra;
e que as janelas devem permanecer, o dia inteiro,
abertas para o verde onde cresce a esperança.
Er is verordonneerd dat, vanaf dit moment,
er in elk raam zonnebloemen zullen staan,
dat de zonnebloemen het recht zullen hebben
om zich in de schaduw te openen;
en dat de ramen open moeten blijven, de hele dag door,
naar het groen waar hoop groeit.